a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Casino, loterij, (promotioneel) kansspel

Dossiernr:

2014/00833

Datum:

03-02-2015

Uitspraak:

CVB Aanbeveling Bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Casino, loterij, (promotioneel) kansspel

Motivatie:

Kinderen en jongeren

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

Het College van beroep [3 februari 2015]

De grieven van het Zuiderzeemuseum en de Loterij

Het Zuiderzeemuseum en de Loterij hebben elk afzonderlijk beroep ingesteld. De namens hen ingediende gronden van het beroep zijn identiek en kunnen als volgt worden samengevat.

Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat de onderhavige televisiecommercial in strijd is met het bepaalde onder artikel IV.2 van de Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen (RVK) 2013. Dit artikel is volgens het Zuiderzeemuseum en de Loterij om de volgende redenen niet van toepassing. Het Pietendorp is niet het onderwerp van sponsoring, maar een zelfstandige activiteit van het Zuiderzeemuseum. Het Zuiderzeemuseum richt zich ook niet grotendeels op minderjarigen. In 2014 was 73% van de bezoekers volwassen (216.472 volwassenen en 76.286 kinderen tot en met 12 jaar). De betreffende televisiecommercial is voorts geen radio- of televisieprogramma in de zin van artikel IV.2 RVK 2013, zodat ook om die reden dit artikel niet van toepassing kan zijn. Dit artikel ziet primair toe op wat voor soort activiteiten gesponsord worden. Artikel IV.1 RVK 2013 richt zich meer op de wijze van uitvoering van sponsoractiviteiten. Mocht het College van oordeel zijn dat alsnog aan laatstgenoemd artikel moet worden getoetst, dan verzoeken het Zuiderzeemuseum en de Loterij het College de zaak terug te verwijzen naar de Commissie zodat zij hun principale argumenten tegen de toepasselijkheid van dit artikel aan twee instanties kunnen voorleggen.

 De mondelinge behandeling

Namens de Loterij wordt in aanvulling op de schriftelijke stellingen onder meer het volgende meegedeeld. De Loterij ziet de vermelding van de sponsornaam in de televisiecommercial niet als reclame maar als informatie waaruit blijkt hoe zij haar gelden besteedt. Artikel IV.2 RVK 2013 is hierop niet van toepassing, ook omdat het Pietendorp geen door de Loterij gesponsorde activiteit is. Het Zuiderzeemuseum is slechts voor een deel van haar inkomsten afhankelijk van sponsoring door de Loterij. Het plaatsen van het logo gebeurt standaard. Doel hiervan is dat de Loterij daardoor in verband met de beneficiant wordt gebracht. De Loterij zou haar logo nu niet meer bij televisiecommercials voor het Pietendorp laten plaatsen.

Het oordeel van het College

1. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

2. De inleidende klacht heeft betrekking op een televisiecommercial waarin een als zwarte Piet verkleed kind oproept het “nationale Pietendorp” in het Zuiderzeemuseum te bezoeken om daar een spel te spelen waarbij men een prijs kan winnen. In beeld wordt gewezen op de mogelijkheid online kaarten te bestellen. Direct hiernaast verschijnt kort daarna de naam van de Loterij duidelijk herkenbaar in beeld.

3. Niet in geschil is dat de Loterij het Zuiderzeemuseum sponsort. Het Zuiderzeemuseum en de Loterij stellen dat het Pietendorp echter geen onderwerp van sponsoring is, maar een zelfstandige activiteit van het Zuiderzeemuseum. Het College oordeelt hierover als volgt. In de televisiecommercial verschijnt de naam van de Loterij in beeld op een wijze die duidelijk maakt dat zij handelt als sponsor. Deze sponsoring heeft, gezien de inhoud van de televisiecommercial, mede betrekking op de activiteit die kan worden omschreven als het nationale Pietendorp. Immers door in een televisiecommercial voor specifiek deze activiteit uitdrukkelijk de naam “BankGiroLoterij” te doen vermelden, maakt de Loterij publiekelijk kenbaar dat zij hierbij als sponsor is betrokken. Dat bedoelde activiteit door het Zuiderzeemuseum zelfstandig wordt georganiseerd, doet verder niet ter zake. Immers, dit gegeven staat niet in de weg aan het oordeel dat de Loterij blijkens de sponsorvermelding in de televisiecommercial ook deze activiteit sponsort.

4. Sponsoring is een vorm van reclame (toelichting bij artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code). Door de uiting vergroot de Loterij haar naamsbekendheid als goede doelen loterij; de uiting prijst daardoor indirect haar loterij aan. Door haar naam te verbinden aan de televisiecommercial maakt de Loterij bekend dat zij de daarin expliciet genoemde activiteit van het Zuiderzeemuseum steunt en maakt zij tevens reclame voor zichzelf als kansspelaanbieder met het doel deelname aan een kansspel te bevorderen. Het College verwerpt daarom de stelling van de Loterij dat het vermelden van haar naam als sponsor niet afzonderlijk als reclame kan worden aangemerkt. De sponsorvermelding leidt er bovendien toe dat in de televisiecommercial sprake is van reclame voor kansspelen. Dit impliceert dat de televisiecommercial onder de reikwijdte van de RVK 2013 valt.

