De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klager gerichte e-mail van adverteerder. In de e-mail staat onder meer:
‘Is die fantastische TOSHIBA LCD TV 55 inch t.w.v. € 1.900,- voor u?!’
‘Activeer en win een TOSHIBA LCD TV’.
En:
‘P.S. Als u binnen 7 dagen activeert, mag ik u ook nog GRATIS* een proefexemplaar van Hoshi Sudoku aanbieden (t.w.v. € 25,- excl. verzendkosten).
* u betaalt daarvoor slechts € 4,95 aan administratie- en verzendkosten’.
De klacht
De Commissie begrijpt de klacht aldus dat bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat het gratis meedoen aan een kansspel wordt gekoppeld aan een abonnement. Klager is gebleken dat hij zijn op de website ingevulde wincode alleen kan versturen als hij kiest voor de – als enige aangeboden – abonnementsvorm waarbij het gratis proefexemplaar wordt gekoppeld aan een abonnement van zes maanden. Klager meent dat er sprake is van misleiding.
Het verweer
De Commissie vat het verweer als volgt samen. Het klaagschrift voldoet volgens adverteerder niet aan artikel 6.3 van de Code Verspreiding Reclame via E-mail (Code E-mail) omdat slechts een deel van de e-mail waartegen de klacht zich richt zou zijn overgelegd door klager. De gewraakte e-mail is overigens verstuurd aan bestaande klanten van adverteerder. Ten aanzien van de actie merkt adverteerder op dat zij heeft gekozen voor een gratis actie waarin geen koppeling is gemaakt tussen deelname aan het kansspel en het nemen van een abonnement. Het insturen van het deelname-formulier was echter kennelijk niet mogelijk zonder een abonnement te kiezen. De uiting is inmiddels aangepast. Voortaan is het mogelijk om op de knop ‘versturen’ te drukken, zonder eerst enige abonnementsvorm te kiezen.
Het oordeel van de Commissie
1) Adverteerder heeft toegelicht dat hij geen koppeling heeft beoogd tussen deelname aan het kansspel en het nemen van een abonnement. Nu het feitelijk echter niet mogelijk is gebleken om aan het kansspel mee te doen zonder verplicht een halfjaar-abonnement af te nemen, en deze voorwaarde niet in de e-mail is vermeld, is de Commissie van oordeel dat geen juiste informatie is verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
2) Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Denkbaar is immers dat de consument zich zal abonneren in de – onjuiste – veronderstelling dat dit noodzakelijk is om mee te spelen met het promotionele kansspel. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.