De bestreden reclame-uiting
Het betreft de televisiecommercial van SMCO waarin door de voice-over wordt gezegd:
“Erfbelasting of schenkbelasting betaald? Vorder die vandaag nog terug bij het Europese Hof. Hoeft u zelf niet te doen, laat dat maar aan ons over. Kijk op ikwilmijngeldterug.nl. De laatste kans om uw erf- of schenkbelasting terug te krijgen. Doen!”
Deze tekst wordt begeleid door beelden van een kerkhof, waar de grond beweegt waaruit een arm tevoorschijn komt met bankbiljetten in de hand. Het geld wordt weggenomen en vervangen door een blauwe belastingenvelop. Vervolgens verandert de hand in een gebalde vuist.
De klacht
Klaagster vindt de commercial, die lijkt op een stukje uit een griezelfilm, “heel naar om naar te kijken”. De commercial getuigt van weinig goede smaak. Deze ‘horror’-reclame is niet geschikt om overdag – terwijl kinderen schoolvakantie hebben – uit te zenden.
Het verweer
Primair stelt SMCO zich op het standpunt dat klaagster niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De klacht is gericht tegen een commercial die niet meer op televisie wordt vertoond en ook niet meer zal worden vertoond omdat het acquisitietraject teneinde is, zodat klaagster geen belang (meer) heeft bij een uitspraak.
Subsidiair wordt aangevoerd dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard. Met de commercial heeft SMCO invulling gegeven aan haar in artikel 10 EVRM gewaarborgde fundamentele recht om inlichtingen te verstrekken. In casu ontbreekt iedere rechtvaardiging om dit recht aan restricties te onderwerpen.
Klaagster acht de uiting smakeloos en ongeschikt voor kinderen. Smakeloos is een volkomen subjectief begrip. Het feit dat in totaal slechts drie klachten tegen het filmpje zijn ontvangen, toont reeds aan dat het naar maatschappelijke opvattingen als toelaatbaar moet worden beschouwd. SMCO heeft veel positieve reacties gehad van mensen die de humor van het spotje konden inzien en het spotje een geslaagde visualisatie van het kernprobleem vinden.
SMCO stelt zich voorts op het standpunt dat het reclamefilmpje niet ongeschikt is voor kinderen. Dat een uit een graf naar boven komende arm als griezelig wordt ervaren, betekent niet dat het filmpje als ongeschikt moet worden aangemerkt. Op televisie worden overdag allerlei gewelddadige en griezelige series, programma’s en tekenfilms uitgezonden, die door kinderen kunnen en mogen worden bekeken. Bovendien is voor iedereen duidelijk dat in het filmpje sprake is van een niet bestaande situatie.
Het oordeel van de Commissie
Het verweer van SMCO dat klaagster niet ontvankelijk dient te worden verklaard, nu de televisiecommercial niet meer wordt of zal worden uitgezonden en klaagster dus geen belang heeft bij een uitspraak van de Commissie, houdt geen stand. De Commissie heeft tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC), en een ieder die van oordeel is dat een reclame in strijd is met de NRC kan daarover bij de Commissie een klacht indienen. Daarbij is niet van belang of de betreffende uiting ten tijde van het indienen en/of de behandeling van de klacht daartegen nog steeds openbaar wordt gemaakt.
De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de televisiecommercial, met name voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen waarop (ook) kinderen kunnen worden geacht televisie te kijken, in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht als bedoeld in artikel 2 NRC. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt, welk oordeel overigens niet afhankelijk is van het aantal tegen de uiting ontvangen klachten.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid acht de Commissie de onderhavige uiting, waarin een duidelijk onrealistische situatie is te zien, niet van dien aard dat de grenzen van wat in het licht van de NRC toelaatbaar moet worden geacht zijn over¬schreden. Dit oordeel geldt ook voor zover de commercial is uitgezonden op tijd¬stippen dat kinderen televisie kijken. De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen – door persoonlijke of andere omstandigheden – de commercial zal kunnen waarderen. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.