De bestreden reclame-uiting
Het betreft de televisiereclame waarin een frisdrank van het merk DubbelFrisss wordt aangeprezen.
In de commercial is – voor zover hier van belang – te zien dat een (tiener)jongen in een park zichtbaar twijfelt tussen het uitlaten van de naast hem staande en naar hem opkijkende, piepende mopshond en het laten vliegen van een drone, die aan de andere kant naast hem op de grond staat. Op dat moment verschijnt ‘vanuit een wolk’ een man, liggend op een veldbed, die tegen de jongen zegt: “Waarom kiezen als het allebei kan?” Terwijl een voice-over vervolgens zegt: “Juist. Denk dubbel. DubbelFrisss, het lekkerste van twee smaken”, is te zien hoe het hondje aan zijn tuigje tot ooghoogte de lucht in wordt getild door de drone die door de jongen wordt bestuurd.
De klacht
De commercial geeft het verkeerde voorbeeld dat je een kleine hond kunt optillen met een speelgoeddrone. Kinderen die deze reclame zien, zouden kunnen denken dat zij dit zelf ook kunnen proberen en “dat kan natuurlijk alleen maar verkeerd aflopen”, aldus klager.
Het verweer
Adverteerder voert aan, kort samengevat, dat zij een leuke, positieve en humoristische commercial heeft willen maken en dat het niet haar intentie is om mensen aan te zetten het gedrag dat in de commercial wordt getoond te kopiëren. Hierbij is van belang dat de commercial zich overduidelijk afspeelt in een fantasiewereld, wat wordt benadrukt door de ‘magische wolk’ waarmee de man ineens verschijnt. Verder is het technisch niet mogelijk om met een dergelijke drone een hond – zelfs een klein hondje – de lucht in te krijgen. De doorsnee drone kan niet meer dan het eigen gewicht en een camera dragen.
Adverteerder licht toe dat zij tijdens het maken van de reclamefilm uiterst zorgvuldig heeft gehandeld en heeft voldaan aan alle voorwaarden met betrekking tot het werken met dieren. De actie is niet echt met een vliegende drone uitgevoerd en gefilmd. De beelden zijn in nabewerking met special effects in elkaar gezet.
Adverteerder is ervan overtuigd dat de gemiddelde consument de commercial niet zal interpreteren op de manier zoals klager dat doet, maar op de door adverteerder bedoelde wijze, en verzoekt daarom de klacht af te wijzen.
Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat het bezwaar van klager tegen de televisiecommercial zo op dat hij de commercial – wegens het daarin getoonde gedrag en de kans op navolging van dat gedrag door kinderen – in strijd acht met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid oordeelt de Commissie als volgt.
2. De in de commercial getoonde situatie, waarbij een hondje wordt ‘uitgelaten’ door hem te laten optillen door een drone, is onmiskenbaar niet realistisch bedoeld. De gemiddelde consument zal dit herkennen en begrijpen dat de beelden in de televisiecommercial zodanig zijn bewerkt dat het slechts lijkt alsof het hondje onder de drone hangt. Nog daargelaten dat met een drone zoals in de commercial is te zien een hondje niet kan worden opgetild, wordt in de uiting naar het oordeel van de Commissie niet opgeroepen of aangezet tot navolging van het getoonde gedrag. Gelet op het voorgaande gaat de uiting de grenzen van de goede smaak en het fatsoen in de zin van artikel 2 NRC niet te buiten. Daarom wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.