De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
1) een televisiecommercial waarin onder meer wordt gezegd: “De record jackpot van de Staatsloterij staat op 27,5 miljoen en 10 augustus valt ie gegarandeerd.”. In beeld verschijnt onder meer de tekst: “Record Jackpot valt gegarandeerd!”,
2) radiocommercials waarin onder meer wordt gezegd: “De record jackpot van € 27,5 miljoen valt gegarandeerd.”,
3) een banner op www.nu.nl waarin onder meer staat: “Record Jackpot 27,5 miljoen. Op 10 augustus valt ie gegarandeerd.” en
4) een advertentie in het Algemeen Dagblad waarin onder meer staat: “Record Jackpot 27,5 miljoen. Jackpot valt gegarandeerd!”
De klacht
In alle reclame-uitingen van adverteerder wordt gezegd dat de Record Jackpot van
€ 27,5 miljoen gegarandeerd valt. Nu de Record Jackpot bij de trekking op 10 augustus 2009 op een eenvijfde lot is gevallen, is de Record jackpot ondanks die garantie niet volledig uitgekeerd. Adverteerder heeft in de reclame-uitingen niet gecommuniceerd dat slechts € 5,5 miljoen wordt uitgekeerd indien de prijs op een eenvijfde lot valt. Op grond van het voorgaande is sprake van misleidende reclame.
Het verweer
In 2008 heeft de Commissie een identieke klacht tegen eenzelfde reclame-uiting afgewezen. De Commissie dient ook nu de klacht af te wijzen. Het eenvijfde lot is een klein, zelfstandig staatslot. Het is niet een deel van een groter lot. Het eenvijfde lot heeft een uniek nummer. Om mee te doen aan de jackpot dient ook bij een eenvijfde lot extra inleg te worden betaald. Een eenvijfde lot inclusief jackpot kost eenvijfde van een heel lot. Indien de jackpot op een eenvijfde lot valt, wordt slechts eenvijfde van de prijs uitgekeerd. Dit is een deelnamevorm die al lang bestaat en die is uitgewerkt in het Deelnemersreglement. In een persbericht heeft adverteerder gewezen op de mogelijkheid dat de jackpot op een eenvijfde lot zou vallen. In een dergelijk geval wordt het resterende bedrag aan de daarop volgende trekking toegevoegd. Daarmee is de jackpot gevallen, ook al wordt niet het volledige bedrag dat in de jackpot zit uitgekeerd. Verweerder is gehouden, indien vaststaat dat de jackpot in een bepaalde trekking zal vallen, dit in haar uitingen bekend te maken. Dat doet zij door te garanderen dat de jackpot zal vallen. Indien de jackpot op een eenvijfde lot is gevallen is het niet mogelijk een tweede trekking te houden, omdat in dat geval een heel lot zou kunnen worden getrokken, terwijl het gehele bedrag van de jackpot niet meer beschikbaar is. Van de deelnemer mag worden verwacht dat hij kennis neemt van de spelregels. Wie klaagt heeft zich niet voldoende in die spelregels verdiept en kan niet worden beschouwd als de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument.
Het oordeel van de Commissie
1) Adverteerder maakt op verschillende wijze reclame voor de Record Jackpot van
€ 27,5 miljoen van de Staatsloterij. De klacht richt zich tegen de uitingen waarin een direct verband wordt gelegd tussen de hoogte van de jackpot en het gegarandeerd vallen daarvan.
