a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2010/00571

Datum:

07-09-2010

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Drukpers/tijdschriften

 

De bestreden uitingen

 

Het betreft de volgende situaties dan wel uitingen ten tijde van de huldiging op 13 juli 2010 van het Nederlandse voetbalelftal ter ere van het behalen van de tweede plaats bij het WK voetbal 2010:

 

1.

Op de boot waarmee de voetballers werden vervoerd, staan diverse kratten Heineken bier. Eén van de voetballers (Sneijder) laat bier uit zijn flesje spuiten;

 

2.

Tijdens de boottocht staan spelers met flesjes Heineken bier in de hand en met een grote pul Heineken bier;

 

3.

Gratis Pletterpetten (het ‘WK-gadget’ van Heineken) worden uitgedeeld;

 

4.

Promotieteams van Heineken deelden aan voorbijgangers vlaggen en t-shirts uit met de tekst “Bertje”. Deze vlaggen en t-shirts waren reeds eerder verstrekt op de zaterdag voor de finale. Tevens zijn badjassen en posters verstrekt;

 

5.

Fans zwaaien met de “Bertje”-vlaggen en dragen de t-shirts, Pletterpetten en hebben de vlaggen aan hun boten gehangen.

 

6.

Ook de voetballers gebruiken de “Bertje”-vlaggen.

 

 

7.

Op het huldigingspodium op het Museumplein is Heineken als sponsor afgebeeld op een wit doek achter de spelers. Door de spelers werd een grote pul Heineken bier gedeeld en omhoog gehouden;

 

8.

Aan de gevel van de ‘Heineken Experience’ op de Stadhouderskade hing een groot spandoek met de tekst: “Bertje! Het was geweldig”;

 

9.

In diverse dagbladen stond op 12 juli 2010 een advertentie met een afbeelding van een leeg Heineken bierglas en de tekst: “Bertje! Het was geweldig”;

 

10.

De huldiging is op televisie verschillende malen uitgezonden. Onder meer is op het NOS journaal van 20.00 uur te zien dat Wesley Sneijder zijn mond aan de grote Heineken pul met bier zet. Voorts worden andere spelers getoond met de bierpul;

 

11.

Wesley Sneijder en Raphael van der Vaart dragen een “Bertje!”-t-shirt.

 

De klacht

 

De klacht kan als volgt worden samengevat.

 

A.

Voor zover tijdens de huldiging verschillende malen grote pullen Heineken bier worden getoond, de spelers met flesjes Heineken in de hand staan en enkele kratten Heineken bier op de boot staan, zijn de uitingen in strijd met artikel 1 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA).

 

B.

Doordat de topvoetballers worden geassocieerd met alcohol, wordt de suggestie gewekt dat het drinken van alcohol op positieve wijze bijdraagt aan de sportprestaties. Aldus is sprake van strijd met artikel 6.4 RVA.

 

C.

Nu in de reclame-uitingen gebruik wordt gemaakt van voetbalhelden, zijn deze in strijd met artikel 10 RVA, waarbij in de toelichting is bepaald dat bij reclame voor alcohol geen gebruik mag worden gemaakt van tieneridolen.

 

D.

Uit bijlage 5b blijkt dat de genoemde Heineken gadgets zijn uitgedeeld aan minderjarigen. Het voorgaande is in strijd met de artikelen 11 en 13 RVA.

 

E.

Door tijdens een groot evenement, waarbij al veel alcohol wordt gedronken, op verschillende manieren reclame te maken voor bier, is sprake van ‘een extra risico’, hetgeen in strijd is met artikel 15 RVA.

 

F. 

Op de spelersboot zijn verschillende openbare aanprijzingen voor alcohol gevoerd. Een duidelijk leesbare waarschuwing tegen actieve verkeersdeelname na gebruik van alcohol werd echter niet getoond. Het voorgaande is in strijd met artikel 17 RVA.

 

G.

Klager verzoekt verweerder, in verband met de beoordeling of de artikelen 21 en 22 RVA zijn geschonden, om cijfers te overleggen van het aantal minderjarigen dat werd bereikt door de reclame voor alcohol tijdens de huldiging en door de uitzendingen op de televisie.

 

H.

