Omschrijving:

Het betreft een televisiereclame van Burger King voor de ‘Extreme Hot Burgers’ waarin een groepje jongeren rond een kampvuur zit. Een jongen die een Extreme Hot Burger eet, pakt met blote handen een brandend stuk hout dat uit het kampvuur was gevallen, houdt het even vast en legt het vervolgens weer in het vuur. Hij zegt: “Weet je jongens. Die superscherpe Extreme Hot Burgers zijn echt superlekker. Niks brandt zo goed”. De anderen kijken zeer verbaasd. Onderin verschijnt de beeldtekst “Waarschuwing: X-treme Hot Burgers zijn niet voor watjes!”.

Het is van de zotte om een in een reclame te laten zien dat je brandend hout met je blote handen kunt pakken. Kleine kinderen gaan het misschien uitproberen. Om die reden vindt klager de uiting niet kindvriendelijk en in strijd met de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC).

Het oordeel van de Commissie

De Commissie leest de klacht aldus dat klager de uiting in strijd met de artikelen 1 en 2 onder d. van de KJC acht en voorts in strijd met de goede smaak en het fatsoen, omdat deze een slecht voorbeeld geeft aan kinderen.
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria.

Met betrekking tot de onderhavige uiting, acht de Commissie de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht niet overschreden. In de uiting wordt iemand getoond die een zo hete burger eet dat hij een brandend stuk hout vast pakt zonder pijn te voelen. Dit is duidelijk een absurde situatie en dit is, in combinatie met de tekst “Die superscherpe Extreme Hot Burgers zijn echt superlekker. Niks brandt zo goed” en “Waarschuwing: X-treme Hot Burgers zijn niet voor watjes!”, duidelijk humoristisch bedoeld. De Commissie heeft er begrip voor dat er mensen zijn die de uiting niet waarderen, maar dit leidt niet tot een ander oordeel.

Artikel 2 onder d. KJC is niet overtreden, omdat in de uiting geen personen onder 12 jaar worden getoond die zich in gevaarlijke situaties bevinden. Ook is de uiting niet misleidend in de zin van artikel 1 KJC.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.