De bestreden uiting
Het betreft een op YouTube geplaatst videoverslag van Mascha Feoktistova (een bekende vrouwelijke vlogger/YouTuber, hierna te noemen: Feoktistova) met de titel “Iets aan mijn gezicht laten doen” waarin onder meer is te zien dat zij cosmetisch arts Dr. Jani van Docter.Inc B.V. (hierna: Docters.Inc) bezoekt en een botoxbehandeling ondergaat. Het filmpje is te zien op www.youtube.com/watch?v=uQR7gmCzIQY waaronder is vermeld:
“de site van Dr. Jani: http://www.docters-inc.nl
Zijn Instagram: https://instagram.com/janivanloghem
Zoals ik in de video aangeef heb ik dit uiteindelijk cadeau gehad van Dr. Jani maar dit heeft verder geen invloed gehad op mijn mening en keuze 🙂
‘Kijk uit. Jezelf mooier maken kan lelijk uitpakken. Een geslaagde ingreep begint bij een goede arts.’ ……..
Als er beautyproducten voorkomen in mijn video’s dan is de kans groot dat ik ze toegestuurd heb gekregen van merken – als ik betaald ben om iets te laten zien staat het altijd in de beschrijving :)”
In het laatste deel van de video deelt Feoktistova mee: “ik ben zelf naar hem (‘dokter Jani’) toegegaan, ik zei Jani van alle mensen, als ik zoiets ooit zou doen dan zou ik het bij jou doen, hij is gewoon best-of-the-best, docters.inc is heel professioneel, hoe ze daar met je omgaan, ik ben er gewoon erg over te spreken. En ik wilde het mezelf cadeau doen maar ik heb het uiteindelijk van hem cadeau gehad, super lief maar was niet verder afgesproken. maar dit was gewoon mijn eigen initiatief om zoiets te doen”.
De klacht
Aan het begin van het filmpje zegt Mascha Feoktistova dat ze zichzelf plastische chirurgie cadeau geeft. Achteraf op minuut 40 van het filmpje blijkt dat zij het cadeau heeft gekregen van de dokter. Tijdens het editen wist ze al dat ze dit cadeau had gekregen maar toch heeft ze het fragment uit het begin er niet uit gehaald of er een notitie bij gezet. Veel mensen haken af na het eindresultaat en zullen nooit horen dat ze het uiteindelijk helemaal niet zelf heeft betaald. Onderaan de video staat het ook maar dit wordt door de meeste mensen niet bekeken. Aangezien haar publiek veelal uit kinderen bestaat vindt klaagster het zorgelijk dat er voor plastische chirurgie reclame wordt gemaakt en hier niet eerlijk wordt vermeld dat dit om sponsoring gaat. Er is geen sprake van “cadeau gekregen” als het gaat om een wederprestatie (een filmpje maken en Instagram en links delen). De klacht is gericht naar zowel Beautygloss die niet eerlijk is over de sponsoring, als de plastisch chirurg dr. Jani.
Het verweer
De uiting waar klaagster over klaagt, is uitsluitend op het YouTube-kanaal van Beautygloss B.V. te zien en gepubliceerd op 10 november 2016 met de titel “Iets aan mijn gezicht laten doen”. Daaronder staat een verwijzing naar de website van Doctors Inc. en de tekst dat zij, Mascha Feoktistova, de behandeling uiteindelijk cadeau heeft gekregen. Aan het einde van de video vertelt zij eveneens dat zij de behandeling cadeau heeft gekregen van Doctors Inc. De video geeft in chronologische volgorde weer wat er is gebeurd. Mascha wilde zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid blijven, heeft zelf besloten de behandelingen te ondergaan en deze zelf te financieren en wilde zo open en transparant mogelijk zijn over de behandelingen. Pas achteraf bleek dat zij de behandelingen niet hoefde te betalen. De video is een correcte weergave van de feiten en bovendien is zowel in de video als daaronder een duidelijke vermelding gemaakt van de relevante relatie en zelfs de wijze van vergoeding.
Voor zover de klacht richt zich tot de Kinder- en Jeugdreclame Code (KJC), is deze niet van toepassing omdat de uiting geenszins is gericht tot kinderen en minderjarigen. Minderjarigen zijn niet de doelgroep van verweerders. Daarnaast begint de video met de uitgebreide mededeling dat kinderen niet aan deze behandelingen zouden moeten beginnen en er pas op latere leeftijd over na mogen denken. Bovendien wordt conform de gedragscode Nederlandse Vereniging Cosmetische Geneeskunde (NVCG) de waarschuwing geplaatst: “Kijk uit. Jezelf mooier maken kan lelijk uitpakken. Een geslaagde ingreep begint bij een goede arts”. Voor zover de KJC wel van toepassing zou zij, voldoet de video en de bijbehorende uitingen aan deze code.
Op grond van de Reclamecode Social Media (RSM) is er sprake van een adverteerder wanneer deze de verspreider stimuleert tot het maken en/of openbaar maken van reclame via social media of door zelf reclame te plaatsen op social media. Hiervan is geen sprake. De video werd al door Beautygloss geproduceerd en zou al door haar verspreid worden. Dat zij de behandelingen om niet heeft verkregen heeft niets aan de situatie veranderd en de video is hierdoor niet gewijzigd, behalve de toevoeging dat ze het cadeau heeft gekregen. Doctors Inc. heeft de video bovendien niet zelf verspreid. Er is geen sprake van een relevante relatie omdat de relatie nooit gericht is geweest op het verspreiden van reclame via social media. Er is weliswaar sprake geweest van ‘enig voordeel’ maar enkel het bestaan van dat voordeel maakt nog niet dat er sprake is van een relevante relatie. In de toelichting wordt bovendien vermeld dat de relevante relatie pas voor het publiek kenbaar moet zijn, wanneer het genoten voordeel de geloofwaardigheid van de uiting beïnvloedt. Van deze beïnvloeding kan geen sprake zijn, omdat Beautygloss vooraf niet wist dat zij de behandelingen cadeau zou krijgen. Ook hier is weer van belang dat de video nooit bedoeld is geweest als reclame, maar enkel als informatieve video over de behandelingen.
Voor zover er naar de mening van de Commissie wel gesproken kan worden van reclame via Social Media en van een adverteerder, verspreider en relevante relatie, is deze uiting conform de RSM vormgegeven omdat zowel in de video als daaronder duidelijk wordt vermeld welke partij de behandelingen heeft uitgevoerd en wordt vermeld dat Beautygloss er niet voor heeft hoeven te betalen. Daarmee is zowel de reclame als de relevante relatie voldoende duidelijk gemaakt. Volgens de toelichting in de RSM is het voldoende om aan het einde van een blogpost, derhalve ook aan het einde van een video, melding te maken van de reclame en de relevantie relatie. Derhalve kan het deel van de klacht, betreffende het aan het einde van de video vermelden van het voordeel, niet slagen. Het moment van vermelden doet immers niet ter zake.
Mondelinge behandeling
Het standpunt van verweerders is gehandhaafd en nader toegelicht.
Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat klaagsters bezwaar aldus op dat volgens haar niet of onvoldoende uit de bestreden uiting, te weten een videoverslag op het YouTube-kanaal van Beautygloss, blijkt dat sprake is van reclame en dat klaagster dit met name van belang acht nu het reclame voor plastische chirurgie betreft en het publiek veelal uit kinderen bestaat.
2. In de eerste plaats dient de vraag beantwoord te worden of de bestreden uiting reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en de Reclamecode Social Media (RSM) betreft, nu dit door verweerders wordt bestreden. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende. In de NRC is in artikel 11 de verplichting opgenomen dat reclame als zodanig herkenbaar dient te zijn. De Reclamecode Social Media (RSM) maakt onderdeel uit van de NRC en beoogt transparantie in social media te bevorderen door de relatie tussen adverteerder en degene die de reclame-uiting verspreidt openbaar te maken om de geadresseerde (consument) in staat te stellen de reclame-uiting juist te duiden. In het betreffende videoverslag zijn, voor zover hier van belang, de voorbereiding op en de uitvoering en effecten van de botoxbehandelingen door de betreffende dokter Jani van Doctors Inc. uitvoerig en gedetailleerd besproken op een wijze die kan worden aangemerkt als een aanprijzing van de diensten van Doctors Inc. De Commissie wijst in dit verband op de volgende mededelingen: “hij is gewoon best-of-the-best, Docters Inc. is heel professioneel, hoe ze daar met je omgaan, ik ben er gewoon erg over te spreken.”
3. De vlogs van Beautygloss zijn geschikt om een groot publiek te bereiken mede gelet op het feit dat het YouTube-kanaal Beautygloss ruim 500.000 abonnees/volgers heeft en de betreffende uiting, zoals onder meer blijkt uit het verweer, in november 2016 in ieder geval 370.843 keer is bekeken. De video heeft om die reden commerciële waarde voor Doctors Inc. en is geschikt om de verkoop van haar diensten te bevorderen. Aldus kan de uiting naar het oordeel van de Commissie aangemerkt worden als aanprijzing van de betreffende behandelingen en daardoor als een reclame-uiting in de zin van de NRC en RSM.
4. In de tweede plaats hebben verweerders aangevoerd dat geen sprake is van een Relevante Relatie in de zin van de Reclamecode Social Media omdat de video al door Beautygloss geproduceerd en verspreid zou worden, onafhankelijk van het al dan niet om niet verkrijgen van de behandelingen. Daarnaast stellen verweerders dat de relatie met Doctors Inc. nooit gericht is geweest op het verspreiden van reclame via social media. De Commissie oordeelt dat het geen doorslaggevend aspect is of een adverteerder zelf de inhoud van een reclame-uiting heeft bepaald of beïnvloed. Wel dient in enige mate de uiting door de adverteerder te zijn gestimuleerd. Dat is hier het geval, zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen. Dat Doctors Inc. er niet voor heeft gekozen om dit op haar eigen website te plaatsen doet daaraan overigens niets af. De Commissie is dan ook van oordeel dat sprake is van een Relevante Relatie in de zin van de RSM.
5. Niet ter discussie staat dat Beautygloss de in de uiting besproken en in beeld gebrachte behandelingen van Doctors Inc. om niet heeft verkregen van Doctors Inc. Op grond van artikel 3 RSM dient in de uiting uitdrukkelijk te worden vermeld indien een verspreider (Beautygloss) een vergoeding in geld of natura heeft ontvangen van een adverteerder, te weten degene die een verspreider aldus stimuleert tot het maken van reclame via social media. Hieraan kan in ieder geval worden voldaan indien de inhoud en aard van de Relevante Relatie duidelijk en op toegankelijke wijze geopenbaard wordt. De RSM doet suggesties maar schrijft daarvoor niet één bepaalde wijze voor. Naar het oordeel van de Commissie is in het onderhavige geval, gelet op de verplichtingen die thans in de RSM zijn beschreven, voldaan aan dit vereiste door zowel in tekst onder de uiting als in de uiting zelf uitdrukkelijk op te nemen dat de verspreider de betreffende diensten om niet heeft ontvangen.
6. Voor zover klaagster zou verwijzen naar de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC) is de Commissie van oordeel – mede gelet op de inhoud van de uiting – dat verweerders voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de onderhavige uiting niet specifiek is gericht tot kinderen en acht de KJC niet van toepassing.
7. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing
Op grond van het bovenstaande wordt de klacht afgewezen.