De bestreden reclame-uitingen
Het betreft een digitale folder op de website van Lidl voor zover daarin “Amerikaans dessert” wordt aangeboden in “de varianten cheesecake en cookie”. Daarbij zijn op een foto de deksels van de producten te zien waarop deze nader worden omschreven als “Cheese-Cake Dessert” respectievelijk “Cookie Dessert”. Volgens klaagster stond een vergelijkbare aanbieding in een huis-aan-huis folder. Verder maakt klaagster bezwaar tegen de (etiketten op de) verpakkingen van de producten.
Samenvatting van de klacht
Klaagster heeft de hiervoor genoemde desserts (toetjes) gekocht. Uit de folders en de deksels blijkt niet dat deze desserts alcohol bevatten. Men verwacht dit ook niet. Klaagster is 11 weken zwanger en heeft door de ontbrekende informatie de toetjes gegeten, evenals haar kinderen (10 en 11 jaar oud). Pas na lezing van het volledige etiket blijken de toetjes alcohol te bevatten. Klaagster is teleurgesteld over de informatieverstrekking door adverteerder.
Samenvatting van het verweer
De wet maakt onderscheid tussen alcoholhoudende dranken en alcoholhoudende eetwaren. Ten aanzien van alcoholhoudende eetwaren bestaat er geen bijzondere reclamecode. Naast de algemene regels van de Nederlandse Reclame Code (NRC) gelden voor alcoholhoudende eetwaren de regels van het Warenbesluit informatie levensmiddelen en de Wet voedselinformatie (Europese Verordening 1169/2011). Op grond van deze wet- en regelgeving dienen etiketten voorzien te zijn van bepaalde informatie. Ten aanzien van etiketten stelt de wet dat deze voorzien moeten zijn van een lijst van ingrediënten, alsmede de hoeveelheid van bepaalde ingrediënten noemen en een waarschuwing bevatten. Adverteerder voldoet aan de wettelijke verplichtingen nu op het etiket van beide producten staat dat deze alcoholhoudende drank bevatten en de waarschuwing “Bevat alcohol”. De wet verplicht niet deze informatie op een deksel of in huis-aan-huis folders of op de website te vermelden. Adverteerder betreurt het dat klaagster geen contact met haar heeft gezocht. Adverteerder zal deze klacht intern als suggestie onder de aandacht brengen van de relevante afdelingen.
Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter maakt onderscheid tussen enerzijds het etiket op de verpakking van de desserts waarover het in dit deze procedure gaat, en anderzijds de reclame voor deze producten in de digitale folder op de website van adverteerder waarin de producten worden omschreven zonder de mogelijkheid deze online te bestellen. Deze uitingen dienen namelijk volgens verschillende voorschriften te worden beoordeeld. Voor zover klaagster verwijst naar een huis-aan-huis folder beschikt de voorzitter overigens niet over een kopie van een dergelijke uiting, zodat in zoverre de klacht niet beoordeeld kan worden.
Ten aanzien van het etiket op de verpakkingen van beide producten
2) De voorzitter stelt voorop dat bij de beoordeling of een etikettering voor een consument misleidend kan zijn, uit de rechtspraak volgt dat moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument op basis van de totale uiting (HvJ EG 16 juli 1998, 347). En voorts dat deze gemiddelde consument, wiens beslissing tot aankoop wordt bepaald door de samenstelling van een product, eerst de lijst van ingrediënten leest (HvJ EG 26 oktober 1995, C-51/94). Dat de lijst van ingrediënten op de verpakking staat, kan anderzijds niet uitsluiten dat kan worden geoordeeld dat de consument wordt misleid (HvJ EG 4 juni 2015, C-195/14).
3) Adverteerder heeft op verzoek van de voorzitter afbeeldingen van de volledige etiketten op de verpakking toegezonden. De voorzitter constateert aan de hand daarvan dat uit de ingrediëntenlijst op de etiketten van beide producten blijkt dat de desserts alcohol bevatten. Ten aanzien van Cookie dessert wordt immers als ingrediënt brandewijn respectievelijk 2% brandewijn genoemd. Ten aanzien van Cheese-Cake dessert wordt als ingrediënt sinaasappellikeur respectievelijk 5,5% sinaasappellikeur genoemd. Belangrijker echter acht de voorzitter in dit verband het feit dat op beide etiketten onder de ingrediëntenlijst een opvallend geel kader tegen een donkerblauwe achtergrond staat met daarin de tekst “Bevat alcohol” respectievelijk “Contient de l’acool”. Deze informatie valt niet over het hoofd te zien bij het bekijken van het etiket. Aldus dient ervan te worden uitgegaan dat de gemiddelde consument op het etiket niet wordt misleid over het feit dat de desserts alcohol bevatten, alsmede dat de consument deze informatie in de winkel ziet alvorens hij besluit het product te kopen. Dat niet op de deksel eveneens staat dat het product alcohol bevat, doet daaraan niet af. Niet kan worden aangenomen immers dat de gemiddelde consument enkel op basis van (globale) informatie op een deksel besluit een product te kopen.
Ten aanzien van de digitale reclamefolder
4) In de digitale folder worden de producten omschreven als “Amerikaans dessert”. Daarbij wordt gezegd: “In de varianten cheesecake en cookie”. Op de afgebeelde deksels van de beide producten zijn foto’s van de inhoud (als serveersuggestie) te zien en staan omschrijvingen die evenmin duidelijk maken dat zij alcohol bevatten. De gemiddelde consument kan daardoor niet weten dat de desserts alcohol bevatten. Klaagster stelt terecht dat men dit bij dergelijke desserts ook niet zal verwachten. Het had op grond van het voorgaande op de weg van adverteerder gelegen om de consument ook in de digitale folder op het alcoholhoudende karakter van de desserts te attenderen. Het betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Aangenomen moet immers worden dat een deel van de consumenten, om wat voor reden dan ook, geen alcohol wenst te consumeren. Nu deze informatie ontbreekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de hier bedoelde uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van hetgeen onder 4) is vermeld, acht de voorzitter de daar bedoelde reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder in zoverre aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.