5. Niet in geschil is dat de activiteit die in de televisiecommercial wordt aangeprezen (het Pietendorp en het spel dat men daar kan spelen) in het bijzonder voor minderjarigen is bedoeld. Hieruit volgt dat de sponsoring betrekking heeft op activiteiten van derden (in casu het Zuiderzeemuseum) die grotendeels of expliciet op minderjarigen zijn gericht. Terecht heeft de Commissie onder deze omstandigheden geoordeeld dat is gehandeld in strijd met het verbod onder IV.2 RVK 2013 voor zover dit artikel verbiedt “activiteiten van derden (…) te sponsoren die zich grotendeels of expliciet richten op minderjarigen”. Dat niet tevens sprake is van sponsoring van een radio- of televisieprogramma doet verder niet ter zake. Dit is immers geen vereiste om de onderhavige activiteit in strijd met bedoeld artikel te achten. Tot slot overweegt het College dat de in artikel IV.2 RVK 2013 vermelde uitzondering op bedoeld verbod (kort gezegd: het motiveren van kinderen in het belang van een organisatie) zich blijkbaar in het onderhavige geval niet voordoet.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de bestreden beslissing voor zover in beroep aan de orde.

 

[Hieronder volgt de beslissing van de Reclame Code Commissie waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [ 22 december 2014]

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial voor ‘het nationale Pietendorp’ in het Zuiderzeemuseum. In de uiting is een Zwarte Piet te zien die kinderen oproept om naar het “nationale Pietendorp” van het Zuiderzeemuseum te komen. Aan het einde van de commercial verschijnt rechtsonder in beeld het logo van de BankGiro Loterij.

De klacht

Hoewel het Zuiderzeemuseum haar bestaansrecht grotendeels te danken heeft aan sponsoring van de BankGiro Loterij, dient een logo van een kansspelaanbieder in de onderhavige reclame-uiting niet in beeld te verschijnen nu zij zich specifiek richt tot kinderen, aldus klager.

Het verweer van het Zuiderzeemuseum

Het Zuiderzeemuseum acht de klacht ongegrond. Sinds 2008 is de BankGiro Loterij de belangrijkste sponsor van het Zuiderzeemuseum. Zonder de significante financiële steun van de loterij was het nationale Pietendorp er nooit gekomen. Daarom wordt het logo van de BankGiro Loterij in alle communicatie- en marketinguitingen door het Zuiderzeemuseum vermeld. In de spots van Ster & Cultuur (junior) is het toegestaan logo’s van sponsoren van het museum in beeld te brengen. De spot van het Zuiderzeemuseum is bedoeld ter promotie van het nationale Pietendorp en niet bedoeld als reclame voor de kansspelen van de BankGiro Loterij. Het logo van de BankGiro Loterij is vermeld om duidelijk te maken dat de loterij een belangrijke sponsor is van het Zuiderzeemuseum.

 

Het verweer van de BankGiro Loterij

Klager stelt dat in de op kinderen gerichte uiting reclame wordt gemaakt voor de BankGiro Loterij, echter dat is volgens de BankGiro Loterij niet juist. Het Zuiderzeemuseum is de afzender van de bestreden reclame-uiting, niet de BankGiro Loterij. De BankGiro Loterij is de belangrijkste sponsor van het Zuiderzeemuseum en verleent haar financiële ondersteuning, waardoor evenementen zoals het nationale Pietendorp mogelijk worden gemaakt, daarom wordt het logo van de BankGiro Loterij in beeld gebracht. In Ster en Cultuur spots kunnen ook sponsoren van de afzender (in het onderhavige geval het Zuiderzeemuseum) in beeld worden gebracht. De BankGiro Loterij maakt geen reclame voor het nationale Pietendorp en evenmin maakt zij reclame voor haar eigen loterij. Uiteraard wordt deze reclamespot, gericht op kinderen, vertoond op tijdstippen dat Ster en Cultuur zendtijd heeft. Noch direct noch indirect wordt in deze reclamespot die zich richt op kinderen, reclame gemaakt voor de BankGiro Loterij.

Het oordeel van de Commissie

1. Allereerst ligt de vraag voor of sprake is van een reclame-uiting die mede afkomstig is van de BankGiro Loterij, zoals door beide adverteerders wordt betwist. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend. In de reclame-uiting staat rechtsonder in beeld en duidelijk zichtbaar het logo van de BankGiro Loterij. De afbeelding van het logo van de BankGiro Loterij kan naar het oordeel van de Commissie niet anders worden opgevat dan als een aanprijzing van de BankGiro Loterij met het doel de (naams)bekendheid van de loterij te vergroten en de deelname van de loterij te bevorderen. Aldus is sprake van reclame waarop – krachtens de (toelichting op de) algemene bepalingen – de Reclamecode voor Kansspelen die worden aangeboden door vergunningshouders ingevolge de Wet op de Kansspelen (RVK)2013 van toepassing is. Meer in het bijzonder zijn de bepalingen onder IV van deze Reclame Code van toepassing (sponsoring).

2. Nu de bestreden reclame-uiting waarin kinderen worden opgeroepen om naar het nationale Pietendorp te komen, zich specifiek richt tot kinderen, heeft de BankGiro Loterij reclame gemaakt in strijd met artikel IV.2 RVK, waarin is bepaald dat het kansspelaanbieders verboden is activiteiten van derden of radio- en/of televisieprogramma’s te sponsoren die zich grotendeels of expliciet richten op minderjarigen.

3. De Commissie acht het Zuiderzeemuseum, dat kennelijk beneficiant is in de zin van de RVK, mede verantwoordelijk voor het voorgaande. De RVK is immers, blijkens de considerans, onverkort van toepassing op reclame voor kansspelen georganiseerd door of in opdracht van beneficianten.

4. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing van de Reclame Code Commissie

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV.2 RVK. Zij beveelt adverteerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken