a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2017/00781

Datum:

13-12-2017

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Verpakking en etikettering

De bestreden promotie

Het betreft een kartonnen ‘koffertje’ met op de voorzijde vakantiefoto’s en het woord/beeldmerk CenterParcs, en op de achterzijde een “Reiskoffer spel” met eveneens het merk CenterParcs. Het Reiskoffer spel is een bordspel waarbij men met behulp van een dobbelsteen een route op een getekende kaart dient af te leggen. In het koffertje bevinden zich onder meer een 33 cl blikje Heineken bier 0,0, een 15 cl blikje Amstel Radler bier 0.0 en een 23 cl flesje Jillz 0.0 (cider).

 

De klacht (inclusief de nadere toelichting)

Deze kan als volgt worden samengevat.

Bij aankomst op het bungalowpark kreeg de 10-jarige zoon van klager een koffertje waarin non-alcoholische producten van Heineken, Amstel en Jillz zaten. Op Twitter vernam klager dat ook bij anderen het koffertje aan kinderen was gegeven. Op de achterzijde van het koffertje staat een spelletje voor kinderen. Klager maakt bezwaar tegen het feit dat het koffertje is ontworpen voor kinderen en aan kinderen wordt gegeven ondanks de inhoud daarvan.

 

Het verweer van Heineken

Dit wordt als volgt weergegeven.

Heineken stelt primair dat in Nederland geen wet- of regelgeving bestaat die sampling van non-alcoholische producten verbiedt. Subsidiair stelt Heineken dat non-alcoholische dranken niet aan minderjarigen dienen te worden verstrekt. Het koffertje had niet aan de minderjarige zoon van klager dienen te worden gegeven omdat het producten van de alcoholbranche bevat, ook al bevatten deze in dit geval geen alcohol. Een bordspel voor kinderen hoort niet op de achterzijde van het koffertje te staan nu het koffertje dergelijke producten bevat. Heineken licht toe welke maatregelen zij heeft genomen om herhaling te voorkomen. Zij heeft contact met Center Parcs opgenomen om de sampling te stoppen en haar producten uit het koffertje te laten verwijderen.

 

Het verweer van Center Parcs

Dit wordt als volgt weergegeven.

Center Parcs gaat ervan uit dat de klacht is gebaseerd op strijd met het fatsoen en de goede zeden (artikelen 2 en 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), abusievelijk door Center Parcs aangeduid als Reclamecode Reisaanbiedingen, opmerking voorzitter). Center Parcs benadrukt dat de ‘welkomstkoffer’ geen kinderkoffer is. Het is een kartonnen doos met het uiterlijk van een reiskoffer met daarin sampling producten en eventuele andere zaken die voor huurders van accommodatie relevant en interessant zijn. De inhoud van de welkomstkoffer verandert elke drie maanden. Het doel van de koffer is een positieve beleving voor gasten te creëren. Center Parcs legt een foto over waaruit de inhoud van de koffer blijkt. Deze bestaat niet alleen uit non-alcoholische dranken, maar tevens uit een rolletje Mentos, een haarmasker, kruiden en diverse kortingsflyers. Op de achterkant van de welkomstkoffer is een bordspel afgedrukt. De koffer is zodoende samengesteld voor het gezin als geheel. Het kan incidenteel voorkomen dat kinderen van gasten de koffer in ontvangst nemen. Hieruit volgt echter nog niet dat de welkomstkoffer een kinderkoffer is. Center Parcs benadrukt verder dat het niet haar intentie is om non-alcoholische merken onder minderjarigen te promoten. Om elke onduidelijkheid hierover te voorkomen, heeft Center Parcs, in overleg met Heineken, besloten om met onmiddellijke ingang de betreffende welkomstkoffer uit roulatie te nemen.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  De klacht heeft betrekking op een ‘koffertje’ met promotieartikelen dat aan de minderjarige zoon van klager werd gegeven bij aankomst op bungalowpark Center Parcs Het Heijderbos. Het koffertje heeft blijkbaar een uiterlijk en inhoud die niet op een individuele consument is afgestemd. Verder begrijpt de voorzitter dat het koffertje standaard wordt uitgereikt aan huurders van accommodatie zodra deze zich bij het bungalowpark aanmelden. Niet in geschil is dat een dergelijke wijze van promotie (in feite sampling) als een vorm van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dient te worden beschouwd.

