De reclame-uiting
Het betreft een reclame voor een sigarettenmerk in een winkel van Primera.
De klacht
Dichtbij reclame voor sigaretten op een groot, duidelijk verlicht bord, liggen kinderboekjes.
Het verweer
De algemene richtlijn voor de bij adverteerder aangesloten winkels schrijft voor dat artikelen die zijn gericht op kinderen en/of jeugd nooit in de directe nabijheid van tabaksartikelen of reclame voor tabaksartikelen worden gepresenteerd.
Op het moment dat klager constateerde dat een display met kinderboeken dichtbij tabakswaar en tabaksreclame stond, was sprake van een tijdelijke situatie. Normaal gesproken staan op de betreffende plek uitsluitend op volwassenen gerichte artikelen.
Het oordeel van de Commissie
Klagers bezwaar is gebaseerd op het feit dat – naar door adverteerder is erkend – in een winkel van adverteerder een display met kinderboeken nabij tabaksreclame was geplaatst.
De Commissie oordeelt hieromtrent als volgt.
Gelet op hetgeen door partijen is aangevoerd, gaat de Commissie ervan uit dat de bewuste winkel een tabaksspeciaalzaak is in de zin van artikel 1 sub g van de Tabakswet, althans dat sprake is van een tabaksverkooppunt waarin op grond van de Tabakswet – in uitzondering op artikel 5, lid 1 van deze wet – reclame mag worden gemaakt voor tabaksproducten.
In artikel 5, lid 2 sub a van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 mei 2007, nr. VGP/ADT 2758655, houdende vaststelling van de Regeling tabaksreclame in of aan tabaksspeciaalzaken en tabaksverkooppunten, zijnde een ministeriële regeling, gebaseerd op artikel 5, lid 4 sub c, 3° van de Tabakswet en derhalve een wettelijk voorschrift, is bepaald dat tabaksreclame niet mag worden geplaatst in de directe omgeving van productgroepen die met name aantrekkelijk zijn voor jongeren onder de 16 jaar.
Nu, zoals is komen vast te staan, in de bewuste winkel tabaksreclame in de directe omgeving van een display met kinderboeken was geplaatst, heeft adverteerder gehandeld in strijd met het genoemde voorschrift.
Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de reclame is gemaakt in strijd met artikel 2 NRC.
Dat het slechts een tijdelijke situatie betrof, doet niet af aan dit oordeel.
De beslissing
De Commissie oordeelt dat de reclame-uiting in strijd is met de wet zoals bedoeld in artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.