Samenvatting van de klacht
Op 24 september 2020 werd er bij klager aangebeld door drie kinderen, die een doos voor de deur neerzetten en meedeelden in het kader van “Kinderpostzegels” kaarten en postzegels te verkopen. Er is sprake van directe verkoop en Door2Door werving, waarop de Reclame Code voor Fieldmarketing (RFM) van toepassing is, aldus klager. De Stichting Kinderpostzegels heeft de rol van Adverteerder (afzender), de school heeft de rol van Fieldmarketing bureau en de kinderen zijn Fieldmarketeers in de zin van deze code.
Er is volgens klager gehandeld in strijd met de volgende bepalingen uit de RFM:
artikel 3 lid 1 aanhef en onder a en b: de marketeers konden zich niet legitimeren, droegen geen badge of andere kleding;
artikel 4 onder c: klager werd benaderd door drie Fieldmarketeers;
artikel 9 lid 1: de Fieldmarketeers negeerden de sticker;
artikel 10 lid 1 en 2: klager heeft zich op 24 september 2020 over de gang van zaken beklaagd bij de Stichting Kinderpostzegels. Uit de reactie van 25 september 2020 blijkt dat de Stichting de klacht van klager niet heeft onderzocht en niet op eerste verzoek de naam en het adres van het Fieldmarketing bureau bekend heeft gemaakt.
Klager betoogt dat in de RFM een leeftijdsgrens zou moeten worden vastgesteld om te voorkomen dat kinderen (als bedoeld in de Kinder- en Jeugdreclamecode) worden ingezet als marketeers.
Verder acht klager de wijze waarop Stichting Kinderpostzegels haar marketeers werft in strijd met artikel 2 lid 1 onder b en c KJC. De Stichting heeft alles erop gericht om leerlingen, aangespoord door de leerkracht, te werven als marketeers met de bedoeling de kinderen aan te zetten om ouders, familie en buurtbewoners te overreden kinderpostzegels te kopen. Daarmee profiteert de Stichting ook van het speciale vertrouwen dat kinderen hebben in ouders, leerkrachten of anderen. Dat de stichting charitatieve doeleinden nastreeft maakt dat niet anders, aldus klager.
Samenvatting van het verweer
Verweerder betwist dat de Kinderpostzegelactie kan worden beschouwd als een vorm van Fieldmarketing. Er is sprake van een actie die wordt uitgevoerd door kinderen voor kinderen die het minder hebben dan zij. De kinderen zijn ook geen Fieldmarketeers, zij worden niet ingezet voor marketingdoeleinden. Het beroep op de RFM kan daarom niet slagen.
Klager doet volgens verweerder ook ten onrechte een beroep op de KJC. Stichting Kinderpost-zegels maakt geen reclame die is gericht op kinderen, zij geeft de kinderen uit de hoogste klas van de basisschool slechts informatie en instructies hoe zij de actie het beste kunnen uitvoeren. Dat zij in sommige gevallen hun inzet beloont met een prijs kan niet als reclame worden beschouwd.
Het oordeel van de voorzitter
Klager maakt bezwaar tegen de wijze waarop hij in het kader van de Kinderpostzegelactie door drie kinderen is benaderd, omdat daarbij volgens hem in strijd met (verschillende artikelen van) de Reclamecode voor Fieldmarketing is gehandeld.
Deze klacht kan niet slagen. In artikel 1 sub C RFM wordt Fieldmarketing als volgt gedefinieerd:
“Het planmatig en systematisch aanprijzen van goederen, diensten of denkbeelden buiten de eigen verkoopruimte, in de openbare ruimte of aan huis (Door2Door). Fieldmarketing omvat presentatie, promotie, activatie en directe verkoop waarbij sprake is van een standaard niet op de individuele ontvanger toegespitste inhoud. Hieronder wordt niet verstaan collectes1.
1 Collecteren: een openbare inzameling van geld of goederen, inclusief een intekenlijst daartoe.”
Naar het oordeel van de voorzitter moet de Kinderpostzegelactie worden beschouwd als een (bijzondere) vorm van collecteren die niet onder de definitie van Fieldmarketing valt. De actie bestaat immers uit een intekenlijst die in de kern ertoe dient geld in te zamelen voor de financiering van ideële projecten van Stichting Kinderpostzegels. Hierdoor valt de actie waartegen klager bezwaar maakt onder de reikwijdte van het begrip ‘collecteren’. Los daarvan kan bezwaarlijk worden volgehouden dat kinderen die deelnemen aan deze actie fieldmarketeers zijn die alle door klager genoemde verplichtingen onverkort zouden dienen na te leven. De RFM is daarom niet van toepassing.
Ook de klacht betreffende de wijze waarop Stichting Kinderpostzegels haar marketeers werft, welke wijze klager in strijd met de KJC acht, treft geen doel. De KJC is van toepassing op reclame-uitingen die kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen zijn gericht. Klager heeft geen reclame-uiting van Stichting Kinderpostzegels overgelegd die hieraan voldoet.
Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter wijst de klacht af.