De bestreden reclame-uiting

Het betreft een radiocommercial ter promotie van de film: “Popoz”. Hierin wordt – voor zover van belang – gezegd: “ik heb genoeg lullen in mijn reet gehad om te weten wanneer ik genaaid ben”.

De klacht

Klager vindt het niet gepast dat deze radiocommercial overdag wordt uitgezonden terwijl (jonge) kinderen kunnen meeluisteren.

Het verweer

Adverteerder erkent dat de uitzending van de radiocommercial overdag, op tijdstippen dat (jonge) kinderen van de commercial kennis kunnen nemen, in strijd kan worden geacht met de goede smaak en/of het fatsoen. Adverteerder was op voorhand helaas niet geïnformeerd over het uitzendschema, wat overigens niet als excuus mag worden aangemerkt. Adverteerder is inmiddels gestopt met het uitzenden van deze commercial.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de reclame-uiting in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen waarop (jonge) kinderen naar de radio luisteren. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming hiervan oordeelt de Commissie als volgt.

De Commissie acht de commercial niet geschikt voor jonge kinderen. Zij is van oordeel dat de tekst: “ik heb genoeg lullen in mijn reet gehad om te weten wanneer ik genaaid ben” voor jonge kinderen dermate grof en ongepast is dat, voor zover de uiting wordt uitgezonden op tijdstippen dat deze kinderen ook nog naar de radio luisteren, de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht zijn overschreden. Op grond van het voorgaande acht de Commissie de uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20:00 uur.

Nu adverteerder heeft erkend dat de reclame-uiting door het publiek in strijd met de goede smaak en fatsoen kan worden geacht en heeft aangegeven deze niet meer te zullen uitzenden, zal de Commissie gebruik maken van haar bevoegdheid de klacht toe te wijzen, zonder dat hierbij een aanbeveling wordt gedaan.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht toe en acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20:00 uur.