De bestreden reclame-uiting
Het betreft een billboard van Easytoys voor zover daarop het volgende staat:
“volgende halte
uranus
Easytoys
#exploreuranus.”
Samenvatting van de klacht en de reactie op de zienswijze van het secretariaat
Klager acht de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen. Klager probeert zijn dochter allerlei normen en waarden bij te brengen. Ook als het gaat om voortplanting. Klager weet niet goed hoe hij een reclame als die van adverteerder moet uitleggen aan zijn dochter als ze daar vragen over stelt. Hij begrijpt niet dat adverteerder dit soort reclames in het openbaar mag plaatsen.
Klager vindt de vergelijking met de eerdere uitspraak van de Reclame Code Commissie (2021/00451), waar in de zienswijze van het secretariaat op is gewezen, ook niet opgaan. In deze uitspraak ging het om een product dat in een winkel verkrijgbaar was en waarvoor werd geadverteerd op een website. In die situatie heeft iemand de keuze om de advertentie te bekijken of niet. Die keuze heeft iemand niet in het geval van een poster bij een bushalte. Men zou het recht moeten hebben om dit soort advertenties te kunnen vermijden.
Het oordeel van de voorzitter
1. De voorzitter vat de klacht zo op dat de bestreden uiting volgens klager in strijd is met de goede smaak en fatsoen, mede omdat de uiting zichtbaar is op straat en het publiek zich daarmee niet aan de confrontatie met de uiting kan onttrekken. Bij de beantwoording van de vraag of de commercial in strijd is met (één van) deze criteria, stelt de voorzitter zich terughoudend op. Dit gelet op het subjectieve karakter daarvan. De voorzitter beslist als volgt.
2. Naar de huidige maatschappelijke opvattingen dient het op zichzelf genomen toelaatbaar te worden geacht dat reclame wordt gemaakt voor producten op het gebied van de seksualiteit, waaronder seksspeeltjes. Daarbij mag van de adverteerder wel terughoudendheid worden verwacht in de wijze waarop de producten worden aangeprezen. Naar het oordeel van de voorzitter doet adverteerder dit op voldoende ingetogen wijze. De voorzitter heeft in de overwegingen meegenomen dat de uiting zichtbaar is op straat, maar stelt hierbij ook vast dat in de uiting geen afbeeldingen van producten zichtbaar zijn noch wordt in de uiting het doel van de producten van adverteerder beschreven. Dat de uiting niet door iedereen wordt gewaardeerd, bijvoorbeeld omdat dit kan leiden tot vragen van kinderen over de uiting, is eveneens onvoldoende om te oordelen dat om die reden de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden en de vrijheid van meningsuiting moet worden beperkt. Nu de uiting toelaatbaar moet worden geacht, beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.