De bestreden reclame-uiting
Het betreft twee advertenties van adverteerder op Facebook. In de eerste advertentie wordt een zitje afgebeeld dat op de heup gedragen kan worden ter ondersteuning van een kind. In de advertentie wordt een aantal van deze zitjes getoond, ook demonstreert een vrouw het zitje. Een kind zit op het zitje en draagt een broekje met in het midden een split waardoor (een deel van) de billen van het kind zijn te zien.
Op de tweede advertentie is een aantal broekjes, lijkend op onderbroekjes, afgebeeld met daarin een gat.
De klacht
Klaagster maakt bezwaar tegen de uitingen die zij dagelijks op Facebook ziet. Klaagster vindt “het niet kunnen” dat een kind met een gescheurd broekje, waardoor de billen zijn te zien, wordt afgebeeld. Ook vindt zij het niet kunnen dat er met onderbroekjes met een gat erin wordt geadverteerd. Klaagster vindt dat het plaatsen van foto’s van blote kinderen “op welke manier dan ook” op social media of in advertenties vragen en verontwaardiging oproept.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat. Volgens adverteerder is er bij de eerste advertentie geen sprake van een gescheurd broekje maar van een zogenoemd ‘split bottom’ dan wel ‘open crotch’ bottom: een in China traditioneel gebruikelijk broekje om zindelijkheid van een kind te trainen. Volgens adverteerder is het aanbieden of het dragen van dergelijke broekjes, ondanks dat deze in Nederland niet gebruikelijk zijn, niet verboden noch worden de grenzen van de maatschappelijke betamelijkheid overschreden.
Volgens adverteerder betreft de tweede advertentie een broekje dat bestemd is voor honden. Het gat in het broekje is bestemd voor de staart van de hond. Adverteerder heeft de volledige advertentie in haar verweer overgelegd waarbij in de omschrijving van het product staat: ‘Summer Cute Female Pet Dog Physiological Menstrual Hygiene Pants’.
Beide advertenties zijn neutraal van aard en niet voorzien van dubbelzinnige of anderszins seksuele getinte teksten of afbeeldingen. Ook de context van de advertenties zorgt niet voor een onzedelijke of onfatsoenlijk karakter van de advertenties, aldus adverteerder. Er kan een parallel getrokken worden met luierreclames of reclame voor babyverzorgingsproducten (waarvan een voorbeeld is overgelegd) waarbij vaak een baby te zien is met enkel een luier aan of waarbij de babybillen (gedeeltelijk) zichtbaar zijn, aldus adverteerder. Dergelijke afbeeldingen zijn, evenals de advertenties waar klaagster bezwaar tegen maakt, louter informatief van aard en op geen enkele wijze aanstootgevend, onfatsoenlijk, seksueel getint, of strijdig met de goede smaak of goede zeden.
De repliek
De repliek wordt als volgt samengevat. Volgens klaagster staat niet bij de advertentie vermeld dat de broekjes voor honden zijn. Om dit te weten te komen moet klaagster “lid” worden van adverteerder. Dat de broekjes op de heupdrager in China gewoon zijn, kon klaagster ook niet weten. Volgens klaagster kent men dergelijke tradities in de Westerse maatschappij niet en worden deze over het algemeen ook niet geaccepteerd.
De mondelinge behandeling (dupliek)
Tijdens de mondelinge behandeling benadrukt adverteerder dat de advertentie in onze cultuur wat vreemd is, maar dat dit niet betekent dat een dergelijke advertentie verboden is. Het bedrijf van adverteerder is een platform waarop verkopers van over de hele wereld hun producten kunnen verkopen. Adverteerder maakt reclame voor haar platform door het willekeurig uitlichten van enkele producten om op die manier een impressie te geven wat het aanbod aan producten is. In het onderhavige geval zijn producten uitgelicht die worden aangeboden door een verkoper uit China die het product demonstreert zoals dat in het land van herkomst normaal wordt geacht.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht op in die zin dat klaagster de uiting in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
De uitingen bevatten reclame voor een kinderzitje van een Chinese aanbieder waarbij ook een in China gebruikt broekje voor het trainen van zindelijkheid in beeld is gebracht en voor een broekje dat bestemd is voor honden. De uitingen bevatten een feitelijke weergave van die producten. De producten worden in een neutrale context weergegeven en afgebeeld. Die wijze van afbeelding van de producten zijn naar het oordeel van de Commissie op zichzelf niet aanstootgevend. De Commissie oordeelt dan ook dat de wijze waarop in dit geval de producten worden aangeprezen, niet van dien aard is dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Dat die producten in Nederland, althans naar de opvatting van klaagster ongewoon zijn, maakt het voorgaande niet anders.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.