De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klagers zoon geadresseerde uitnodiging, gedateerd 11 juli 2011, om mee te spelen in de Staatsloterij.
De klacht
Klagers zoon is geboren op 24 september 2000 en is derhalve minderjarig. Klager maakt er bezwaar tegen dat de uitnodiging aan zijn zoon is gestuurd, hoewel minderjarigen zijn uitgesloten van deelname aan de Staatsloterij.
De reactie van adverteerder
Telefonisch overleg met klager heeft ertoe geleid dat klager zijn klacht intrekt.
E-mail van 4 augustus 2011 van klager
Volgens de telefonische mededeling van adverteerder is het gebruikte adressenbestand afkomstig van Sanoma Media, waardoor abonnees van Donald Duck een direct mailing over deelname aan de Staatsloterij hebben ontvangen.
Klager is tevreden met de door de adverteerder aangeboden excuses, mits herhaling wordt voorkomen. De fout van Sanoma vindt klager ernstiger. Klager vraagt zich af of indien hij zijn klacht tegen adverteerder intrekt, deze bij Sanoma kan worden neergelegd. Zo niet, dan wenst hij dat de klacht in volle omvang wordt behandeld.
Antwoord bij e-mail van 12 augustus 2011 van de Stichting Reclame Code
Nu de bestreden reclame-uiting afkomstig is van de Nederlandse Staatsloterij, wordt deze door de Commissie aangemerkt als verantwoordelijke instantie. De Commissie verneemt gaarne of klager prijs stelt op een uitspraak van de Commissie, waarbij de behandeling van de klacht wordt voortgezet tegen de Nederlandse Staatsloterij.
E-mail van 12 augustus 2011 van klager
Klager stelt prijs op een uitspraak van de Commissie.
Het oordeel van de Commissie
De gewraakte uiting moet worden aangemerkt als reclame voor een kansspel. Adverteerder heeft niet weersproken dat deze uiting is gestuurd aan klagers minderjarige zoon. Gelet hierop is artikel III.6 van de Reclamecode voor Kansspelen (RvK) overtreden. Deze bepaling luidt, voor zover van belang:
“Reclame voor kansspelen verspreid door middel van directe reclame (mailings, digitale en andere nieuwsbrieven etc.) mag niet worden gericht aan minderjarigen (…)”.
De beslissing
Adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel III.6 RvK. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.