De bestreden reclame-uiting

Het betreft de televisiecommercial voor Promovendum verzekeringen.

In de commercial wordt door beeld en geluid de indruk gewekt dat twee kinderen auto’s besturen, geïrriteerd raken over elkaars rijgedrag en vervolgens met elkaar in botsing komen. Als de jongens uitstappen, blijkt dat de auto’s op een oprit van een huis staan.

Een voice-over zegt: “Een ongeluk kan iedereen overkomen. Maar stel nou dat er echt iets gebeurt. Dan bent u bij Promovendum goed verzekerd.”

De klacht

Klager acht de commercial, waarin twee kleuters beiden achter het stuur van een motorvoertuig (op eigen terrein) volwassenen nadoen, pedagogisch slecht gekozen. Klager hoopt dat de hoogopgeleiden een betere smaak hebben.

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft gebruik gemaakt van zijn be¬voegd¬heid de klacht direct af te wijzen. De voorzitter heeft daartoe overwogen dat de Commissie zich bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen terughoudend opstelt, gelet op het subjectieve karakter van die cri¬teria. Met inachtneming van deze terughoudend¬heid heeft de voorzitter geoordeeld dat de klacht de Com¬missie geen aan¬leiding zal geven tot het doen van een aanbeveling nu – kort gezegd – uit de televisiecommercial blijkt dat sprake is van een gefan¬taseerde situatie en kinderen die de televisiecommercial zien, hierin geen aan¬sporing zullen zien om zelf met een auto te rijden. Dat men bedenkingen kan hebben over het feit dat in de televisiecommercial de indruk wordt gewekt dat kin¬deren zelf een auto bestu¬ren en een aanrijding veroorzaken, is op zichzelf genomen verder onvol¬¬doen¬de reden om de commercial in strijd te achten met hetgeen naar de he¬den¬daagse maat¬schap¬pelijke opvattin¬gen aanvaard¬baar is, aldus de voorzitter.

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

Nu de voorzitter terughoudend is in zijn oordeel vanwege de subjectiviteit van de criteria, vraagt klager zich af op basis van welke criteria de afwijzing van de klacht is gedaan. De voorzitter stelt dat sprake is van een gefantaseerde situatie. Het leed is niet te overzien wanneer kinderen ook nog de contactsleutels gaan omdraaien. Uit een recente campagne van SIRE betreffende porno wordt gesteld hoe kinderen fictie en realiteit kunnen verwarren.

Klager meent dat in dit geval sprake is van “hellend-vlak-politiek waarbij normen en waarden blijkbaar geen principiële pijlers meer kennen”.

Het verweer

Adverteerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover nodig voor de beslissing wordt in het oordeel op het verweer ingegaan.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager de televisiecommercial in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Zoals reeds door de voorzitter is overwogen, stelt de Commissie zich bij toetsing van een reclame-uiting aan criteria als de goede smaak en/of het fatsoen terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. De Commissie beoordeelt of naar de huidige maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat.

Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat uit de televisiecommercial voldoende blijkt dat sprake is van spelende kinderen in een gefantaseerde situatie. In de commercial worden geen contactsleutels – in of buiten het contact – getoond. Met de voorzitter is de Commissie van oordeel dat kinderen door het zien van de commercial niet zullen worden aangezet tot het daadwerkelijk rijden met een auto.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.