De bestreden uiting
Het betreft de televisiereclame voor het “Altijd samen met Friends & Family”-abonnement, waarin een mobiele telefoon bij het oor van een klein kind wordt gehouden, nadat gezegd is “Hou die telefoon bij die kleine”.
De klacht
Internationaal wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de straling van een mobiele telefoon zowel op korte als lange termijn schade kan doen ontstaan bij kinderen. Bij kinderen tot 9 jaar is de dikte van de schedel niet toereikend. Het is dan ook onverantwoord en onacceptabel dat er in deze uiting op wordt aangedrongen om de mobiele telefoon bij het oor van een klein kind te houden.
Het verweer
De uiting betreft het aantal belminuten dat men met dit abonnement heeft en de uiting heeft niet tot doel het mobiel telefoongebruik door kleine kinderen te stimuleren.
Klager beroept zich op een Russisch onderzoek uit 2008. De Nederlandse Gezondheidsraad heeft op 18 oktober 2011 een rapport gepubliceerd dat specifiek ingaat op de mogelijke schadelijke effecten voor kinderen. Adverteerder verwijst naar de volgende tekst: “De Gezondheidsraad heeft geen bewijs gevonden dat blootstelling aan zendsignalen van mobiele telefoons, telefoonmasten of Wifi-installaties nadelige korte termijneffecten heeft op de ontwikkeling en het functioneren van de hersenen van kinderen. De raad geeft daarbij aan dat er nog steeds relatief weinig gegevens van onderzoek naar kinderen beschikbaar zijn. De Gezondheidsraad ziet geen reden om voor kinderen andere blootstellinglimieten voor te stellen dan voor volwassenen.
Voorts verwijst adverteerder naar de World Health Organisation (WHO) die recentelijk nog het volgende concludeerde:
“Are there any health effects?
A large number of studies have been performed over the last two decades to assess whether mobile phones pose a potential health risk. To date, no adverse health effects have been established as being caused by mobile phone use”.
Op grond van het vorenstaande verzoekt adverteerder de klacht af te wijzen.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie geen aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
De voorzitter vat klagers bezwaar aldus op dat hij van oordeel is dat de uiting een bedreiging inhoudt voor de lichamelijke gezondheid.
Allereerst overweegt de voorzitter dat adverteerder zich in de uiting tot volwassenen en niet tot kinderen richt.
De voorzitter is van oordeel dat adverteerder, die zich in zijn verweerschrift beroept op de inhoud van twee rapporten, voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het bij het oor van een klein kind houden van een mobiele telefoon -naar de huidige stand van de wetenschap- niet geacht kan worden schadelijk te zijn voor het kind.
De beslissing van de Commissie
Op grond van het hierboven overwogene wijst de voorzitter de klacht af.