De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van Aldi waarin een vrouw is te zien die verdriet heeft over een verbroken relatie. Zij eet chocola en ijs en drinkt cola. Tijdens de beelden zingt een vrouw over een sterk medicijn. De televisiecommercial eindigt met de volgende tekst van de voice-over: “Net zo komt wel weer goed. Maar dan goedkoper. Want bij Aldi betaal je een stuk minder voor de troost die je verdient.” Hierbij zijn onder meer aanbiedingen voor cola, ijs en chocolade te zien.
Samenvatting van de klacht
In de televisiecommercial wordt reclame gemaakt voor ‘troostvoeding’. Er valt te zien dat men bij adverteerder cola, chocolade en ijs voor weinig geld kan kopen. De reclame zegt in feite dat dit eten troost. Voor kinderen en mensen met een voedingsverslaving is dit zeer schadelijk. Klaagster acht de beelden in strijd met “Lid 2 artikel 4 en artikel 6” van de Reclamecode Voor Voedingsmiddelen (RVV) 2019. Het is niet juist deze voedingsmiddelen zo aan te prijzen dat ze troost kunnen bieden en/of deze eigenschap zouden hebben. Ook vindt klaagster dat deze reclame aanspoort tot overmatige consumptie. Daarbij vraagt klaagster zich af of de reclame niet gericht is op minderjarigen. Er is een jonge studente te zien die haar moeder belt omdat ze haar vriendje de deur heeft gewezen. Klaagster acht de televisiecommercial schadelijk voor de gezondheid.
Het oordeel van de voorzitter
De televisiecommercial toont een (jong)volwassen vrouw en is ook onmiskenbaar gericht op een (jong)volwassen publiek. Voor zover in de uiting producten als chocolade, cola en ijs worden aangeprezen, is dit daarom toegestaan met inachtneming van de RVV. Anders dan klaagster is de voorzitter van oordeel dat de uiting aan de eisen van deze code voldoet. Ten aanzien van artikel 4 RVV geldt dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat niet serieus wordt geclaimd dat de aangeprezen voedingsmiddelen troostende eigenschappen bezitten en zich daarmee zouden onderscheiden van andere voedingsmiddelen, laat staan dat kan worden gezegd dat de producten zich daarmee onderscheiden van andere voedingsmiddelen binnen de groep producten, zoals op grond van artikel 4 RVV is vereist. Het tonen van overmatige consumptie van een voedingsmiddel en het expliciet aansporen tot overmatige consumptie in een reclame-uiting is verder verboden. Ook mag dergelijk gedrag niet tot voorbeeld worden gesteld of goedgepraat. Zoals vermeld heeft de televisiecommercial niet serieus als boodschap dat men veel chocolade, cola en ijs zou moeten eten. Het gaat duidelijk om een humoristisch bedoelde aanprijzing van een prijsactie. Overigens is wel te zien dat de vrouw chocolade, cola en ijs consumeert, maar blijft in het midden in welke mate. Voor zover klaagster naar “Lid 2 artikel 4” verwijst, is het de voorzitter overigens niet duidelijk wat zij daarmee bedoelt. Artikel 4 heeft immers geen tweede lid. Mocht zij op enige andere bepaling uit de RVV doelen is dat onvoldoende kenbaar. Voor zover bedoeld is het tweede lid van artikel 3 RVV faalt dit beroep op gelijke gronden als hiervoor met betrekking tot artikel 4 wordt overwogen; van een voedingsclaim is immers geen sprake.
De voorzitter beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.