Tijdens de huldiging is op verschillende manieren artikel 28 RVA geschonden: de voetballers hielden pullen en flesjes Heineken bier omhoog en zwaaiden met de “Bertje”-vlaggen. Van der Vaart en Sneijder droegen beiden een “Bertje” t-shirt (met het Heineken logo achterop)

 

Verweer

 

De klacht is gemotiveerd weersproken. Voor zover voor de beslissing van belang, wordt in het oordeel op het verweer ingegaan.

 

De mondelinge behandeling

 

Mr. Hoogenraad voornoemd licht het standpunt van verweerder aan de hand van haar pleitnota nader toe.

 

Het oordeel van de Commissie 

 

Met betrekking tot de verschillende door klager geuite bezwaren, oordeelt de Commissie als volgt.

 

Ad A (artikel 1 RVA)

De bezwaren zoals genoemd onder A betreffen verschillende situaties, waarin spelers bier uit een grote Heineken pul drinken dan wel op de spelersboot met flesjes bier in de hand staan en het feit dat er enkele kratten bier op de boot staan. Klager wijst in dit verband op een afbeelding uit de krant (bijlage 1) en op andere door haar overgelegde beelden (bijlagen 2 en 10).

 

Verweerder heeft doen betogen dat de dranken aan boord van de boot niet door haar zijn verzorgd, maar door de KNVB. Met betrekking tot de pul bier stelt verweerder dat deze weliswaar door haar is verstrekt, maar dat deze niet bestemd was om door één persoon te worden leeg gedronken, maar om door te geven, hetgeen ook gebeurde, zoals gebruikelijk bij het vieren van een gezamenlijk behaald succes. Zij stelt voorts, onderbouwd door fotomateriaal, dat niet slechts bier werd gedronken door de spelers maar bijvoorbeeld ook frisdrank.

Naar het oordeel van de Commissie heeft verweerder aldus – ook voor zover met het drinken uit de flesjes en de op de boot geplaatste kratten sprake is van reclame – geen overmatige of anderszins onverantwoorde consumptie van alcohol gestimuleerd, gesuggereerd dan wel getoond en is derhalve artikel 1 RVA niet geschonden.

 

Ad B (artikel 6.4 RVA)

De Commissie is van oordeel dat met het tonen van de bewuste spelers, die tijdens de huldiging ter ere van het behalen van de tweede plaats, een biertje drinken (al dan niet uit een pul die wordt doorgegeven) – los van de vraag of verweerder hiervoor verantwoordelijk is – niet wordt gesuggereerd dat consumptie van alcoholhoudende drank de sportprestatie positief wordt beïnvloed.

Gelet hierop dient de klacht op dit punt eveneens te worden afgewezen.

 

Ad C. (artikel 10 RVA)

Op grond van artikel 10 RVA mag reclame voor alcoholhoudende drank zich niet specifiek richten tot minderjarigen. Op grond van de toelichting bij dit artikel is het, voor zover van belang voor dit onderdeel van de klacht, onder meer verboden om in uitingen gebruik te maken van tieneridolen. Nog daargelaten dat verweerder in beginsel niet verantwoordelijk kan worden geacht voor het feit dat de voetballers tijdens de huldiging bier drinken, volgt de Commissie klager niet in zijn mening dat voetballers als tieneridolen dienen te worden beschouwd.

Ook op dit punt acht de Commissie de klacht derhalve ongegrond.

 

Ad D. (11 en 13 RVA)

Vast staat dat verweerder verantwoordelijk is voor het verstrekken van de gratis Heineken gadgets, zoals de vlaggen, de t-shirts en de ‘Pletterpetten’.

Verweerder heeft uitdrukkelijk betwist dat de genoemde gadgets zijn uitgedeeld aan minderjarigen. Verweerder stelt, onder verwijzing naar de door haar bij haar verweer gevoegde zogenoemde ‘Callsheets’, dat de desbetreffende promotieteams de strikte opdracht hebben gekregen om de gadgets niet aan minderjarigen te verstrekken en om ter plaatse aan volwassenen die kinderen bij zich hadden de instructie te geven om de gadgets niet aan de kinderen uit te delen. Op grond van het voorgaande acht de Commissie het op basis van klagers stelling, die overigens gebaseerd is op een door klager overgelegde foto van een kennelijk minderjarige jongen die zwaait met een oranje “Bertje”-vlag”, onvoldoende aannemelijk dat verweerder premiums heeft (doen) aanbieden aan personen die de wettelijke leeftijdsgrens voor het kopen van de betreffende alcoholhoudende drank nog niet hebben bereikt. Derhalve is naar het oordeel van de Commissie niet gebleken van schending van artikel 13 RVA.

