De bestreden uiting
Het betreft een billboard langs de A15, ter hoogte van Sliedrecht.
In de linker bovenhoek staat:
“STICHTING
VACCINVRIJ”, met bijbehorend logo.
Daaronder staat, bij de foto van een baby met ontbloot rechterarmpje, met links daarvan een injectienaald die richting het armpje wordt gebracht, terwijl de baby daarnaar kijkt:
“WEET U WAT U IN LAAT SPUITEN?
WEET U WAT DE RISICO’S ZIJN?
Informeer uzelf – Vaccinatieschade bestaat!”
Onderaan de uiting staat:
“www.stichtingvaccinvrij.nl
De klacht
Klaagster vindt “het doel” van de onderhavige uiting in strijd met “het belang van de volksgezondheid”, de waarheid en het algemeen belang.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Het onderhavige billboard is, via de Facebookgroep van de stichting Vaccinvrij, gefinancierd door ouders van kinderen met vaccinatieschade.
Over de verschillende tekstonderdelen van de uiting merkt Vaccinvrij onder meer het volgende op.
1. “Weet u wat u in laat spuiten?”
Volgens de door de fabrikant bijgeleverde bijsluiters bevatten vaccins:
– gemanipuleerde ziekteverwekkers (van tot 7 verschillende infectieziektes op één prikmoment);
– chemische stoffen waaronder formaldehyde en polysorbaat-80 (kankerverwekkend);
– aluminiumverbindingen (toxisch voor de hersenen), en
– vervuilingen afkomstig van het kweekmedium (onder andere apennieren, kippenembryo’s en cellijnen van geaborteerde menselijke foetussen).
Volgens andere wetenschappelijke bronnen bevatten vaccins:
– vervuilingen afkomstig uit het milieu bijvoorbeeld glyfosaat (onkruidverdelger) of van de spuiten waarmee vaccins worden geïnjecteerd: bisphenol A bevattende epoxylijm (hormoon-verstorende stof), aldus Vaccinvrij.
Vaccinvrij verwijst naar de bij het verweer overgelegde Bijlage 1. Aan de bovenzijde daarvan is vermeld:
“Onderstaande lijst is een overzicht van de gemanipuleerde ziekteverwekkers, synthetische hulpstoffen en vervuilingen die volgens de fabrikant in vaccins zitten. Naar alle waarschijnlijkheid is deze lijst niet volledig”.
De inhoudsstoffen op bovenbedoelde lijst zijn overgenomen van de Nederlandse bijsluiters, aldus Vaccinvrij.
Verder wijst Vaccinvrij op het volgende.
Op de website van Vaccinvrij staat op de homepagina een item met de vraag: “Zijn vaccins veilig?” (https://stichtingvaccinvrij.nl/zijn-vaccins-veilig/). Verder kan men via de menubalk de pagina ‘Wetenschap’ vinden (https://stichtingvaccinvrij.nl/wetenschap/). Hier zijn de vragen en zorgen van goed geïnformeerde ouders beschreven, aldus Vaccinvrij, waaronder het ontbreken van veiligheidsnormen, en van wetenschappelijk bewijs dat het veilig is om de betreffende stoffen bij baby’s en zwangere vrouwen in te spuiten.
2. Weet u wet de risico’s zijn?
In bijlage 1 bij het verweer staan links naar de bijsluiters van de vaccins die op dit moment toegediend worden volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Op elke bijsluiter staan lijsten met gemelde bijwerkingen. Daarnaast worden bijwerkingen bijgehouden door bijwerkingencentrum LAREB.nI (nationaal), en door VigiAcces.org (internationaal). Op de website van Vaccinvrij delen ouders verhalen over bijwerkingen (https://stichtingvaccijnvrij.nl/ouderolatform/vaccinreacties-en-vaccinatieschade/) en in de Facebookgroep van Vaccinvrij gebeurt dat bijna dagelijks. Een steeds terugkomende klacht is dat ouders niet goed voorgelicht zijn en niet tevreden zijn over de wijze waarop met hun melding wordt omgegaan.
De meeste genoemde bijwerkingen zijn, aldus Vaccinvrij:
Hoge koorts, koortsstuipen
Bewustzijnsverlies, collaps
Hersenvliesontsteking
Schril, ontroostbaar hersenhuilen
Epileptische aanvallen
Slaapstoornissen
Gedragsverandering
Verandering prikkelgevoeligheid
ALTE (levensbedreigende aanval)
Abces op de plaats van injectie
Huiduitslag, eczeem, allergie
Chronische verminderde weerstand
Oog-, en gehoorafwijkingen
Regressie of verlies van taalvaardigheden
Regressie of verlies van motorische vaardigheden”.
3. Informeer uzelf – vaccinatieschade bestaat!
Vaccinvrij verwijst naar Bijlage 2 bij het verweer, een verhaal van (naam) dat met toestemming van de auteur als voorbeeld mag dienen van vaccinatieschade, aldus Vaccinvrij. De aanhef van het betreffende stuk luidt:
“Vaccinatieschade is geen mythe – zeven jaar leven met een aandoening die veroorzaakt is door BMR”.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van Vaccinvrij is nader toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1.
