De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
1.
Een uiting op https://tibas-openhaarden.nl/aktie-tulikivi-airjekt-fijnstofvrij-houtstoken/.
Daarin staat onder de aanhef:
“Tulikivi aktie I Karelia + Airjekt
voor fijnstofvrij hout stoken” onder meer:
“Fijnstofvrij houtstoken? Dat kan!
Het is mogelijk fijnstofvrij hout te stoken met een Tulikivi Senso speksteenkachel en elektrostatische Airjekt fijnstofafscheider van Kutzner+Weber. Wanneer u droog hout stookt én het vuur op de juiste manier aanmaakt, kunt u genieten van de hernieuwbare houtenergie en de zalige stralingswarmte van de speksteenkachel.
(…)
Het kleine beetje fijnstof dat de speksteenkachel produceert, wordt afgezet tegen de binnenwand van het rookkanaal. Bij het schoorsteenvegen wordt dit eenvoudig als roet verwijderd.
Het Duitse Kutzner+Weber is marktleider in industriële en huishoudelijke fijnstof afscheiding. De Airjekt technologie wordt reeds sinds 2006 industrieel toegepast. Fijnstofvrij hout stoken kan verwarmingskosten sparen en het klimaat helpen redden, zonder onze luchtkwaliteit te bedreigen”.
2.
Een video, te vinden op http://www.youtube.com/watch?v=GBQnlh8Lzd4.
Bij aanvang van de video is te lezen: “FIJNSTOFVRIJ HOUTSTOKEN KAN!” en gedurende de gehele duur van de video staat rechtsboven in beeld: “fijnstofvrij.com” en “DUTRY”.
In de video zegt een man (en wel degene die verweerder sub 2 ter zitting van Commissie heeft vertegenwoordigd):
“Hallo, ik wil u graag vertellen hoe we houtstoken fijnstofvrij hebben gemaakt. Deze speksteenkachel van Tulikivi produceert al uiterst weinig fijnstof. Ze regelt ook automatisch de luchtaanvoer, zodat het vuur altijd genoeg zuurstof heeft. Het kleine beetje fijnstof dat dan nog in de schoorsteen terechtkomt, wordt verwijderd door onze fijnstofafscheider. Dankzij zijn elektrode wordt het fijnstof elektrostatisch opgeladen en gaat het tegen de wand van de schoorsteen kleven. Bij het schoorsteenvegen, wordt het eenvoudig als roet verwijderd.
Wanneer u zelf dan ook droog hout stookt en het vuur langs boven ontsteekt, ligt de uitstoot van fijnstof gegarandeerd lager dan de detectiegrens van de officiële laboratoria.
Als eerste leverancier van biomassatoestellen bieden wij bij elke aankoop van een Tulikivi speksteenkachel een gratis fijnstofafscheider aan tot eind oktober.
Houtblokken zijn natuurlijke batterijen vol zonne-energie, 10% hernieuwbaar en CO2-neutraal. Zo kunnen we het klimaat helpen redden voor de toekomst van onze kinderen en zonder de luchtkwaliteit te bedreigen. Laat ons samen gaan voor fijnstofvrij houtstoken”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
De claim dat er fijnstofvrij hout gestookt kan worden met de in deze uitingen aangeprezen speksteenkachel met elektrostatische fijnstof afscheider is wetenschappelijk bewezen onjuist en geeft de klant een verkeerd beeld. Klager voert hiertoe het volgende aan.
Het is onmogelijk om fijnstofvrij hout te stoken en om 100% van de fijnstof (en ultrafijnstof) met een elektrostatische afscheider af te vangen. Fijnstofvrij zou betekenen dat er geen fijnstof deeltjes vrijkomen uit de schoorsteen en dat is onmogelijk. Verder heeft een elektrostatische fijnstofafscheider een praktisch rendement dat altijd kleiner zal zijn dan 100%, waardoor altijd een gedeelte fijnstof en zeker ultrafijnstof de schoorsteen zal verlaten. Bovendien is de efficiëntie voor het afvangen van ultrafijnstof deeltjes beperkt in verband met de zeer kleine diameter van deze deeltjes, waardoor ze slecht geladen worden in het elektrische veld.
De reactie van verweerder sub 1
De reactie van verweerder sub 1 wordt als volgt samengevat.
Verweerder, een erkend verdeler van de Tulikivi speksteenkachel en de Kutzner+Weber fijnstofafscheiders, heeft met verbazing kennis genomen van de klacht. Een potentiële oplossing in de “fijnstof uitstoot discussie” zou door alle partijen omarmd moeten worden, aldus verweerder.
De bestreden reclame is afkomstig van de leverancier van verweerder en is onderdeel van diens reclamecampagne. De verdere communicatie naar aanleiding van de onderhavige klacht zal dan ook gevoerd worden door degenen die het Belgische bedrijf Dutry & Co vertegenwoordigen.
De reactie van verweerder sub 2
De reactie van verweerder sub 2 wordt als volgt samengevat.
Verweerder sub 2 is de importeur voor de Benelux van de Tulikivi speksteenkachels en de Kutzner+Weber fijnstofafscheiders, waarover “de advertentie” gaat. Verweerder sub 2 is ook verantwoordelijk voor de opmaak van de basisteksten van de bij het verweer gevoegde flyer “Fijnstofvrij Houtstoken” en het webadres www.fijnstofvrijcom, die als basis dienden voor de “advertentie”. Verder is verweerder sub 2 verantwoordelijk voor de in de klacht bestreden video “Fijnstofvrij houtstoken”.
In voornoemde flyer en op voornoemde website www.fijnstofvrij.com staat een duidelijke definiëring van “Fijnstofvrij Houtstoken” :
“FIJNSTOFVRIJ HOUT STOKEN KAN ?
Laat ons duidelijk zijn, niemand is fijnstofvrij. Het meeste huisstof is bv. afkomstig van onze huid. Meer dan 20% van het fijnstof dat in de lucht gemeten wordt, is zeezout en opwaaiend stof. Zelfs elektrische wagens produceren fijnstof door slijtage aan de banden. Daarenboven, “alcoholvrij” bier mag in België 0,5 % alcohol bevatten, in Nederland 0,1 %. Volgens Europese normen mag in een “suikervrij” product niet meer dan 0,5 g suíker per 100 g of 100 ml zitten. Met “fìjnstofvrij” bedoelen we hier dat de uitstoot van fijnstof lager ligt dan de detectiegrens bij officiële laboratoria, honderden malen kleiner is dan bij verouderde houtkachels en daarenboven voor bijna 100% bestaat uit volledig verbrande, onschadelijke asdeeltjes. Deze prestatie is de benaming “fijnstofvrij” meer dan waard”.
In advertenties wordt bijvoorbeeld ook gesproken over “glutenvrij”, “lactosevrij”, “vrij van bewaarmiddelen”. In al deze gevallen is duidelijk dat “vrij” niet duidt op een 100,0000 % vrij zijn van suiker e.d.. In sommige gevallen is het gebruik van deze uitdrukkingen wettelijk vastgelegd op een maximum percentage, in andere niet. Het kernwoord “vrij” duidt dus in al deze gebruikelijke gevallen niet op een totale, absolute afwezigheid, maar wel op een zeer kleine, verwaarloosbare aanwezigheid, evenals het geval is met de resterende uitstoot aan fijnstof. Het is aan de Commissie om te oordelen of deze kernboodschap strookt met de realiteit.
Fijnstof emissies meten in het laboratorium is niet eenvoudig. Binnen de officiële EN testen wordt een klein deel van de rookgassen uit het rookkanaal gezogen en door een filter geleid. De gewichtstoename van die filter geeft een indicatie van de hoeveelheid fijnstof in de rookgassen. Dit gebeurt met een vrij grote foutenmarge. Wanneer men in het (in een grafiek) in het verweer opgenomen voorbeeld 175 mg/Nm3 fijnstof meet, dan bedraagt de door de EN toegestane foutenmarge 75 mg/Nm3.
Helemaal moeilijk wordt het om echt lage fijnstof emissies te meten. Er zal nog steeds een “resultaat” op het testrapport staan, maar de foutenmarge op dat resultaat wordt groter dan het resultaat zelf. Meet men bijvoorbeeld 5mg/Nm3 fijnstof, dan is dit in feite 5mg/Nm3 fijnstof +/-10mg/Nm3 fijnstof. Het is redelijk absurd om hier nog van enige meetbare fijnstof emissie te spreken, aldus het verweer.
Er zijn mogelijk geavanceerde meettoestellen beschikbaar die nog meer nauwgezet de fijnstof emissies kunnen meten, maar deze worden niet in de erkende laboratoria gebruikt waar fabrikanten van houtgestookte toestellen conform de EN normen hun toestellen moeten laten testen.
Algemeen kan worden gesteld dat de fijnstof emissies bij houtgestookte toestellen die lager liggen dan 10 mg/Nm3 niet meer meetbaar of detecteerbaar zijn. Overeenkomstig voorgaande definiëring van “fijnstofvrij houtstoken” dient de fijnstof emissie dus lager te liggen dan 10 mg/Nm3 om zo verwaarloosbaar klein te zijn dat ze gebruik van het woord “fijnstofvrij” valideert.
In de onderhavige campagne wordt niet gesuggereerd dat fijnstofvrij hout stoken eenvoudig is.
Fijnstofvrij hout stoken wordt gedefinieerd als een combinatie van
– Een massieve Tulikivi speksteenkachel
– + droog hout of pellets, correct gestookt
– + de luchtregeling Senso
– + de Airjekt fijnstof afscheider van Kutzner + Weber.
De massieve speksteenkachel behoort tot de best scorende hout- en pelletkachels, getest volgens de zeer realistische norm EN 15250.
Bij gebruik van een echt droge brandstof in combinatie met de zeer geavanceerde automatische luchtregeling Senso, kan worden gegarandeerd dat de volgens de EN 15250 verkregen fijnstof emissies ook in real-life behaald zullen worden.
Een voorbeeld van deze emissies betreft het toestel KOLI, dat in Nederland vrij populair is. Conform de EN norm geeft dit toestel een fijnstof emissie van gemiddeld 30 mg/Nm3, zowel met brandhout als met pellets. Grover stof, fijnstof en ultrafijn stof werden hier gezamenlijk opgemeten.
Om beneden de hierboven besproken detectiegrens van 10 mg/Nm3 te komen, dient de fijnstofafscheider minimaal 75% van het resterende fijnstof af te scheiden (30 mg/Nm3 x 0,75 = 10mg/Nm3).
Verwezen wordt naar diverse voorbeelden van laboratoriumanalyses die het effect van de Airjekt fijnstofscheider van Kutzner+Weber weergeven, aldus het verweer.
Uit de zogenaamde WöhlerTest blijkt een resultaat van minimaal 97% fijnstof afscheiding door de Airjekt.
Het percentage fijnstof dat door de Airjekt wordt afgezet op de schoorsteenwand hangt af van de lengte van de schoorsteen na de fijnstofafscheider, zoals te zien is op de in het verweer opgenomen grafiek onder het kopje “FrauenhoferTest”.
Blijkens een in het verweer opgenomen grafiek uit het laboratorium van de fabrikant Kutzner+Weber zelf varieert het verkregen percentage fijnstof afscheiding van 86 tot 94%.
Verweerders denken met het bovenstaande afdoende bewezen te hebben dat de Airjekt fijnstof afscheider een afscheidingspercentage van meer dan 75% ruimschoots haalt, omdat de meeste bekomen waarden 90% bedragen in zoverre de schoorsteenlengte voldoende is. In de installatievoorschriften van een Tulikivi speksteenkachel wordt een minimale schoorsteenlengte van 5 meter vereist, waarbij wordt opgemerkt dat een schoorsteenlengte kleiner dan 4 meter slechts in bungalows zonder verdieping voorkomt.
De fijnstof emissies van het hierboven genoemde KOLI model van 30 mg/Nm3 zal worden gereduceerd tot ongeveer 3 mg/Nm3, ruimschoots onder de detectiegrens van 10 mg/Nm3. Gelet hierop kan zeker worden onderbouwd dat bovenbedoelde combinatie van technieken en toestellen “fijnstof emissies beneden de detectiegrenzen van officiële laboratoria” opleveren.
Verder is ook eenvoudig aan te tonen dat de hier bekomen emissies veel lager liggen dan normaal, net zoals alcoholvrij bier veel minder alcohol bevat dan gewoon bier. De real-life fijnstof emissies van houtkachels worden, voor de moderne toestellen die voldoen aan de strenge wetgeving in België (het zogenaamde KB 2010 Fase lll), ingeschat overeenkomstig het in het verweer opgenomen schema, met emissies “PM 10 mg/Nm3 in real-LifeTests”, variërend van “10” tot “2500”.
Tot slot dient verklaard te worden dat de nog moeilijk meetbare fijnstofdeeltjes die bij bovengenoemde combinatie van toestellen en technieken in de omgevingslucht gebracht worden, nagenoeg volledig bestaan uit minerale as-deeltjes, en niet uit schadelijke roetdeeltjes, gezien de goede, automatisch gestuurde verbranding. In dit verband wordt verwezen naar de twee in het verweer opgenomen afbeeldingen met als onderschrift:
“Chemische samenstelling van fijnstof uit goede houtverbranding (links) en slechte houtverbranding (rechts)”.
Het is zeker niet de bedoeling van verweerders om de indruk te wekken dat er bij gebruik van bovenbedoelde combinatie van toestellen en technieken geen vuiltje meer aan de lucht is. Verweerders zijn zich ervan bewust dat zij de gebruiker er op moeten blijven attenderen dat deze ook de verantwoordelijkheid draagt om zo goed mogelijk te stoken.
Mocht de Commissie oordelen dat de uitdrukking “fijnstofvrij houtstoken” te zeer aanleiding kan geven tot onverantwoord stookgedrag bij de gebruiker, dan kan de communicatie worden gewijzigd, bijvoorbeeld in “0,0% fijnstofvrij houtstoken”, naar analogie van de alcoholvrije bieren. “0,0%” is uiteraard nietszeggend zonder het te definiëren. Dit percentage kan berekend worden als een zeker gewicht fijnstof in relatie tot de gestookte hoeveelheid hout. Zo komt 10 mg fijnstof per Nm3 neer op 0,005%. Wat dit betreft zou “0,00% fijnstof” zelfs op zijn plaats kunnen zijn, maar duidelijk is in ieder geval dat de fijnstof uitstoot niet 0,00000000 % is, wat precies de essentie van de klacht is.
Verweerders staan er dus voor open om hun “campagne documenten en webpagina’s” aan te passen binnen een praktische redelijke termijn.
Verweerders concluderen als volgt. Zij achten de klacht ongegrond, omdat de onderhavige campagne voldoende genuanceerd is opgebouwd en wetenschappelijk is onderbouwd. Zij vinden het ook jammer, dat de klacht juist betrekking heeft op één van de meest vooruitstrevende systemen van houtverbranding, terwijl veel andere, minder goede producten als milieubewust worden gepresenteerd, aldus verweerders. Zij zien de campagne echter wel als voor verbetering vatbaar en staan open voor suggesties.
De mondelinge behandeling
Door verweerder sub 2 is een mondelinge toelichting gegeven.
Het oordeel van de Commissie
Klager maakt bezwaar tegen de aanprijzing “fijnstofvrij hout stoken”, waar het betreft de in de bestreden uitingen bedoelde Tulikivi Senso speksteenkachel en elektrostatische Airjekt fijnstofafscheider van Kutzner+Weber. Volgens klager zou “fijnstofvrij” betekenen dat er geen fijnstof deeltjes vrijkomen uit de schoorsteen, hetgeen onmogelijk is, aldus klager.
Volgens verweerders, die -naar de Commissie begrijpt- gezamenlijk verweer hebben gevoerd, wordt met “fijnstofvrij” in de bestreden reclame-uitingen bedoeld “dat de uitstoot van fijnstof lager ligt dan de detectiegrens bij officiële laboratoria, honderden malen kleiner is dan bij verouderde houtkachels en daarenboven voor bijna 100% bestaat uit volledig verbrande, onschadelijke asdeeltjes”, een en ander zoals vermeld in de bij het verweer overgelegde flyer “Fijnstofvrij Houtstoken.
De Commissie oordeelt als volgt.
Zij stelt voorop dat er, zoals ter zitting ook namens verweerders is meegedeeld, geen wettelijke regeling bestaat voor het gebruik van het begrip “fijnstofvrij”. Dit is bijvoorbeeld anders voor de term “alcoholvrij”. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument, mede bij gebreke van een desbetreffende wettelijke regeling, de absoluut geformuleerde zinsnede “fijnstofvrij hout stoken” opvatten in die zin dat er in het geheel geen fijnstof in de lucht terecht komt, als gevolg van het stoken van hout in de Tulikivi Senso speksteenkachel en elektrostatische Airjekt fijnstofafscheider van Kutzner+Weber. Dit laatste is echter niet komen vast te staan. Weliswaar hebben verweerders voldoende aannemelijk gemaakt dat gebruik volgens de voorschriften van voornoemde kachel en fijnstofafscheider ertoe kan leiden dat de fijnstof emissie zo laag is, dat deze in het laboratorium niet of nauwelijks meetbaar is, maar dat rechtvaardigt nog niet de absolute milieuclaim “fijnstofvrij”. In dit verband wijst de Commissie op het bepaalde in artikel 3 van de Milieu Reclame Code (MRC). Daarin staat:
“Alle milieuclaims dienen aantoonbaar juist te zijn. De bewijslast rust op de adverteerder. Naarmate de milieuclaims absoluter zijn geformuleerd, worden zwaardere eisen gesteld aan het bewijsmateriaal”.
In de toelichting bij artikel 3 MRC staat vervolgens onder meer: “Bij de huidige stand van de techniek is het moeilijk voorstelbaar dat van veel producten kan worden bewezen dat zij absoluut milieuonschadelijk zijn. Daarom is grote terughoudendheid met betrekking tot absolute claims op zijn plaats”.
Nu verweerders de juistheid van de milieuclaim “fijnstofvrij hout stoken” niet hebben aangetoond, acht de Commissie de bestreden uitingen in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. De Commissie acht verweerder sub 1 verantwoordelijk voor uiting 1, nu het hier haar website betreft. Voor uiting 2 (de video) acht de Commissie verweerder sub 2 verantwoordelijk; bij verweer heeft verweerder sub 2 ook meegedeeld hiervoor verantwoordelijk te zijn en bovenaan de video staat gedurende de hele duur: “DUTRY”.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. Zij beveelt verweerder sub 1 (voor wat betreft uiting 1) en verweerder sub 2 (voor wat betreft uiting 2) aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.