De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial van adverteerder voor ‘Coco Pops’. Een jongetje zit met zijn moeder aan tafel. Op tafel staat onder meer een schaaltje met Coco Pops. De moeder schenkt melk bij de Coco Pops en moeder en zoon luisteren naar het ‘knetterende’ geluid en lachen hierom. Aan het einde van de commercial wordt gezegd: “Coco Pops. Gepofte rijst met chocolade. Coco Pops van Kellogg’s. Laat je kind een heerlijk ontbijt met chocolade ontdekken. Kellogg’s. Maakt elk ontbijt bijzonder.”

De klacht

Het getoonde kind lijkt hooguit drie jaar oud te zijn. In deze tijd, waarin veel kinderen te dik zijn en niet goed ontbijten, is het onverantwoord om dit product aan te bevelen alsof het een normaal ontbijt is. In de uiting moet worden gezegd dat dit product niet voldoet aan een normaal dagelijks ontbijt. De reclame is in strijd met artikel 5 van hoofdstuk II van de Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV).

Het verweer

Op basis van artikel 5 van hoofdstuk II RVV moet een in een reclame-uiting getoonde maaltijd voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. Het in de bewuste commercial getoonde ontbijt bevat een portie fruit, 3 gram vezels en weinig verzadigd vet en zout en voldoet aldus aan deze richtlijnen. Adverteerder verwijst naar een door haar bijgevoegde tabel, waarin het getoonde ontbijt wordt vergeleken met verschillende soorten ontbijt. Voorts blijkt uit enkele door adverteerder genoemde onderzoeken dat dagelijks ontbijten een goede voedingsgewoonte is. De commercial spoort dagelijks ontbijten aan.

Het oordeel van de Commissie

Op grond van artikel 5 van hoofdstuk II RVV dient, indien in een reclame-uiting een voedingsmiddel als onderdeel van een maaltijd wordt getoond, de getoonde maaltijd te voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. Dit betekent – kort samengevat – dat de getoonde maaltijd gevarieerd dient te zijn samengesteld. Naast de getoonde portie ‘Coco Pops’, die, naar adverteerder heeft gesteld, 3 gram vezels bevat, staat op tafel ook een bakje aardbeien en melk. De Commissie acht het, op grond van het door adverteerder onweersproken gestelde, aannemelijk dat dit ontbijt voldoet aan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad en is van oordeel dat geen sprake is van strijd met artikel 5 van hoofdstuk II RVV.     

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.