a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Personeelsdiensten

Dossiernr:

2024/00314

Datum:

07-08-2024

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Personeelsdiensten

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Buitenreclame

De bestreden reclame

Het gaat om een poster op straat, waarop een man te zien is die tabasco in zijn oog druppelt, met de tekst:
“Some relish the pain of decoding payroll tax laws
Others use Remote.com
One platform for all your global HR needs”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

De bestreden poster is walgelijk en doodeng, doordat het oog van de man wordt opengesperd en er tabasco in het oog wordt gegoten. De kinderen van klager zijn hartstikke bang geworden door de poster en durven hierdoor niet meer naar buiten.

 

Het verweer

De reclame was humoristisch bedoeld. Dit met het doel nadruk te leggen op de dienstverlening die adverteerder biedt, zoals payrolling, employer of record (EOR) en andere HR-dienstverlening. Er is gekozen voor deze sarcastische manier van reclame maken om aandacht te trekken en onderscheidend te zijn ten opzichte van de concurrenten. Het is nooit de bedoeling geweest om kinderen bang te maken of leed te veroorzaken.

De reclame is nu niet meer te zien en zal ook niet meer worden gebruikt. Naar aanleiding van de klacht is meteen actie ondernomen.

 

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie vat de klacht zo op dat er geklaagd wordt dat de reclame in strijd is met goede smaak en fatsoen en zonder goede reden appelleert aan gevoelens van angst bij kinderen. Dit zoals genoemd in de artikelen 2 en 6 van de Nederlandse Reclame Code. Bij de beoordeling van de vraag of de reclame in strijd is met de goede smaak en fatsoen en zonder goede reden appelleert aan gevoelens van angst stelt de Commissie zich terughoudend op. Dit gezien het subjectieve karakter van deze criteria. De Commissie houdt bij de beoordeling rekening met de vrijheid van meningsuiting van de adverteerder. De Commissie zal beoordelen of de reclame als maatschappelijk als onwenselijk moet worden beschouwd en of een aanbeveling nodig is om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken ter bescherming van de in artikel 10, tweede lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) genoemde belangen. Hierbij moet onder meer gedacht worden aan de bescherming van de openbare orde, de gezondheid en de goede zeden. Rekening houdend met deze uitgangspunten oordeelt de Commissie als volgt.

2. Kijkend naar de huidige maatschappelijke opvattingen en de gebruikte afbeelding op de poster in combinatie met de gebruikte tekst, gaat de poster de grens van het toelaatbare niet te buiten. Er is niets op te zien dat objectief dusdanig schokkend is dat dit een uitzondering rechtvaardigt op de vrijheid van meningsuiting. Hierbij is ook meegewogen dat het gaat om een poster op de openbare weg en deze door iedereen en dus ook door kinderen kan worden gezien. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat niet iedereen de poster kan waarderen, waaronder dus ook klager die de poster walgelijk en doodeng vindt, acht de Commissie de reclame toelaatbaar. Er is geen maatschappelijk noodzaak om adverteerder aan te bevelen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. De klacht wordt afgewezen.

3. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken