a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2016/00018

Datum:

02-06-2016

Uitspraak:

CVB Beroep niet ontvankelijk (= oorspronkelijke uitspraak RCC)

Product/dienst:

Vastgoed

Motivatie:

Misleiding Voornaamste kenmerken product

Medium:

Drukpers/tijdschriften


[Het beroep tegen onderstaande beslissing is niet-ontvankelijk verklaard omdat volgens een beslissing van het College van Beroep d.d. 2 juni 2016 niet tijdig beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een advertentie uit 2002, afkomstig van woningcorporatie DWV (thans Casade), voor zover hierin met betrekking tot appartementen in de Rijnstraat staat: “Voorwaarden: (…) leeftijd aanvrager 50 jr. en ouder en géén inwonende kinderen. Doorstromers gaan voor starters. Bestemd voor: doorstromers, starters.”

 

De klacht

Klager heeft in 2002 in de Rijndelta een flat gekocht waar op grond van het huishoudelijk reglement alleen 50+ bewoners zonder kinderen mochten wonen. Dit toewijzingsbeleid is volgens klager intensief door (de voorloper van) adverteerder onder de aandacht gebracht. Ook de makelaar heeft volgens klager destijds duidelijk gecommuniceerd dat er voor deze specifieke Rijndelta flat het toewijzingsbeleid: “50+ zonder kinderen” van toepassing was. In de loop der jaren is er eenmaal sprake geweest van een uitzondering op het beleid (45-jarige man) waarover met klager is gecommuniceerd. Op 1 mei 2015 waren echter zes flats bewoond door gezinnen die niet aan de eis 50+ zonder kinderen voldeden. Op grond van vorenstaande acht klager de onderhavige uiting misleidend.

 

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter constateert op grond van de overgelegde stukken dat in het verleden diverse appartementen aan de Rijnstraat zijn aangeboden waarbij telkens onder meer als voorwaarde gold dat de kandidaat 50 jaar of ouder diende te zijn zonder inwonende kinderen. Uit een ander door klager overgelegd stuk blijkt dat sprake is geweest van een wijziging van het toelatingsbeleid van de gemeente Dongen dat van invloed is geweest op het toewijzingsbeleid van Casade. De wijziging komt erop neer dat blijkbaar sinds 19 mei 2015 als beleid wordt gevoerd dat indien er geen geschikte kandidaten zijn die voldoen aan de eis “50-plussers zonder inwonende kinderen”, ook personen die niet tot deze groep behoren een appartement toegewezen kunnen krijgen. De voorzitter heeft in de stukken geen mededelingen aangetroffen waaruit blijkt dat het toelatingsbeleid nooit zou wijzigen en evenmin dat nooit een uitzondering op het hiervoor genoemde beleid zou worden gemaakt. Dit volgt ook niet uit de hiervoor bedoelde eis die in het verleden bij de verkoop van appartementen steeds werd gehanteerd. Het feit dat bepaalde appartementen, blijkbaar bij wijze van uitzondering, zijn toegewezen aan personen die niet aan de “50-plussers zonder inwonende kinderen” voldoen, brengt op grond van het voorgaande niet mee dat sprake is van misleidende reclame.

 

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

De afwijzing is voor een deel gebaseerd op de interpretatie van de voorzitter van het beleid van de gemeente Dongen. De publicatie van Casade hierover is verschenen op de website van Casade, maar is volgens klager geen uitvoering van beleid dat van de gemeente afkomstig is. De voorzitter heeft in zijn beslissing overwogen dat in het verleden slechts diverse appartementen zijn aangeboden aan mensen die niet aan de toelatingseisen voldeden, waarmee volgens klager de indruk wordt gewekt dat het om een beperkt aantal appartementen gaat. Het gaat echter om alle appartementen van de door Casade als seniorenflat gekwalificeerde wooncomplexen. Klager meent dat de zaak om die reden in een ruimer perspectief dient te worden geplaatst.

 

Het verweer

In 2014 zijn de woningcorporaties Vieya, Slagenland en Casade gefuseerd en werken zij samen onder de naam: “Stichting Casade”. Als gevolg van de fusie van voornoemde woningcorporaties was een beleidsharmonisatie noodzakelijk en is onder meer het woonruimte-verdeelbeleid aangepast. Een aantal complexen die Casade in haar bezit heeft – waaronder het complex Rijndelta waar klager woont – is geschikt voor 55-plussers, als gevolg van het aanwezig zijn van een lift. Daarom heeft Casade ervoor gekozen om bij iedere vrijkomende woning in dit complex, 55-plussers voorrang te verlenen boven andere woningzoekenden. Het komt voor dat er in die leeftijdsgroep geen geschikte kandidaten op een geadverteerde woning reageren. Op dat moment wordt de woning toegewezen aan een kandidaat met de langste inschrijftijd, die geen voorrang heeft op basis van leeftijd. Zo kan het gebeuren dat een jonger persoon de woning toegewezen krijgt.

In artikel 1 van het huishoudelijk reglement van de VvE Rijndelta was bepaald: “het appartementsgebouw dient ter huisvesting van echtparen of daarmee gelijk te stellen samenwoningsvormen zonder inwonende kinderen, alsmede alleenstaanden. De minimumleeftijd bedraagt 50 jaar”. In de Algemene Leden Vergadering van 10 juni 2015 is besloten om het betreffende artikel uit het reglement te schrappen. Vanaf 2002 is slechts een beperkt aantal appartementen verkocht. De meeste appartementen worden nog steeds verhuurd. Omdat de verkoop van de betreffende appartementen al helemaal gestagneerd was, maar ook omdat de verhuur van de vrijkomende appartementen tenminste problematisch was, is deze wijziging van het huishoudelijk reglement al in de Algemene Leden Vergadering van december 2013 besproken. De formele besluitvorming heeft in 2015 plaatsgevonden. Vervolgens heeft klager de kantonrechter in een (verzoekschrift)procedure verzocht om het besluit tot het schrappen van artikel 1 van het huishoudelijk reglement te vernietigen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bepaling zoals deze voorheen in het huishoudelijk reglement stond nietig is.

Casade heeft zowel voor als na de rechtszaak overleg gevoerd met een afvaardiging van de diverse VvE’s om te bespreken of de meningsverschillen over de woningtoewijzing van Casade opgelost kunnen worden. Tot voor kort werden vrijkomende huurwoningen in het complex Rijndelta één keer geadverteerd. Bij brief van 21 december 2015 heeft Casade aangegeven de woningen in het complex Rijndelta vanaf dat moment drie maal te adverteren, waarbij kandidaten van 55 jaar en ouder voorrang krijgen boven andere kandidaten. Adverteerder meent dat de reclame-uiting in 2002 geheel in overeenstemming was met het toenmalige toewijzingsbeleid.

 

Mondelinge behandeling

Beide partijen handhaven hun standpunt en lichten dit nader toe.

 

Het oordeel van de Commissie

De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de uiting misleidend acht omdat hierin staat dat voor de woningen alleen personen in aanmerking komen die 50 jr. en ouder zijn, zónder inwonende kinderen, terwijl in het appartementencomplex Rijndelta inmiddels diverse gezinnen wonen die niet aan dit criterium voldoen.

Niet in geschil is dat in 2002 – ten tijde van het plaatsen/verspreiden van de bestreden uiting – in artikel 1 van het huishoudelijk reglement van de nog op te richten VvE van het appartementencomplex Rijndelta was opgenomen dat het complex dient ter huisvesting van echtparen of daarmee gelijk te stellen samenwoningsvormen zonder inwonende kinderen, alsmede alleenstaanden en dat de minimumleeftijd 50 jaar bedraagt. Voorts is niet in geschil dat artikel 1 van het huishoudelijk reglement – vanwege de fusie die in 2014 heeft plaatsgevonden tussen drie woningcorporaties en de daarmee gepaard gaande beleidsharmonisatie – inmiddels is geschrapt en later door de kantonrechter nietig is verklaard en dat thans als beleid wordt gevoerd dat indien er zich na drie maal adverteren geen geschikte kandidaten hebben aangediend die voldoen aan de eis “50-plussers zonder inwonende kinderen”, ook personen die niet tot deze groep behoren een appartement toegewezen kunnen krijgen.

De Commissie is van oordeel dat – nu niet is gebleken dat ten tijde van het plaatsen/verspreiden van de uiting in strijd is gehandeld met het geadverteerde toelatingsbeleid ‘50+, zonder inwonende kinderen’ en uit de overgelegde stukken niet blijkt dat dit toelatingsbeleid nooit zou wijzigen – van misleidende reclame geen sprake is (geweest). De uitspraak van de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 26 november 2015 waarin is bepaald dat artikel 1 van het huishoudelijk reglement nietig was leidt er evenmin toe dat de uiting uit 2002 misleidend is (geweest).

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken