De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website van adverteerder voor zover hierop in verband met de Nationale Postcode Loterij staat: “De vergunning voor de loterij is afgegeven door de Kansspelautoriteit onder kenmerk 8787 d.d. 25/11/2014”.
De klacht
Deze luidt als volgt.
In het deelnemersreglement van adverteerder staat dat zij namen van deelnemers of prijswinnaars niet bekend maakt (artikel 4 reglement, door klager aangeduid als: “speelgeheim”). Dit deelnemersreglement is adverteerder op grond van haar vergunning wettelijk verplicht in acht te nemen. Dit blijkt uit artikel A.2 van de vergunning. In de praktijk houdt adverteerder zich niet aan deze voorwaarde. Adverteerder is groot geworden met het uitreiken van prijzen door BN’ers, veelal vergezeld van camera’s. Met het enkele aanbellen bij een prijswinnaar schendt adverteerder het speelgeheim al (in ieder geval jegens de buren, laat staan – bij uitzending – jegens alle kijkers). Adverteerder vermeldt in de reclame niet dat het zich niet aan de eigen voorwaarden houdt. Sterker nog, adverteerder vermeldt in de gewraakte reclame-uiting dat ze een vergunning heeft en wekt daarmee, ten onrechte, de suggestie dat het die vergunning ook naleeft. Deze situatie voldoet aan de omschrijving van punt 4 van Bijlage 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC): “4. Beweren dat een adverteerder (met inbegrip van zijn reclame) of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl zulks niet het geval is, of iets dergelijks beweren zonder dat aan de voorwaarde voor de aanbeveling, erkenning of goedkeuring wordt voldaan.”. De reclame is daarmee misleidend. Dit brengt ook mee dat de vermelding van het nummer waaronder de vergunning in afgegeven misleidend is. De misleiding is zowel gelegen in de reikwijdte van de verplichtingen van adverteerder (geheimhouding veinzen maar niet nakomen) als de erkenning van het product (doen voorkomen dat de vergunning wordt nageleefd terwijl dat in werkelijkheid niet zo is). Ook is de reclame misleidend in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder g NRC. Bij de consument wordt de indruk gewekt dat het speelgeheim wordt gerespecteerd terwijl dit in de praktijk voortdurend wordt overtreden. Tot slot is sprake van een misleidende omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC, omdat niet wordt vermeld dat adverteerder zich feitelijk niet aan de vergunning houdt. Dat is een relevant gegeven nu niet iedere deelnemer er behoefte aan heeft dat bij de hele straat, laat staan bij het hele land, bekend wordt dat hij een prijs gewonnen heeft.
Het verweer
Adverteerder vat de klacht zo op dat zij volgens klager artikel 4 van haar deelnemersreglement (het zgn. speelgeheim) zou schenden door prijsuitreikingen aan haar deelnemers op televisie uit te zenden. Adverteerder licht toe dat zij voor het uitzenden toestemming heeft verkregen van de betrokken deelnemers/prijswinnaars door middel van het ondertekenen van een zogeheten ‘quitclaim’ (toestemmingsformulier). De werkwijze is als volgt: Voordat op locatie met televisieopnames begonnen wordt, bellen medewerkers van adverteerder bij de prijswinnaars aan om te controleren of de juiste persoon op het betreffende adres woonachtig is en of die persoon thuis is. Bij dit gesprek wordt uitgelegd dat een filmploeg klaar staat om de uitreiking te filmen. Pas na controle van de persoonsgegevens wordt overgegaan tot filmen. Na het filmen, gaat de cameraploeg weg en blijft een medewerker van adverteerder achter om met de prijswinnaar de quitclaim door te nemen. De quitclaim is een verklaring van de prijswinnaar waarin hij/zij uitdrukkelijk toestemming verleent aan adverteerder om de opnames te gebruiken. Als een prijswinnaar de quitclaim niet wil tekenen, wordt de opname niet uitgezonden. Als er wel getekend wordt en een prijswinnaar herroept later de toestemming, wordt de opname niet uitgezonden. Is inmiddels al wel uitgezonden, dan wordt het materiaal niet verder gebruikt. De enige uitzondering op de hierboven beschreven procedure is de live schakeling aan het einde van het televisieprogramma MiljoenenJacht, waarbij de presentator de thuiswinnaar een cheque gaat overhandigen. Het element van verrassing is daarbij extra belangrijk en om die reden is er geen voorafgaand contact met de prijswinnaar. De benodigde toestemming is hier als volgt geregeld: het eerste shot van het fragment betreft het aanbellen bij de voordeur van de prijswinnaar waarbij alleen de presentator in beeld is. De presentator opent met de mededeling: ”Wij zijn live op de televisie, mogen we binnenkomen?” of woorden van gelijke strekking. Door het binnenlaten van de filmploeg wordt uitdrukkelijke toestemming verkregen voor live uitzending. Achteraf wordt alsnog overgegaan tot het ondertekenen van een quitclaim. Door het voorgaande is altijd sprake van verkregen toestemming tot het uitzenden van de opnames. In alle gevallen worden door de prijswinnaars quitclaims ondertekend en kunnen de prijswinnaars de door hen gegeven toestemming herroepen. Bij herroeping van toestemming wordt het beeldmateriaal niet (meer) gebruikt. Nu adverteerder niet in strijd handelt met artikel 4 van haar deelnemersreglement, treft het vervolg van de klacht geen doel. Er is derhalve geen sprake van misleidende reclame en ook het vermelden van het door de Kansspelautoriteit afgegeven vergunningsnummer houdt geen misleiding in.
Het oordeel van de voorzitter
Klager maakt bezwaar tegen de website van adverteerder voor zover hierop staat dat aan adverteerder een vergunning is afgegeven door de Kansspelautoriteit. In feite stelt klager echter de vraag aan de orde of het aan adverteerder is toegestaan het uitreiken van een prijs aan een prijswinnaar te filmen en uit te zenden. Voor zover klager stelt dat adverteerder hierdoor een geheimhoudingsplicht (‘speelgeheim’) schendt, gaat de voorzitter aan die stelling voorbij reeds omdat in de uiting niets wordt gezegd of gesuggereerd met betrekking tot (het naleven door adverteerder van) een dergelijke plicht. In de bestreden uiting wordt evenmin meegedeeld of de indruk gewekt dat een prijswinnaar verplicht is toestemming te geven voor het uitzenden van filmopnamen. Uit de enkele verwijzing naar de aan adverteerder verleende vergunning ingevolge de Wet op de kansspelen volgt dit alles niet. Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument geen bijzondere betekenis aan deze verwijzing toekennen, anders dan dat het adverteerder officieel door de bevoegde autoriteit is toegestaan een kansspel aan te bieden, welke mededeling juist en in geen enkel opzicht misleidend kan worden geacht. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.