De bestreden reclame-uiting
Het betreft een abriposter met de volgende tekst:
“Naar je werk? Met de OV-chipkaart reis je makkelijk en voordelig!” en
“In de spits rijdt de bus elke 10-15 minuten” en
“gewoonmetjeovchipkaart.nl”; “koop ‘m nu” en het logo van QBuzz.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Klaagster vindt de uiting van adverteerder misleidend, omdat in de uiting staat dat de bus elke 10-15 minuten rijdt, maar daar niet bij wordt vermeld dat dat alleen buiten schoolvakanties geldt.
Het verweer
De abriposter hangt bij een bushalte in Zuidlaren. De dienstregeling van het openbaar vervoer per bus kent voor de vakanties 3 varianten: de normale dienstregeling (geen vakantie), de dienstregeling in de kleine vakanties en de dienstregeling voor de zomervakantie. In de voorjaarsvakantie, goede vrijdag, meivakantie, herfstvakantie en kerstvakantie rijden de bussen volgens de ‘kleine vakantiedienstregeling’. In de kleine vakantiedienstregeling rijdt de bus op het traject Annen-Meerstad/Scharmer en vice versa (waar de bestreden abriposter hangt) elk kwartier. In de zomervakanties rijdt de bus minder vaak: tussen 7.00 en 8.46 uur vijf keer richting Groningen. Voor de middagspits gelden vergelijkbare frequenties.
De tekst “In de spits rijdt de bus elke 10-15 minuten” geldt voor het hele jaar. De uitzondering voor de zomervakantie doet geen afbreuk aan deze uiting. Een goed geïnformeerde reiziger is ervan op de hoogte dat de dienstregeling in de zomervakantie anders is dan de reguliere dienstregeling. Dit volgt volgens adverteerder ook uit de beslissing van de Commissie van 14 december 2011 (dossiernummer 2011/01128).
Het oordeel van de Commissie
In de uiting staat: “In de spits rijdt de bus elke 10-15 minuten”.
De gemiddelde consument zal op grond hiervan verwachten dat de bus in de dagelijkse ochtend- en avondspitsen, van maandag tot en met vrijdag, elke 15 minuten of zelfs vaker rijdt. Vast is komen te staan dat dit niet het hele jaar door geldt: tijdens de zomer rijdt de bus zes weken lang tijdens de spits minder vaak dan elke 15 minuten.
De verweren dat er in de zomer nog steeds ruime reismogelijkheden zijn en de gemiddelde consument ervan op de hoogte is dat de dienstregeling van de bussen in de zomervakantie anders is, treffen geen doel. Ten eerste kiest adverteerder ervoor om de dienst aan te prijzen met de absolute mededeling “elke 10-15 minuten”. Deze mededeling kan niet anders begrepen worden dan dat de bus (in de spits) minimaal elke 15 minuten gaat.
Voor wat betreft het verweer dat de goed geïnformeerde reiziger weet dat de dienstregeling anders is in de zomervakantie, en de verwijzing naar dossier 2011/01128, overweegt de Commissie als volgt. De kern van laatstgenoemde beslissing is dat de gemiddelde consument begrijpt dat een busdienstregeling voor overdag kan afwijken van een dienstregeling voor ’s nachts en in het weekend. De mededeling dat een bus “12 x per uur” reed is in die zaak niet misleidend geacht, ondanks dat de bus ‘s nachts minder vaak dan 12 keer per uur ging. In de huidige kwestie heeft de mededeling specifiek betrekking op de spits. Nu er in de zomermaanden net als in de rest van het jaar sprake is van een ochtend- en avondspits (zij het een minder drukke spits) kan adverteerder er in dit geval niet zonder meer van uitgaan dat de gemiddelde consument weet dat de service (minimaal elke 15 minuten een bus) niet geldt voor de zes weken zomervakantie (van de regio waar de poster hangt). Temeer, omdat de Abriposter zich met de vraag “Naar je werk?” expliciet lijkt te richten op werkenden en niet op schoolgaande kinderen.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de mededeling “In de spits rijdt de bus elke 10-15 minuten” te absoluut en gaat de bestreden uiting gepaard met onduidelijke informatie over de voordelen van het aangeprezen product als bedoeld in artikel 8.2 onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij of zij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.