2) Adverteerder heeft zich beroepen op de eerdere uitspraak van de Commissie in dossier 08.0322, waarin de Commissie op 22 augustus 2008 een vergelijkbare klacht heeft afgewezen. De Commissie overweegt dienaangaande dat dit verweer niet aan beoordeling van de nu ingediende klacht in de weg staat, nu de omstandigheden sinds de vorige uitspraak belangrijk zijn gewijzigd. In dat verband is het volgende van belang. Ter vergadering is gebleken dat er een duidelijke trend onder de kopers van loten van de Staatsloterij bestaat om in toenemende mate met één of meer eenvijfde staatsloten mee te spelen in plaats van met een heel lot. Adverteerder is met deze trend bekend. Als gevolg van deze ontwikkeling was bij de trekking op 10 augustus 2009 het aantal deelnemers met een eenvijfde lot groter dan het aantal deelnemers met een heel lot: 53% van de loten die in die trekking meededen bestond uit eenvijfde loten. Dit betekent dat de kans dat het bedrag van de jackpot volledig zou worden uitgekeerd in die trekking kleiner was dan 50%. Voor de beslissing in deze zaak acht de Commissie niet zozeer van betekenis dat op de meerderheid van de loten niet het volle bedrag van de jackpot kan worden uitgekeerd indien een dergelijk lot als winnend lot wordt getrokken, maar wel dat hieruit blijkt dat op een substantieel deel van de deelnemende loten niet het hele bedrag dat in de jackpot beschikbaar is, kan worden uitgekeerd. Er is geen reden om aan te nemen dat de trekking van 10 augustus 2009 een zo onverwachte stijging van deelnemers met een eenvijfde lot liet zien dat de Staatsloterij met de al genoemde trend bij deze trekking geen rekening behoefde te houden.
3) Nu in de gewraakte uitingen een rechtstreeks verband wordt gelegd tussen het gegarandeerd vallen van de jackpot en de omvang daarvan, zijn de gewraakte uitingen onvolledig omdat daarin niet wordt gewezen op het feit dat er een substantiële kans bestaat dat het bedrag van € 27,5 miljoen niet in zijn geheel wordt uitgekeerd. Naar het oordeel van de Commissie betreft dit essentiële informatie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Door het ontbreken van voldoende informatie over het feit dat de kans dat niet de volledige jackpot maar eenvijfde van de jackpot wordt uitgekeerd substantieel is, wekken de uitingen ten onrechte de indruk dat in beginsel het volledige bedrag zal worden uitgekeerd en dat een volgende keer de jackpot aanzienlijk kleiner zal zijn. Dit kan beslissingen over de aanschaf van een staatslot in belangrijke mate beïnvloeden. Gezien de grote hoeveelheid klachten die de Commissie over de reclamecampagne van adverteerder heeft ontvangen, voelen veel consumenten zich door het voorgaande misleid. Naar het oordeel van de Commissie had het op de weg van adverteerder gelegen om in de uitingen duidelijker mee te delen dat het vallen van de jackpot niet impliceert dat het bedrag van € 27,5 miljoen altijd volledig wordt uitgekeerd.
4) Blijkens de toelichting van adverteerder heeft een eenvijfde lot een uniek lotnummer dat geschikt is om mee te spelen voor de jackpot indien daarvoor de extra inleg wordt betaald. Gelet hierop onderscheidt een eenvijfde lot zich slechts van een gewoon lot, doordat de aankoopprijs van een dergelijk lot eenvijfde gedeelte van de prijs van een
gewoon lot bedraagt en een eenvijfde lot slechts recht geeft op een eenvijfde gedeelte van de beschikbare prijs. Door de toename van het aantal eenvijfde loten, die allen een uniek lotnummer hebben, slinkt de kans dat het volledige bedrag van de jackpot wordt uitgekeerd verder. Ook hierom had het op de weg van adverteerder gelegen om niet langer een verband te suggereren tussen de hoogte van de jackpot en het winnen van het bedrag van de jackpot.
5) Weliswaar voert adverteerder aan dat zij niet in staat is de wijze waarop mensen aan de Staatsloterij deelnemen te beïnvloeden, maar dat neemt niet weg dat zij bekend is met de hiervoor genoemde trend en de consumenten hierover in haar uitingen, waarin zij ook de omvang van de jackpot vermeldde, had kunnen en moeten informeren. Het persbericht dat adverteerder heeft doen uitgaan, acht de Commissie in dit verband onvoldoende. Hetzelfde geldt voor de toelichting die werd verstrekt op verkooppunten. Adverteerder had deze informatie reeds in het kader van de reclame-uitingen dienen te verstrekken, nu deze uitingen beslissend kunnen zijn voor de transactie van de consument, te weten de beslissing om deel te nemen aan de Staatsloterij en het soort lot waarmee gespeeld wordt.
6) Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden zijn de gewraakte uitingen oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de gewraakte reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
College van Beroep:
De grieven
Deze kunnen als volgt worden samengevat.
I.
Ten onrechte heeft de Commissie de gewraakte uitingen in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) bevonden en de Staatsloterij aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Deze algemene grief beoogt de beoordeling van de klacht in volle omvang aan het College voor te leggen.
II.
De Commissie heeft ten onrechte aangenomen dat de uitingen voor de consument oneerlijk of misleidend zijn.
De trekking is volgens het Deelnemersreglement verlopen.
De klacht is feitelijk ongegrond. De Staatsloterij heeft nimmer gezegd dat de Jackpot in zijn geheel zou worden uitgekeerd, respectievelijk dat het gehele bedrag van 27,5 miljoen zou worden uitgekeerd. De Staatsloterij heeft enkel gezegd dat de Jackpot bij de trekking van 10 augustus 2009 op de vastgestelde maximale stand gegarandeerd zou vallen. Dat wil zeggen dat de Jackpot zou vallen op een uniek heel of eenvijfde lot waarvoor de verschuldigde inleg was voldaan.
De Jackpot is ook gevallen, en wel op eenvijfde lot. Dat leidt ertoe dat eenvijfde van de prijs wordt uitgekeerd (en -conform de voorwaarden- viervijfde van de prijs wordt doorgeschoven naar de volgende trekking).
De Commissie neemt in overweging 3 ten onrechte als vaststaand aan, dat in de gewraakte uitingen een rechtstreeks verband wordt gelegd tussen het gegarandeerd vallen van de Jackpot en de omvang ervan.
Op 22 augustus 2008 wees de Commissie een soortgelijke klacht af (dossier 08.0322).
Ten onrechte meent de Commissie dat de omstandigheden sindsdien belangrijk zijn gewijzigd. De overweging van de Commissie, dat er sprake is van een trend, dat in toenemende mate met (een of meer) eenvijfde loten wordt meegespeeld in plaats van met een heel lot, is feitelijk onjuist. Ter zitting is slechts meegedeeld dat er in het algemeen de laatste jaren een (overigens lichte) trend waarneembaar is dat er steeds meer eenvijfde loten worden verkocht.
Slechts die gevallen, waarin de Jackpot gegarandeerd zou vallen, zijn vergelijkbaar met het onderhavige geval. Sinds de start van de unieke lotnummering gaat het hier om de trekkingen van oktober 2007, juli 2008 en de Oudejaarstrekking van 2008. Het aandeel eenvijfde loten was toen respectievelijk 45,2%, 54,5% en 45,9%. Bij de onderhavige trekking van 10 augustus 2009 was het aandeel eenvijfde loten 56,4%.
Uitingen van de Staatsloterij dienen in de context van de kansspelmarkt te worden gezien. Een vergelijking met reclame van (andere) landelijke kansspelaanbieders leert dat deze vrijwel in elk geval generiek wervend en zonder veel nuanceringen is. In de kansspelwereld wordt in het algemeen op hyperbolische wijze geadverteerd en de (potentiële) deelnemer is zich hiervan bewust.
Van de consument mag verwacht worden dat als hij meespeelt of overweegt mee te spelen, hij zich enigszins in de spelregels verdiept. Bij de beoordeling of een uiting toelaatbaar is, dient te worden uitgegaan van de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument. De consument kan zich niet op misleiding beroepen, als hij zich niet heeft geïnformeerd, niet omzichtig is of niet oplettend is.
III.
De Commissie heeft ten onrechte aangenomen dat de gewraakte reclame het economisch gedrag van de gemiddelde consument die zij bereikt of op wie zij is gericht wezenlijk verstoort of kan verstoren, respectievelijk van invloed is op het besluit van de consument over het al dan niet aangaan van een transactie.
Voor de beslissing van de consument om al dan niet mee te spelen, is het niet van belang of het gehele bedrag van de Jackpot bij de trekking wordt uitgekeerd of niet, respectievelijk of het niet uitgekeerde deel wordt doorgeschoven. Ter motivering van dit standpunt bespreekt de Staatsloterij achtereenvolgens de mogelijkheid dat de consument een heel lot, een eenvijfde lot en een aantal eenvijfde loten koopt. Volledigheidshalve merkt de Staatsloterij op dat het niet kan voorkomen dat een consument meer eenvijfde loten met hetzelfde nummer koopt; ieder lot, ook een eenvijfde lot, heeft een uniek nummer.
De Commissie heeft nagelaten te motiveren waarom het feit dat er een substantiële kans bestaat dat niet het bedrag van 27,5 miljoen wordt uitgekeerd essentiële informatie betreft die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen.
Het gegeven dat kennelijk een grote hoeveelheid klachten is ontvangen, zegt op zich niets over het vereiste dat de misleiding een rol heeft gespeeld waar het betreft de aankoopbeslissing. Tevens is op zich al onjuist dat de Commissie in overweging 3 kennelijk heeft laten meewegen dat een groot aantal klachten is ingediend.
Ten onrechte heeft de Commissie overwogen dat de kans dat het volledige bedrag wordt uitgekeerd, slinkt door -zoals in het beroepschrift staat- “de toegenomen verhouding van het aantal eenvijfde loten met een uniek nummer ten opzichte van de hele loten”. Deze gedachtegang veronderstelt -ten onrechte- dat de consument bekend is met het aantal verkochte loten, alsmede dat die kennis voor de aankoopbeslissing van belang zou zijn.
Ook de Staatsloterij kent het aantal verkochte loten en de verhouding tussen de verkochte hele en eenvijfde loten pas nadat de verkoop is gesloten. De Staatsloterij kan daar dus ook niet mee adverteren.
De gemiddelde consument is dus niet op de hoogte van de kans die hij heeft om de Jackpot te winnen. Dat hij dat niet weet, is niet erg. Bij zijn aankoopbeslissing is vorenbedoeld aantal en vorenbedoelde verhouding en kans van geen enkel belang, laat staan dat deze essentieel zouden zijn. Een consument hoopt het winnende lot te kopen. Niet meer, niet minder. Koopt hij een heel lot, dan maakt hij kans op EUR 27,5 miljoen. Koopt hij eenvijfde lot, dan weet hij dat hij slechts EUR 5,5 miljoen kan winnen.
Het antwoord in appel
De grieven zijn gemotiveerd weersproken.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van de Staatsloterij is nader toegelicht.
Het oordeel van het College
1.
De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
2.
Vast staat dat de Jackpot van de Staatsloterij op 10 augustus 2009 € 27,5 miljoen bedroeg en dat dit een Record Jackpot betrof. In de diverse gewraakte uitingen wordt bedoelde Jackpot aangeduid als “Record Jackpot” en wordt gewezen op het bedrag van € 27,5 miljoen. Tevens wordt in elk van de gewraakte uitingen met betrekking tot de Record Jackpot dan wel de Jackpot gesteld dat deze “gegarandeerd” “valt”, waarbij in één van de radiocommercials wordt gezegd: “De Record Jackpot van € 27,5 miljoen valt gegarandeerd”.
3.
De klacht luidt dat de Record Jackpot van € 27,5 miljoen op 10 augustus 2009 niet is gevallen, omdat slechts € 5,5 miljoen is uitgekeerd, met betrekking tot een eenvijfde lot.
4.
Naar de Staatsloterij heeft toegelicht, kan de Jackpot vallen zowel op een heel verkocht lot met een uniek nummer waarvoor Jackpottoeslag is betaald als op een eenvijfde verkocht lot (deellot) met een uniek nummer waarvoor Jackpottoeslag is betaald en wordt in het laatste geval eenvijfde deel van de Jackpot uitgekeerd en viervijfde deel van de Jackpot doorgeschoven naar de volgende trekking. Een eenvijfde lot is niet een vijfde gedeelte van een heel lot. Er bestaan geen loten met hetzelfde nummer en dus ook niet vijf eenvijfde loten met hetzelfde nummer die tezamen een heel lot met dat nummer zouden vormen.
De Staatsloterij heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat een uitgangspunt van de Commissie, dat er sinds de uitspraak van de Commissie van 22 augustus 2008 een duidelijke trend bestaat onder de kopers van loten van de Staatsloterij om in toenemende mate met eenvijfde loten mee te spelen in plaats van met een heel lot, niet juist is.
5.
