De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van Albert Heijn met een verhaallijn waarin tekenfilmfiguren in de vorm van actiehelden ervoor moeten zorgen dat “iedereen de superactie ziet”. Hierbij maken zij onder meer gebruik van werpsterren om producten aan te duiden waarop korting wordt gegeven, waarbij de werpster een kortingsster wordt.
Samenvatting van de klacht en de nadere toelichting door klager
Werpsterren zijn wapens in de zin van de Wet wapens en munitie, zoals de politie aan klager heeft bevestigd. Als daarmee wordt geworpen, is het geen kortingsster maar een wapen. Klager acht het ontoelaatbaar om wapens te gebruiken om levensmiddelen aan te prijzen. De reclame beïnvloedt zowel kinderen als volwassenen negatief. Zo kan de werpster een nieuwe toekomst krijgen.
Het oordeel van de voorzitter
De televisiecommercial is bedoeld om de aandacht te vestigen op een kortingsactie voor levensmiddelen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van getekende actiehelden die ervoor moeten zorgen dat klanten de kortingsartikelen zien. Deze ‘helden’ bedienen zich van werpsterren om dit doel te bereiken. Dat werpsterren een wapen in de zin van de Wet wapens en munitie zijn, brengt niet mee dat de reclame in strijd met deze wet is. De wet verbiedt immers het bezit maar niet het illustratieve gebruik in een televisiecommercial. Duidelijk is bovendien dat de werpsterren niet als wapen worden gebruikt, nu zij geen ander doel dienen dan de actiefiguren in staat te stellen te wijzen op kortingsartikelen. De voorzitter oordeelt dat dit in reclame toelaatbaar is en beslist dus als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.