 

Uit het voorgaande volgt dat de Commissie verweerder niet verantwoordelijk acht voor het feit dat de minderjarige jongen op de foto met de “Bertje”-vlag zwaait. Artikel 11 RVA, waarin onder meer is bepaald dat reclame voor alcoholhoudende drank geen personen mag tonen die jonger zijn of jonger lijken dan 25 jaar, is derhalve op deze situatie niet van toepassing.

 

Ad E (artikel 15 RVA)

De genoemde reclame-uitingen waarvoor verweerder verantwoordelijk kan worden geacht (de Heineken-gadgets) zijn niet van dien aard dat kan worden gezegd dat hiervan redelijkerwijs moet worden vermoed dat daardoor verstoring van de openbare orde en/of verstoring van het evenement in de hand wordt gewerkt. Van schending van artikel 15 RVA is derhalve geen sprake.

 

Ad F (artikel 17 RVA)

Dit onderdeel van de klacht betreft de stelling van klager dat op de boot aanprijzingen voor alcoholhoudende drank getoond worden, en dat ingevolge artikel 17 RVA daarom een duidelijk leesbare waarschuwing tegen actieve verkeersdeelname na gebruik van alcohol dient te worden getoond.

De Commissie is van oordeel dat, los van het feit dat verweerder, zoals gezegd, niet verantwoordelijk is voor het feit dat op de spelersboot bier wordt gedronken, geen sprake is van het tonen van een aanprijzing voor alcoholhoudende drank op een vervoermiddel zoals bedoeld in artikel 17 RVA. Hetzelfde geldt voor het feit dat op de boot met de “Bertje”-vlag wordt gezwaaid. Ook dit onderdeel van de klacht wordt derhalve afgewezen.

 

G. (artikel 21 en 22 RVA)

In verband met het door klager aangehaalde artikel 21 RVA, op grond van welke bepaling reclame voor alcoholhoudende drank in welke vorm dan ook geen publiek mag bereiken dat voor meer dan 25% bestaat uit minderjarigen, heeft verweerder aangevoerd dat zij onderzoek heeft verricht ten aanzien van de vorige inhuldiging in 1988 en dat is gebleken dat tijdens deze huldiging het publiek in ieder geval voor minder dan 25% uit minderjarigen bestond. Zij legt foto’s over van de inhuldiging van 1988, waarop het voorgaande te zien is. Voorts voert zij aan dat de bevolking van Nederland voor gemiddeld 83,5% uit volwassenen bestaat en voor 16,5% uit minderjarigen en stelt zij dat op het beeldmateriaal van de huldiging van 13 juli 2010 (waaronder de beelden door klager overgelegd) te zien is dat het merendeel van de aanwezigen meerderjarig was. Op grond van het voorgaande acht de Commissie het voldoende aannemelijk dat het publiek van het bewuste evenement niet voor meer dan 25% uit minderjarigen bestaat.

Nu verweerder niet verantwoordelijk kan worden geacht voor de nieuws-uitzendingen op televisie, waarvan klager beelden heeft overgelegd, is artikel 22 RVA, op grond waarvan reclame voor alcoholhoudende drank niet mag worden uitgezonden voor, tijdens of volgend op programma’s die volgens de kijkcijfers voor meer dan 25% worden bekeken door minderjarigen, niet van toepassing.

 

H. (artikel 28 RVA)

Verweerder heeft onweersproken gesteld dat het feit dat enkele spelers de “Bertje”-artikelen hebben gedragen, niet is verbonden aan een door haar geplande actie dan wel promotie. Gelet op het voorgaande kan niet worden geoordeeld dat verweerder ‘reclame voor alchoholhoudende drank’ heeft ‘gevoerd op een individuele sporter of sportploeg’, hetgeen, naar in dit verband van belang, is verboden op grond van artikel 28 RVA.

Evenmin wordt naar het oordeel van de Commissie met de tekst “Bertje (…)” op zichzelf het bedoelde artikel geschonden. Ook hiermee wordt immers geen reclame voor alcohol op een sporter of sportploeg gevoerd.

 

Gelet op het voorgaande oordeelt de Commissie als volgt.

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken