a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2008/08.0427

Datum:

22-12-2008

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

Het betreft een televisiecommercial van Nutricia voor Nutrilon opvolgmelk. In de commercial is een moeder te zien die haar kind naar een kinderdagverblijf brengt. Een vrouwenstem zegt: “Nu mijn baby wat ouder is, ga ik weer werken. Maar hoe kan ik door­gaan met het ver­sterken van haar immuunsysteem als ik niet langer borstvoeding geef?” Een man zegt: “Nutrilon opvolgmelk is geïnspireerd door moedermelk en bevat immunofortis. Dat ver­sterkt het immuunsysteem van je baby op natuurlijke wijze. (…) Nutrilon met immuno­fortis. Geïnspireerd door moedermelk en wetenschappelijk bewe­zen.”

De klacht

De in de commercial geschetste situatie zal met name ouders van baby’s jonger dan zes maanden aanspreken, nu een situatie wordt getoond waarin een moeder haar kind voor het eerst naar een kinderdagverblijf brengt. De com­mercial lijkt daardoor, hoewel het kind­je in de reclame ouder is dan zes maanden, vooral gericht op ouders met kinderen die jonger zijn dan zes maanden. De ver­pak­king van de opvolgmelk is nagenoeg gelijk aan die van baby­voeding voor baby’s jonger dan zes maanden. Het is ingevolge de Warenwet verboden reclame te maken voor babyvoeding voor kinderen jonger dan vier maanden. In de com­mercial wordt verder gesuggereerd dat een moeder stopt met borst­voeding zodra ze weer gaat werken. Dit ondermijnt borstvoeding en is in strijd met een van de doelen van de zogenaamde WHO-code. Het is niet wetenschap­pelijk bewezen dat Nutrilon het immuunsysteem versterkt op dezelfde wijze als moedermelk dat doet.

Het verweer

Adverteerder voert een borstvoedingstimulerend beleid en conformeert zich daarbij aan de geldende regelgeving. Adverteerder maakt geen reclame voor volle­dige zuigelin­gen­voeding. Het aanprijzen van opvolgmelk is niet verboden. Uit de commercial en de ver­pak­king blijkt duidelijk dat het om opvolgmelk gaat. In de commer­cial wordt op geen en­kele wijze gesuggereerd dat de baby die in de commercial centraal staat jonger is dan zes maanden. Ook wordt niet gesuggereerd dat de moeder moet stoppen met het geven van borstvoeding als zij weer gaat werken. Ter zake de gezondheidsclaim dat de op­volg­melk van adver­teerder het immuunsysteem versterkt, heeft adverteerder een volledig we­tenschappelijk dossier voorgelegd aan de European Food Safety Authority (EFSA), dit overeenkomstig EG-veror­dening nr. 1924/2006.

De nadere toelichting van adverteerder

Adverteerder heeft, naar aanleiding van het verzoek van de Commissie om het weten­schappelijke dossier aangaande de in de commercial gebruikte gezond­heidsclaim over te leggen, meegedeeld dat inzage in dat stuk door de Commissie niet relevant is, omdat hij recht­matig gebruik maakt van de overgangsregeling die is bedoeld in artikel 28 lid 6 aanhef en onder b van EG-verordening nr. 1924/2006. Op grond van deze regeling is adverteerder gerech­tigd de onderhavige gezondheidsclaim te gebruiken zolang niet ne­gatief op de vergunnings­aan­vraag is beslist. In een vonnis van de rechtbank Amster­dam is beslist dat het niet evident is dat de EFSA negatief op de onderhavige vergun­nings­aanvraag zal beslissen.

Het oordeel van de Commissie

Tussen partijen is niet in geschil dat de baby die in de commercial centraal staat zichtbaar ouder is dan zes maanden. Het product dat in de commercial wordt aange­pre­zen, is ook uitslui­tend bedoeld voor kinderen die ouder zijn dan zes maanden. Op grond hiervan is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van een commercial die me­de is gericht op ouders met kinderen die jonger zijn dan zes maanden. Gelet hierop, en nu reclame voor opvolgmelk niet is verboden en niet is gebleken dat deze reclame in strijd is met de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007 respectievelijk artikel 13 van EG-verordening nr. 2006/141, dient de reclame toelaatbaar te worden geacht. Het feit dat er overeenkomsten bestaan tussen de ver­pakkingen van de babyvoeding die adver­teer­der voor de verschillende leeftijds­cate­go­rieën op de markt brengt, leidt niet tot een ander oordeel. Voorts kan naar het oordeel van de Commissie niet worden gezegd dat de commercial op enige wijze moeders zou stimuleren om te stoppen met borstvoeding.

Ten aanzien van de (gezondheids)claim dat Nutrilon het immuunsysteem van een baby versterkt, heeft adverteerder een beroep gedaan op de overgangsregeling van ar­tikel 28 lid 6 aanhef en onder b van EG-verordening nr. 1924/2006. Ingevolge deze be­paling mogen gezondheidsclaims die nog niet in een lidstaat zijn beoordeeld en zijn toe­ge­staan, verder worden gebruikt, mits voor 19 januari 2008 een aanvraag als bedoeld in die verordening wordt ingediend. Nu het tegendeel niet is gesteld of gebleken, gaat de Commissie ervan uit dat adverteerder tijdig de in deze bepaling bedoelde aanvraag heeft ingediend en dat daarop nog niet is beslist. Dit brengt mee dat op het moment dat de onder­havige com­mercial werd uitgezon­den het aan adverteerder was toegestaan de ge­zondheidsclaim te gebruiken. De Com­missie ziet geen aanleiding om het (eind)oordeel van de EFSA af te wach­ten aan­gaande de vraag of voldoende weten­schap­pelijk bewijs voor de claim bestaat. Ongeacht het ant­woord op deze vraag geldt dat ten tijde van het openbaar maken van de uiting (dit is het relevante toetsingsmoment) het gebruik van de claim aan ad­verteer­der was toegestaan. Ook in zoverre treft de klacht geen doel.

De beslissing


De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken