De bestreden reclame-uiting
Het betreft een op stations geplaatste billboardreclame.
Bovenin de uiting staat het logo van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland.
Hieronder staat de volgende tekst:
“MVO Oekraïne:
‘Vooral als u in de agrarische sector of in de bouw onderneemt, is de kans
aanmerkelijk dat een productiebedrijf of onderaannemer gebruikmaakt van
kinderarbeid.’*
*Quote RVO.nl; recentelijk ‘verdwenen’.”
Rechts naast deze tekst staat, in zeer grote letters: “NEE”.
Hieronder staat in relatief grote en dikgedrukte letters:
“Zeg op 6 april NEE tegen het associatieverdrag met Oekraïne”, en onder deze kop, in kleinere letters:
“Kinderarbeid is in Oekraïne aan de orde van de dag. Ongeveer één op de twintig kinderen tussen 5 en 14 jaar is betrokken bij kinderarbeid in landbouw en mijnbouw. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waarschuwde bedrijven er zelfs voor op haar website: ‘Vooral als u in de agrarische sector of in de bouw onderneemt [in Oekraïne], is de kans aanmerkelijk dat een productiebedrijf gebruikmaakt van kinderarbeid.’ Daarnaast worden vakbondsleiders geïntimideerd door Oekraïense veiligheidsdiensten. Het minimumloon in het land bedraagt minder dan 50 euro per maand. Wil jij daarmee geassocieerd worden? Zeg NEE, in het belang van kinderen en volwassen werknemers die worden uitgebuit in het meest corrupte land van Europa. www.partijvoordedieren.nl.”
Naast deze tekst staat het logo van Partij voor de Dieren.
De klacht
Bovenin de uiting staat het logo van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), een uitvoerende dienst van het ministerie van Economische Zaken. Het logo neemt ongeveer 20 procent van de hele uiting in beslag. Onder het logo wordt een citaat van de website van de RVO getoond in een lettertype en kleur die vergelijkbaar zijn met de huisstijl die de Rijksoverheid in haar uitingen gebruikt. Naast het citaat staat groot het woord “NEE”. Onderaan de uiting staat in vetgedrukte letters de tekst: “Zeg op 6 april NEE tegen het associatieverdrag met Oekraïne”. Vervolgens wordt in kleine letters een argument gegeven om tegen het associatieverdrag te stemmen. In de hoek rechtsonder staat een klein logo van de adverteerder. Dit logo neemt maximaal 5 procent van de uiting in beslag.
Door het gebruik van het logo van RVO, dat een groot gedeelte van de uiting in beslag neemt, en een vergelijkbare huisstijl van de RVO schept de adverteerder verwarring over de afzender van de uiting. Het lijkt erop dat de uiting afkomstig is van de uitvoerende dienst van het ministerie van Economische Zaken. Hierdoor schiet adverteerder tekort in haar informatieverplichting en wordt de consument op het verkeerde been gezet.
Het verweer
De uiting propageert denkbeelden en bestaat daarnaast uit een feitelijke weergave van een citaat dat tot voor kort te lezen was op de website van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland, waarin ondernemers die zaken doen met/in Oekraïne worden gewaarschuwd voor grootschalige kinderarbeid in Oekraïne in met name land- en mijnbouw. Het feit dat RVO kort voor het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne de bewuste passage zonder nadere aankondiging of verklaring van haar website heeft verwijderd, terwijl een soortgelijke waarschuwing nog steeds gebezigd wordt op de website van het Amerikaanse Bureau van Arbeidszaken, geeft aan dat RVO kiezers ten tijde van het referendum essentiële informatie voor het bepalen van hun stem heeft onthouden. Het staat een politieke partij vrij daarvan gewag te maken en kiezers daarover feitelijk te informeren.
Het linkerdeel van de uiting bevat niet meer dan objectieve, feitelijke informatie en een verwijzing naar de herkomst van die informatie. Rechts daarnaast staat alleen het woord NEE. De onderzijde van de uiting omvat de conclusie die de Partij voor de Dieren aan dit incident verbindt, voorzien van haar naam en logo, zodat geen misverstand kan bestaan omtrent de identiteit van de afzender van de boodschap. De keuze voor abri’s op stations als medium staat garant voor de mogelijkheid de uitvoerige toelichting in de bodytekst van de uiting in alle rust te lezen.
Gelet op de vrijheid van meningsuiting die politieke partijen hebben bij het verkondigen van denkbeelden, mogen zij ook in bepaalde mate negatieve aandacht vestigen op diensten waarop die denkbeelden betrekking hebben, alsmede ‘advertising properties’ (het logo) van derden gebruiken indien daardoor geen verwarring ontstaat, respectievelijk de advertising properties niet worden gekleineerd en de uiting zelf voldoende onderbouwd is. De wijze waarop de Partij voor de Dieren haar denkbeelden verkondigt, gaat de grenzen van het toelaatbare voor zover omschreven in de Nederlandse Reclame Code (NRC) op geen enkele wijze te buiten. Dat niet iedereen de onderhavige wijze van adverteren zal waarderen, doet daaraan niet af.
De Partij voor de Dieren heeft via verschillende kanalen (persbericht, sociale media, haar eigen website, Kamervragen) het publiek geïnformeerd over haar stellingname ten aanzien van de ‘verdwenen’ teksten van de RVO-website en de achtergrond van de bestreden uiting. Bovendien bevat de uiting alle informatie over de achtergronden van het ‘verdwenen’ citaat in relatie tot het referendum en de denkbeelden van de Partij voor de Dieren daarover.
Met de nadrukkelijke aantekening dat het uitdragen van denkbeelden valt onder de vrijheid van meningsuiting, verzoekt de Partij voor de Dieren de Commissie de klacht ongegrond te verklaren.
Het oordeel van de Commissie
1. De bestreden uiting bevat een oproep van de Partij voor de Dieren om bij het referendum op 6 april 2016 ‘nee’ te zeggen tegen het associatieverdrag met Oekraïne. Aldus is sprake van reclame voor denkbeelden in de zin van artikel 1 NRC. Bij dergelijke reclame weegt de vrijheid van meningsuiting zwaarder dan bij een louter commerciële uiting. Dit brengt mee dat de Commissie zich bij de beoordeling van de uiting terughoudend opstelt onder meer in die zin dat – indien de Commissie oordeelt dat sprake is van strijd met de NRC – dit niet leidt tot een aanbeveling maar tot het (vrijblijvende) advies aan de Partij voor de Dieren om niet meer op de onderhavige wijze reclame te maken.
2. Gelet op voornoemde vrijheid van meningsuiting staat het de Partij voor de Dieren vrij om in een reclame-uiting haar standpunt met betrekking tot het associatieverdrag met Oekraïne en het daarover te houden referendum kenbaar te maken. De Commissie is echter van oordeel dat de wijze waarop de Partij voor de Dieren in de bestreden uiting haar denkbeelden verkondigt in het licht van de NRC niet toelaatbaar is. De Commissie overweegt daartoe als volgt.
3. Verreweg het grootste en meest de aandacht trekkende gedeelte van de uiting bestaat uit het officiële logo van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland, een citaat van (de website van) de RVO in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen in Oekraïne, een zeer groot “NEE” en de vetgedrukte mededeling “Zeg op 6 april NEE tegen het associatieverdrag met Oekraïne”. Door dit alles wordt de stellige indruk gewekt dat de uiting afkomstig is van de RVO, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, en een oproep van deze dienst bevat om bij het referendum op 6 april tegen het associatieverdrag met Oekraïne te stemmen. Deze indruk wordt onvoldoende weggenomen door het relatief klein en in de context van de uiting onopvallende logo van Partij voor de Dieren, de onder het citaat zeer klein afgedrukte tekst “*Quote RVO.nl; recentelijk ‘verdwenen’” en de in relatief kleine letters weergegeven toelichting onderin de uiting.
4. Gelet op de verwarring die de uiting bij het publiek kan veroorzaken over de afzender van de uiting en de daarin vervatte oproep om NEE te zeggen tegen het associatieverdrag met Oekraïne, is de Commissie van oordeel dat de Partij voor de Dieren met deze uiting heeft gehandeld in strijd met artikel 5 NRC, waarin is bepaald dat reclame naar vorm en inhoud zodanig behoort te zijn dat het vertrouwen in reclame niet wordt geschaad. Onder de reikwijdte van dit artikel valt dat bij de kiezer niet de indruk mag worden gewekt dat sprake is van een dringend advies van de overheid om op een bepaalde wijze te stemmen.
5. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 5 NRC. Zij adviseert de Partij voor de Dieren om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.