De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiespot van Brooke Hospital for Animals die in de zendtijd van Socutera is uitgezonden. Adverteerder vraagt hierin het publiek om een bijdrage van 16 euro per jaar. Die bijdrage wordt besteed aan de zorg voor werkpaarden en ezels in het buitenland. In het eerste gedeelte van de spot worden beelden getoond van ernstig mishandelde, verwaarloosde, stervende en dode paarden en ezels, in het tweede gedeelte is te zien welke zorg de dierenartsen ter plaatse aan deze werkdieren geven.
De klacht
De televisiespot is uitgezonden aan het eind van de middag, direct na een kinderprogramma. Uitzending op dat moment acht klaagster ongepast en grensoverschrijdend, omdat de getoonde beelden van verminkte, gewonde en stervende ezels en paarden absoluut ongeschikt zijn voor kinderen.
Het verweer
Adverteerder voert aan, verkort en zakelijk weergegeven, dat zij in de spot de harde realiteit laat zien om aandacht te vragen voor het lijden van werkdieren. In de spot wordt ook de oplossing getoond, namelijk de bestrijding en het voorkomen van het dierenleed door de dierenartsen en voorlichtingsmedewerkers van Brooke. De confronterende beelden zijn volgens adverteerder nodig om de noodzaak van de hulp van Brooke duidelijk te maken en daarvoor gelden in te zamelen.
Het oordeel van de Commissie
1. Centraal staat de vraag of uitzending van de televisiespot op een tijdstip waarop verwacht mag worden dat jonge kinderen televisie kijken, de commercial in strijd doet zijn met de goede smaak als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
2. In de televisiespot vraagt adverteerder aandacht voor de slechte leefomstandigheden van werkpaarden en ezels in het buitenland en de zorg die dierenartsen en andere medewerkers van Brooke aan deze dieren geven. De spot heeft tot doel financiële bijdragen te verwerven waarmee Brooke dit werk kan (laten) uitvoeren. De wijze waarop de boodschap in de spot tot uiting wordt gebracht, is confronterend en indringend. Voor zover de televisiespot wordt uitgezonden op tijdstippen waarop verwacht mag worden dat (jonge) kinderen geen televisie kijken, gaat de uiting naar het oordeel van de Commissie – gelet op het beoogde doel – de grenzen van het toelaatbare niet te buiten. Voor (jonge) kinderen acht de Commissie de beelden van de commercial echter zodanig schokkend, dat het vertonen ervan op tijdstippen waarop ook jonge kinderen televisie (kunnen) kijken niet wenselijk is. De Commissie ziet hierbij met name op de van dichtbij in beeld gebrachte (bebloede) wonden van paarden en ezels, het tonen van een paard strompelend met een gebroken been, alsmede beelden van ernstig vermagerde of anderszins mishandelde en soms stervende dieren. De Commissie ziet hierin aanleiding voorwaarden te stellen aan het tijdstip van uitzending van de televisiespot. Volgens de vaste lijn van de beslissingen van de Commissie wordt in verband hiermee de grens van 20.00 uur gehanteerd (zie bijvoorbeeld de beslissingen in de dossiers 2015/00062A en 2017/00857).
3. Op grond van het voorgaande acht de Commissie de televisiespot in strijd met de eisen van de goede smaak in de zin van artikel 2 NRC, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur. Daarom wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC voor zover deze vóór 20.00 uur wordt uitgezonden. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en om verdere uitzending van de reclame in deze vorm niet vóór 20.00 uur te laten plaatsvinden.