De bestreden reclamecampagne
Het betreft een campagne waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende reclame-uitingen:
1) een billboardposter waarop twee in pak geklede mannen zijn te zien waarbij de ene man deels op de schoot van de ander zit en beide mannen elkaar (lijken te gaan) zoenen;
2) een billboardposter waarbij een man in pak is te zien die zijn hand legt op de borst van het naakte bovenlichaam van een andere man.
De klacht
Deze wordt als volgt samengevat. De reclame-uitingen zijn bedoeld om te provoceren en te choqueren. Reclame maken hoeft niet ten koste van mensen (inclusief kinderen) te zijn die dit niet willen zien in het openbaar. Deze reclame hoort overdag niet zichtbaar te zijn omdat het aansluit bij het nachtleven waar deze reclame ook thuis hoort. Klaagster stelt dat Kijkwijzer moet worden toegepast.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter begrijpt dat de aanleiding voor het indienen van de onderhavige klacht specifiek is gelegen in het feit dat in de onderhavige uitingen twee mannen zijn te zien die blijkens hun pose homoseksueel zijn. De voorzitter oordeelt dat dit enkele gegeven onvoldoende is om de uitingen ontoelaatbaar te achten. Het afbeelden van personen op een wijze die hun (homo-) seksuele voorkeur toont, dient maatschappelijk aanvaardbaar te worden geacht, ook indien niet iedereen hierop prijs stelt. Discriminatie wegens seksuele voorkeur is niet toegestaan. Het voorgaande wordt niet anders doordat in de ene uiting de mannen elkaar lijken te gaan zoenen en in de andere uiting een man zijn hand op de blote borst van een andere man legt. Van een ontoelaatbare combinatie van bloot en erotiek is geen sprake, ongeacht de locatie waar de uiting is te zien en het publiek dat daarmee wordt geconfronteerd. Op utiingen als de onderhavige is Kijkwijzer overigens niet van toepassing. De klacht kan op grond van het voorgaande niet slagen.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.