In aansluiting op het schriftelijke verweer heeft Vaccinvrij ter zitting primair het verweer gevoerd dat de bestreden uiting geen reclame-uiting is in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en dat klaagster om die reden niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar klacht. Vaccinvrij heeft hiertoe -samengevat- het volgende aangevoerd.
Vaccinvrij is “een stichting die als doel heeft de Nederlandse bevolking te waarschuwen voor de gevaren van vaccineren”. Dit doet zij uit puur ideële motieven, zonder winstbejag en met medewerking van mensen die hun werk onbezoldigd doen.
Een “reclame-uiting” in de zin van artikel 1 NRC moet worden gedaan in het belang van (‘ten behoeve van’ ) de adverteerder, aldus Vaccinvrij. Haar ideeën draagt Vaccinvrij niet uit ‘ten behoeve van zichzelf’. Reeds daarom is er geen sprake van een reclame-uiting, aldus Vaccinvrij.
Verder is de uiting geen reclame-uiting, omdat daarin geen ideeën worden aangeprezen. Door middel van de bestreden uiting worden mensen slechts opgeroepen om zich te verdiepen in de vraag welke stoffen er in vaccins zitten, zo meent Vaccinvrij.
De Commissie oordeelt hierover als volgt.
De bestreden uiting moet worden aangemerkt als een openbare aanprijzing van een denkbeeld door een adverteerder en daarmee als reclame als bedoeld in artikel 1 NRC. De Commissie overweegt daartoe het volgende.
De uiting houdt een aanprijzing in (in het openbaar) van het denkbeeld dat men er goed aan doet zich te informeren over de inhoud van vaccins en “DE RISICO’S” van vaccineren. In dit verband stelt Vaccinvrij: “Vaccinatieschade bestaat!”
Voornoemd denkbeeld wordt aangeprezen door de stichting Vaccinvrij, die moet worden aangemerkt als “adverteerder” als bedoeld in artikel 1 NRC, namelijk, in dit geval, “een organisatie (…) niet zijnde een consument”.
Het verweer dat Vaccinvrij haar ideeën niet ‘ten behoeve van zichzelf’ uitdraagt, is niet relevant, nu er in dit geval sprake is van een aanprijzing “door een adverteerder” en niet “ten behoeve van” een adverteerder als bedoeld in artikel 1 NRC.
2.
Ter zitting heeft Vaccinvrij subsidiair een nadere toelichting gegeven van haar standpunt dat er inhoudelijk niets op de uiting valt aan te merken. Daarbij heeft zij zich beroepen op het recht van vrijheid van meningsuiting, op grond waarvan “we mogen zeggen wat we van bepaalde dingen, zoals vaccinaties, vinden”, aldus Vaccinvrij. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
Het staat Vaccinvrij vrij om door middel van reclame, uiting te geven aan haar standpunten over vaccineren, maar de wijze waarop dat in dit geval is gebeurd, acht de Commissie niet geheel in overeenstemming met de NRC. Zij overweegt daartoe het volgende.
De in de uiting gestelde vragen “WEET U WAT U IN LAAT SPUITEN?” en “WEET U WAT DE RISICO’S ZIJN?” verwijzen, zo zal de gemiddelde consument het begrijpen, naar informatie die men zou kunnen hebben of vergaren over de samenstelling van vaccins en eventuele bijwerkingen daarvan. Deze verwijzing acht de Commissie niet ontoelaatbaar.
In de mededeling “Informeer uzelf – vaccinatieschade bestaat!” ligt echter de suggestie besloten dat vaststaat dat vaccinatieschade bestaat en dit heeft Vaccinvrij niet aannemelijk gemaakt. Bij verweer heeft Vaccinvrij wat betreft deze volzin van de uiting volstaan met een verwijzing naar het in Bijlage 2 bij het verweer opgenomen verhaal, getiteld “Vaccinatieschade is geen mythe – zeven jaar leven met een aandoening die veroorzaakt is door BMR”, als “voorbeeld” van “vaccinatieschade”. Ter zitting heeft Vaccinvrij hieraan toegevoegd dat vaccins stoffen bevatten die “volgens veel onafhankelijk onderzoek ernstige schade kunnen veroorzaken” en “vervuilingen -dierlijk en menselijk DNA & RNA afkomstig van het productieproces van vaccins, waar onafhankelijke wetenschap ons voor waarschuwt”.
In antwoord op de vraag van de voorzitter van de Commissie ter zitting, of er wetenschappelijk onderzoek is waaruit blijkt dat vaccinatieschade bestaat, heeft Vaccinvrij meegedeeld dat het lastig is om deze schade aan te tonen en dat hiervoor een vergelijking zou moeten plaatsvinden met een groep ongevaccineerden. Verder heeft Vaccinvrij, gevraagd naar een toelichting op de mededeling in (het verhaal in) Bijlage 2 over autistisch gedrag na vaccinatie: “er is genoeg wetenschappelijk onderzoek dat dit onderbouwt”, geen desbetreffend concreet wetenschappelijk onderzoek genoemd.
Nu Vaccinvrij de juistheid van de mededeling “vaccinatieschade bestaat!” niet aannemelijk heeft gemaakt, wordt in de bestreden uiting in zoverre zonder te rechtvaardigen redenen geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.
Nu er sprake is van reclame voor denkbeelden, zal de Commissie een vrijblijvend advies geven als bedoeld in artikel 18 lid 2 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 6 NRC en adviseert verweerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.