De gewraakte reclame-uiting
Het betreft een televisie-commercial van adverteerder, waarin reclame wordt gemaakt voor de radiozender 3FM.
Aan het eind van de commercial wordt een fragment van een nummer afgespeeld, waarbij de woorden “Fuck you” te horen zijn.
De klacht
Klager acht het gebruik van de woorden “Fuck you” onnodig en in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het verweer
Het verweer kan als volgt worden samengevat.
De bewuste campagne zet de radiozender 3FM neer als ‘niet het populairste radiostation’, waarmee zij zich afzet tegen de campagnes van commerciële concurrenten. De playlist wijkt dan ook duidelijk af van die van de commerciële stations. Bij een dergelijke insteek past het gekozen nummer met de titel “Fuck you”. Het nummer is een track van een band die door 3FM al een tijd wordt ondersteund via ‘3FM Serious Talent’, een talentenpool waarbij muziek van jonge beginnende bands op de radiozender wordt gedraaid. Ten tijde van de campagne werd het bewuste nummer nieuw uitgebracht.
Adverteerder is van mening dat met de commercial de grenzen van het toelaatbare niet worden overschreden. Adverteerder stelt dat de woorden ‘fuck you’ geen betrekking hebben op een ziekte of geloofsovertuiging. Derhalve acht zij de uiting niet nodeloos kwetsend. Voorts wijst adverteerder erop dat de Commissie zich bij de toetsing aan subjectieve normen terughoudend dient op te stellen. Adverteerder stelt zich op het standpunt dat de commercial voor een gemiddeld publiek niet schokkend, kwetsend of aanstootgevend is.
De commercial wordt op televisie niet rond de kinderprogrammering van ‘Z@ppeling’ uitgezonden, en is derhalve niet te zien op tijdstippen dat ook jonge kinderen naar de televisie kijken.
Gelet op het voorgaande acht adverteerder de klacht ongegrond.
De mondelinge behandeling
Mr. Jägers en B. de Voogt voornoemd lichten het standpunt van adverteerder nader toe. Tevens wordt namens adverteerder een uitzendschema overgelegd.
Het oordeel van de Commissie
Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen (artikel 2 NRC) dan wel met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden (artikel 3 NRC) stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Hoezeer ook verschillend gedacht kan worden over de wenselijkheid van dergelijke woorden in commercials, de Commissie acht, met inachtneming van voornoemde terughoudendheid, de grens van het toelaatbare in dit geval niet overschreden.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.