2)  Afgaande op de foto’s van de buitenkant van het koffertje, oordeelt de voorzitter dat de voorzijde niet op een specifieke doelgroep is gericht. Hierop zijn enkele vakantiefoto’s en het merk CenterParcs te zien. Dit ligt anders ten aanzien van de achterzijde. Hierop is een simpel bordspel te zien dat onmiskenbaar voor kinderen is bedoeld. Dit is mogelijk ook de reden waarom het koffertje aan de 10-jarige zoon van klager is uitgereikt, terwijl ook niet in geschil is dat het koffertje vaker (volgens Center Parcs: incidenteel) aan kinderen wordt uitgereikt. Nu de achterzijde van het koffertje duidelijk op kinderen is gericht, moet de promotie als zodanig ook geacht worden mede op kinderen te zijn gericht. Kinderen kunnen zeer wel menen dat het koffertje, inclusief de inhoud, mede voor hen is bedoeld. De Kinder- en Jeugdreclame (KJC) is dientengevolge van toepassing. Deze code bevat evenwel geen specifieke bepalingen die op deze situatie van toepassing zijn. Nu de onderhavige wijze van promoties ook niet onder een andere bijzondere reclamecode valt, en meer in het bijzonder de Reclamecode voor alcoholhoudende drank (RVA) 2014 niet van toepassing is omdat de promotieartikelen niet voor meer dan 0,5% uit alcohol bestaan, dient te worden getoetst aan het algemene gedeelte van de Nederlandse Reclame Code.

3)  De voorzitter constateert dat klager verontwaardigd is over het feit dat een koffertje met een deels op kinderen gericht uiterlijk aan een kind wordt uitgereikt terwijl zich in het koffertje bier en cider bevinden (in de vorm van de 0% varianten van de gelijknamige merken voor alcoholhoudende drank). Deze klacht kan aldus worden opgevat dat klager meent dat is gehandeld met de normen van het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC. Dit laatste stemt overeen met de interpretatie die Center Parcs aan de klacht geeft. Op zichzelf genomen kan de voorzitter zich overigens vinden in de stelling van Center Parcs dat de inhoud van het koffertje is samengesteld voor het gezin als geheel. Naast de genoemde dranken bevat het koffertje namelijk ook een rolletje Mentos, een haarmasker, kruiden en diverse kortingsflyers. Dat doet evenwel niet af aan het feit dat de buitenzijde van de koffer blijkens het voorgaande wel specifiek op kinderen is gericht, waardoor het misverstand kan ontstaan dat de inhoud van het koffertje vooral voor kinderen is bestemd. Kinderen zullen ook kunnen menen dat het koffertje producten bevat die voor hen zijn bedoeld. Dit impliceert dat producten die bier respectievelijk cider zijn mede aan kinderen worden aangeprezen.

4)  De voorzitter acht dit laatste ontoelaatbaar. Naar hedendaagse maatstaven kan niet worden aanvaard dat bier en cider specifiek aan kinderen wordt aangeprezen, ook indien het om de varianten van deze dranken (in dit geval bekende merken) gaat die geen alcohol bevatten of een lager alcoholpercentage dan 0,5%. De voorzitter leidt uit de reactie van Heineken af dat ook zij als fabrikant een dergelijke aanprijzing onwenselijk acht en dat zij om die reden de in haar verweer genoemde maatregelen heeft genomen, die naar het oordeel van de voorzitter overigens adequaat zijn. Uit het verweer van Center Parcs blijkt dat ook zij heeft besloten de onderhavige promotie te staken en het betreffende koffertje uit roulatie heeft gehaald.

5)  Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de onderhavige reclame niet in overeenstemming is met het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC. Nu Heineken en Center Parcs evenwel maatregelen hebben genomen om te voorkomen dat het onderhavige koffertje met de hiervoor omschreven inhoud nog zal worden uitgereikt, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft. Op grond hiervan wordt volstaan met te beslissen als volgt.

  

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken