Omschrijving:

Het betreft een televisiepromo van Talpa TV B.V. voor het programma ‘Voetbalvrouwen’ dat op 11 februari jl. rond 19.15 uur is uitgezonden op de zender Talpa. In de promo wordt onder meer een vrouw hard in haar gezicht geslagen en worden twee vrouwen ‘van achteren genomen’.

De klacht

De promo was te zien in een reclameblok dat is uitgezonden tijdens een samenvatting van een voetbalwedstrijd waarnaar klager keek met zijn kind van 9 jaar. De promo bevat geweld, seks en verbaal geweld en is niet geschikt voor kinderen.

Het verweer

Adverteerder gaat er van uit dat klager de uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht.
Zoals adverteerder in dossier 07.0030 heeft betoogd, zijn de NICAM-regels van toepassing en dient de Commissie zichzelf onbevoegd te verklaren om overlapping te voorkomen, hoewel strikt genomen sprake is van reclame. Tegen de uitspraak d.d. 13 februari is adverteerder in beroep gegaan en de onderhavige zaak dient aangehouden te worden totdat het College van Beroep over het beroep heeft geoordeeld.
De beelden zijn afkomstig van een televisieprogramma. Aangezien de Commissie niet bevoegd is om over het programma te oordelen, is zij dat ook niet ten aanzien van de promo die in hetzelfde tijdvak is uitgezonden.
In de promo komt drie keer zeer kort een ‘suggestieve’ seksuele handeling voor waarbij geen geslachtsdelen of andere naakte lichaamsdelen zijn te zien. Voorts komt er in de promo geweld voor dat niet indringend is en er is geen sprake van grof taalgebruik. Volgens de NICAM-regels is de leeftijdsclassificatie van de promo 12 jaar zodat deze na 20.00 uur mag worden uitgezonden. Talpa zal de promo dan ook niet meer in de huidige vorm voor 20.00 uur uitzenden en biedt excuses aan voor de uitzending daarvan om 19.15 uur.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie wijst het verzoek om de zaak aan te houden af omdat het College van Beroep laatstelijk in dossier 1441/06.0441 op 29 januari jl. -kort samengevat- heeft beslist dat het classificatiesysteem van de NICAM niet in de weg staat aan het door de Commissie stellen van voorwaarden aan het tijdstip van uitzenden van een televisiereclame.

De Commissie leest de klacht aldus dat klager de uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht voor zover deze wordt uitgezonden op een tijdstip dat kinderen televisie kijken.

Aangezien naar adverteerder erkent, de promo een reclame-uiting is, is de Commissie bevoegd deze te toetsen aan de Nederlandse Reclame Code. Dat het NICAM zich buigt over het tijdstip van uitzenden van de bestreden promo, betekent niet dat de Commissie zich terzake van een oordeel zou moeten onthouden, ook niet indien de promo geheel voldoet aan de NICAM-eisen.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria.

In het onderhavige geval acht de Commissie de grenzen van wat toelaatbaar moet worden geacht, overschreden. De Commissie overweegt daartoe dat de promo onder meer beelden bevat van een vrouw die hard in het gezicht wordt geslagen en van seksuele handelingen. Deze beelden zijn ongeschikt voor kinderen die op het tijdstip dat adverteerder de promo heeft uitgezonden
-19.15 uur- televisie kijken. In de uiting komt geen verbaal geweld voor.

Anders dan bij een televisieprogramma het geval is, wordt de uitzending van een promo niet aangekondigd in een televisiegids en wordt bij aanvang daarvan niet gewaarschuwd voor eventueel voor kinderen ongeschikte beelden. Ouders ontvangen bij promo’s aldus geen waarschuwing vooraf, zodat zij hun kinderen niet tegen daarin getoonde ongewenste beelden kunnen beschermen.
De Commissie overweegt voorts dat de promo is uitgezonden tijdens een televisieprogramma dat geschikt is voor alle leeftijden – een voetbalprogramma – en dat er tijdens het reclameblok rekening mee dient te worden gehouden dat ook kinderen kijken.

De Commissie acht de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur en zal (overeenkomstig haar bevoegdheid neergelegd in artikel 17 lid 1 sub g van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep) voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending van de reclame.

De beslissing

Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code, voor zover deze vóór 20.00 uur wordt uitgezonden. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en stelt aan uitzending van de reclame de voorwaarde dat deze niet vóór 20.00 uur plaatsvindt.

artikel 2 NRC