In de gewraakte uitingen wordt alleen een bedrag van € 27,5 miljoen genoemd en wordt geen aandacht besteed aan de mogelijkheid dat -indien de Jackpot op een eenvijfde lot valt- een bedrag van € 5,5 miljoen wordt uitgekeerd. Naar het oordeel van het College was het de duidelijkheid ten goede gekomen als in de gewraakte uitingen ook op deze mogelijkheid was gewezen, te meer daar er naast hele loten, ook veel eenvijfde loten worden verkocht, maar niet kan worden geoordeeld dat de uitingen zonder deze informatie voor de gemiddelde consument misleidend zijn in de zin van de Nederlandse Reclame Code. Het College overweegt daartoe als volgt.
6.
De uitingen wekken op tot het meespelen in de desbetreffende loterij, waarbij duidelijk is dat een deelnemer door het kopen van een lot kans maakt op de (Record) Jackpot. Over de grootte van de kans op het winnen van de Jackpot en over de vanzelfsprekende voorwaarde dat voor de kans op het winnen van de Jackpot een lot moet worden aangeschaft, bevatten de uitingen geen, en dus ook geen misleidende, informatie of suggestie. De consument maakt bij deze trekking altijd kans op de Jackpot van € 27,5 miljoen, op voorwaarde dat hij aan de loterij deelneemt door een daarvoor geschikt lot aan te schaffen; de uitingen suggereren niet dat wie aan de loterij wil deelnemen om kans te maken op die Jackpot niet aan de voorwaarde van de koop van een daartoe geschikt lot zou behoeven te voldoen.
De inhoud van de uitingen is op zichzelf niet onjuist. De Jackpot, die € 27,5 miljoen bedraagt, is ook gevallen. De uitingen houden niet in dat gegarandeerd € 27,5 miljoen wordt uitgekeerd; tot uitkering van dit bedrag komt het pas als de Jackpot wordt getrokken op een bepaald verkocht heel lot. Het feit dat, indien de Jackpot op een eenvijfde lot valt maar eenvijfde deel van de Jackpot wordt uitgekeerd, betekent niet dat de Jackpot niet gevallen is; dan is de Jackpot getrokken op een bepaald verkocht deellot.
Van een in de uitingen onmiskenbaar gelegd rechtstreeks verband tussen het gegarandeerd vallen van de Jackpot en de omvang van het daadwerkelijk uit te keren bedrag, waardoor de gemiddelde consument op wie de uitingen zich richten op het verkeerde been wordt gezet over de hoogte van het op een winnend lot uit te keren bedrag, kan niet worden gesproken.
Indien een consument die van de uitingen kennis neemt twijfelt of bij deze trekking op een winnend lot(nummer) gegarandeerd € 27,5 miljoen zal worden uitgekeerd (bijvoorbeeld omdat hij zich afvraagt of ook € 27,5 miljoen zal worden uitgekeerd indien de Jackpot valt op een eenvijfde lot valt, hetgeen zich overigens alleen kan voordoen als de consument van de mogelijkheid van deelloten reeds weet heeft)of als de consument in het onzekere verkeert over de wijze waarop of de voorwaarden waaronder hij door aanschaf van een lot kans maakt op het bedrag van de Jackpot van € 27,5 miljoen, mag van hem worden verwacht dat hij zich daaromtrent enigszins nader informeert met het oog op zijn mogelijke beslissing door het kopen van een lot kans te maken op die Jackpot. Uit eenvoudig te verkrijgen nadere informatie, bijvoorbeeld bij de vele verkooppunten of op de website van de Staatsloterij, blijkt duidelijk dat men hetzij een heel lot met een uniek nummer kan kopen, waarmee men kans maakt op het winnen van € 27,5 miljoen, hetzij een eenvijfde lot met een uniek nummer kan kopen (tegen eenvijfde gedeelte van de prijs van een heel lot), waarmee men kans maakt op € 5,5 miljoen.
7.
Het College acht het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument in dit geval een besluit over een transactie zal hebben genomen, meer in het bijzonder een besluit over het al dan niet aanschaffen van een heel lot dan wel een eenvijfde lot, dat hij anders -dat wil zeggen indien in de uitingen niet slechts was gewezen op de hoogst haalbare Jackpot in de onderhavige trekking van de Staatsloterij- niet had genomen.
8.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en wijst de klacht alsnog af.