De bestreden reclame-uiting
Het betreft de televisiecommercial “Wie belt er nou nog?” van Hi.
In de commercial is een Surinaamse vrouw te zien die thuis tevergeefs zit te wachten tot haar zoon haar eens opbelt. De zoon belt zijn moeder ’s morgens vroeg, als zij ligt te slapen, om te vragen of zij hem bij een bushalte wil komen ophalen. De moeder zegt dan boos: “Nu weet je me wel te bellen hè? Je belt nooit (…). Saka saka boy.”
De klacht
De moeder scheldt haar zoon in het Surinaams uit voor “saka saka boy” oftewel “klootzak”.
Dit is ongepast en niet geschikt voor jonge kinderen.
Het verweer
“Saka saka” betekent in de Surinaamse gemeenschap onderkruipsel, laag-bij-de-gronds schepsel of klootzak, en is in familiaire kring -zoals in de commercial tussen moeder en zoon- ‘gangbaar’ en herkenbaar taalgebruik. Uit tests en online reacties is gebleken dat de reclame, en specifiek de uitdrukking “saka saka boy”, positief is ontvangen door zowel de doelgroep van Hi (jongeren) als door Surinaamse moeders. Het is duidelijk dat in de commercial setting en reactie overtrokken zijn.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
De voorzitter vat de klacht aldus op, dat klaagster de televisiecommercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), mede gelet op het tijdstip van uitzending daarvan. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op. In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt, die van persoon tot persoon kan verschillen.
Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de voorzitter de onderhavige uiting, die duidelijk humoristisch (bedoeld) is, naar huidige maatschappelijke opvattingen niet van dien aard dat de grens van wat in het licht van de NRC toelaatbaar moet worden geacht, is overschreden. Dit geldt ook voor zover de commercial wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen naar televisie kijken
De voorzitter heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waarderen. Dit kan evenwel in deze zaak niet tot een andere beslissing leiden.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het vorenstaande wijst de voorzitter de klacht af.