Omschrijving: Het betreft een advertentie van Drogisterij Kruiderij De Rode Pilaren voor Q/Omega, waarin o.a. staat: “ BuurManns introduceert een nieuwe fitmaker voor alle Nederlanders van 35 jaar en ouder” en “Het bevat per capsule 30mg Q10 voor meer energie en uithoudingsvermogen. De extra toegevoegde 1000 mg Omega-3 vetzuren ondersteunen de ontwikkeling van de hersenen. Dit verbetert uw geheugen en concentratievermogen”. |
De klacht
Het bewijs dat Q10 aan alle Nederlanders van 35 jaar en ouder meer energie en uithoudingsvermogen geeft en dat Omega-3 vetzuren de ontwikkeling van de hersenen ondersteunen en het geheugen en concentratievermogen verbeteren, ontbreekt. Om die reden is de uiting misleidend. |
Het verweer De claim “Q10 voor meer energie en uithoudingsvermogen” is gebaseerd op het volgende: · Het co-enzym Q10 is nodig voor de aanmaak van bruikbare energie voor alle cellen in het lichaam, terwijl het co-Q10 gehalte daalt met het ouder worden. · Uit klinische studies blijkt dat wanneer het Q-10 gehalte daalt, er sprake is van meer vermoeidheid en een gedaalde levenskwaliteit. · Co-Q10 tekorten ontstaan bij aandoeningen die een groot deel van de bevolking treffen. Dit illustreert dat een grote groep consumenten voordeel kan halen uit een suppletie met co Q-10. De claim “De extra toegevoegde 1000 mg Omega-3 vetzuren ondersteunen de ontwikkeling van de hersenen. Dit verbetert uw geheugen en concentratievermogen” is gebaseerd op het volgende: · Er bestaat een verband tussen EPA (omega-3 vetzuur uit visolie) en het concentratievermogen. Net zoals er een verband bestaat tussen DHA (omega-3 vetzuur uit visolie) en de geheugenfunctie. · Uit klinische studies bij personen met een aandachtstekort (ADHD, dyslexie en dyspraxie) en onderzoek naar het effect van DHA op Altzheimer kan worden afgeleid dat omega-3 vetzuren de hierboven eigenschappen bezitten. Dit laatste impliceert ook het onderzoek bij gezonde volwassenen. Klager legt ter onderbouwing van de in de uiting gebruikte stellingen een aantal wetenschappelijke artikelen over. |
De repliek De uiting heeft betrekking op het consumeren van Q-Omega door gezonde Nederlanders van 35 jaar en ouder. Het product is immers geen medicijn maar een gezondheidproduct. De artikelen die adverteerder noemt, gaan over het toedienen van Q10 aan patiënten en omega-3 aan demente ouderen en schoolkinderen en zijn hier niet van toepassing. De toediening van Q10 als medicijn is een kwestie die door artsen moet worden beslist. In de artikelen wordt niets gezegd over de ontwikkeling van de hersenen. In het artikel over het toedienen van omega-3 aan schoolkinderen staat in de conclusie: “No effects were found in tests measuring general intelligence or attention. No effects of DHA+EPA on the factors of cognitive tests were observed”. De studies over visolie en vette vis zijn hier niet van toepassing omdat deze ook vele andere stoffen bevatten dan DHA en EPA. Over het effect van extra Q10 plus omega-3 bij gezonde mensen van (nèt) boven de 35 jaar zeggen de artikelen niets. |
Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft wetenschappelijke artikelen overgelegd ter onderbouwing van de in de uiting ter zake van Q-Omega, een gezondheidsproduct, gebruikte claims. De bevindingen in deze artikelen sluiten niet aan bij de in de uiting gebruikte claims. Dat inname van Q-10, in de hoeveelheid die in het product aanwezig is, bij gezonde mensen van 35 jaar en ouder leidt tot: “meer energie en uithoudingsvermogen”, is niet aangetoond. De mededeling “de extra toegevoegde 1000 mg Omega-3 vetzuren ondersteunen de ontwikkeling van de hersenen” en “dit verbetert uw geheugen en concentratievermogen”, is voor gezonde mensen van 35 jaar en ouder niet aangetoond. Één onderzoek met gezonde mensen is overgelegd waarin voorzichtige conclusies staan met betrekking tot een positieve invloed op cognitieve functies. Over de werking van alle ingrediënten van Q-Omega tezamen is geen informatie overgelegd. Gelet op het voorgaande heeft adverteerder naar het oordeel van de Commissie niet aannemelijk gemaakt dat Q-Omega de in de uiting gestelde werking heeft. Gelet hierop is de uiting misleidend. |
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |