De bestreden reclame-uiting

Het betreft de televisiereclame waarin een kind aan een tafel waarop een grote op dit kind gerichte ventilator staat te blazen, zit te fröbelen. Het kind duwt achtereenvolgens een potlood in de ventilator, stort daarover een fles blauwe verf uit en houdt er een bos bloemen voor, in de hoop de aandacht van de ouders te trekken. Deze zitten op de bank en gaan zo op in het boek dat zij lezen, dat hen al deze acties van het kind ontgaan.

In beeld verschijnt tot slot de tekst: “Wij laten je lezen. ECI, liefde voor lezen”.

De klacht

In de uiting worden levensgevaarlijke acties van een klein kind met een elektrische ventilator geassocieerd met het rustig lezen van een boek. De beelden kunnen kinderen aanzetten tot vergelijkbare acties en die kunnen ernstige verwondingen of zelfs de dood tot gevolg hebben. Dit geldt temeer daar de uiting is uitgezonden om 18.15 uur, een tijdstip waarop veel jonge kinderen naar de televisie kijken.  

Het verweer

De bedoeling van de uiting is om te laten zien dat men, bij het lezen van een boek,  helemaal op kan gaan in zijn eigen wereld. Daartoe wordt een ‘over the top’ situatie in beeld gebracht, zoals dat wel meer in reclame-uitingen gebeurt. Door middel van trucage wordt de indruk gewekt dat het potlood niet kapot gaat en om de verf rond te laten spatten, was een aparte windmachine nodig. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat ouders, in een situatie zoals getoond, niet reageren.

Zelfs indien de uiting bepaalde kinderen onverhoopt zou inspireren of aanzetten tot navolging, dan wordt direct duidelijk dat dit niet zal lukken. Levensgevaarlijke situaties kunnen zich derhalve niet voordoen. De uiting is pure fictie en deze is dusdanig absurdistisch, dat deze niet tot nadoen zal leiden.       

Het oordeel van de Commissie

De Commissie acht de in beeld gebrachte situatie voor de gemiddelde consument aanstonds als een surrealistische overdrijving herkenbaar en dermate onwaarschijnlijk dat navolging niet realistisch kan worden geacht. Om te beginnen zullen ouders, als ze al een degelijke ventilator zo dicht bij een klein knutselend kind zetten, er bij blijven. Vervolgens kan hen, als zij even zouden worden afgeleid, het lawaai dat veroorzaakt wordt doordat het kind een potlood in de ventilator houdt, onmogelijk ontgaan. Zij hebben, voordat het hele potlood is versplinterd, al lang ingegrepen, zelfs als zij gegrepen worden door de inhoud van een boek. Ook de daarop volgende scènes zijn zo ver gezocht dat (angst voor) navolging niet realistisch is.

Een ventilator pleegt men over het algemeen behoedzaam te gebruiken en dat zal helemaal het geval zijn in een huishouden met kleine kinderen.

Voorts is de Commissie van oordeel dat (jeugdige) kijkers niet door deze reclame zullen worden aangezet tot navolging van de in beeld gebrachte handeling.  

Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de klacht ongegrond.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.