De bestreden reclame-uiting
Het betreft de televisiereclame voor het televisieprogramma “Feuten”.
Deze uiting bevat gewelddadige en seksueel geladen beelden, er wordt gevloekt (“Godverdomme!”) en onder meer wordt gezegd “Stelletje kut feuten” en “Stelletje teringhonden”.
De klacht
De uiting die om 17.30 uur, vlak voor het programma Sesamstraat, werd uitgezonden, bevat bewoordingen die niet geschikt zijn voor kinderen. Het programma zelf wordt uitgezonden om 21.20 uur en de reclame voor dit programma zou niet vóór 21.00 uur mogen worden uitgezonden.
Het verweer
Adverteerder stelt in de eerste plaats dat de Commissie niet bevoegd is om over vooraankondigingen van programma’s van een televisiezender te oordelen. Daarbij zij opgemerkt dat het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (Nicam) sinds lange tijd een beleid heeft ontwikkeld, speciaal voor vooraankondigingen. Als ook de Commissie over dergelijke uitingen zou gaan oordelen, leidt dat tot dubbel toezicht en tot onduidelijkheid. Bovendien is dit inefficiënt.
Mocht de Commissie zich bevoegd achten over de klacht te oordelen, dan dient zij deze af te wijzen omdat adverteerder voor de plaatsing van deze vooraankondiging geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Het uitzenden van deze aankondiging op dit vroege tijdstip was een fout van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) bij haar coördinerende functie. Het NPO heeft ter zake hiervan de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid genomen.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie acht zich bevoegd om over een vooraankondiging van een televisieprogramma te oordelen, zoals zij reeds eerder, en wel op 27 juni 2002 (dossiernummer 02.0262), overwoog naar aanleiding van een vergelijkbare klacht.
Ook nu weer overweegt de Commissie dat de onderhavige vooraankondiging een reclame-uiting is in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Met deze vooraankondiging wordt immers een later uit te zenden programma onder de aandacht van de kijker gebracht met de bedoeling dat deze daar naar zal gaan kijken.
De aankondiging heeft aldus een aanprijzend karakter en is aan te merken als een openbare aanprijzing als bedoeld in artikel 1 NRC.
Dat klachten over het tijdstip van uitzending ook bij het NICAM kunnen worden ingediend en daar worden beoordeeld, staat niet in de weg aan de bevoegdheid van de Commissie om ook over deze klacht te oordelen.
De Commissie vat klaagsters bezwaar aldus op dat zij de uiting in strijd acht met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC, gelet op het vroege tijdstip waarop deze is uitgezonden.
Met inachtneming van de terughoudendheid die de Commissie betracht bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met eerdergenoemde subjectieve criteria, is zij van oordeel dat in dit geval sprake is van het maken van reclame in strijd met de goede smaak en het fatsoen, vanwege het vroege tijdstip waarop deze uiting is uitgezonden.
Gezien de tal van daarin getoonde gewelddadige beelden en gezien het daarin gebezigde taalgebruik is de uiting van dien aard dat deze niet rond kinderprogramma’s en niet vóór 20.00 uur behoort te worden uitgezonden. De Commissie zal, gebruik makend van haar bevoegdheid in artikel 17 lid 1 sub g van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending van deze reclame.
Dat de uiting, in afwijking van de door adverteerder gegeven aanwijzingen, toch op het onderhavige vroege tijdstip is uitgezonden, ontslaat hem niet van zijn verantwoordelijkheid voor het tijdstip van uitzending.
De beslissing
Op grond van het vorenstaande is reclame gemaakt in strijd met artikel 2 NRC voor zover de uiting is uitgezonden vóór 20.00 uur en de Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.