De bestreden uiting

Het betreft een televisie-commercial voor melk van Campina. Een boer zegt, terwijl hij door een Nederlandse wei met koeien loopt: “U denkt misschien dat alle melk hetzelfde is. Toch wordt steeds meer melk uit het buitenland gehaald. Gelukkig komt Campina melk gegarandeerd van onze Nederlandse koeien, die we optimaal verzorgen en voeren. Zo krijgt onze melk een betere voedingswaarde. En dat vind ik belangrijk.” Vervolgens loopt de man zijn huis binnen, waar zijn gezin aan tafel zit. Hij zegt: “Want ook als vader wil ik het beste voor mijn gezin en kies ik voor Campina melk: 100% Nederlandse verse kwaliteitsmelk.” De

voice-over luidt: “Het beste van ons land proef je in Campina”.

De klacht

In de commercial wordt ‘op een dubieuze manier een tegenstelling tussen buitenland en eigen land voorgesteld’. Gezegd wordt dat voor buitenlandse melk ‘minderwaardige voeding’ wordt gebruikt. Voorts wordt meegedeeld dat steeds meer melk uit het buitenland komt, alsof dat een probleem zou vormen. Tot slot wordt in de commercial gesteld dat men geen melk uit het buitenland zou moeten drinken als je ‘het beste met je kinderen voor hebt’.

Gelet op het voorgaande acht klaagster de commercial misleidend. Tevens is klaagster van mening dat de commercial een nationalistische ondertoon heeft.

Het verweer

De Commissie vat het standpunt van adverteerder als volgt samen.

Kwaliteit Campina melk

De Campina melk komt uitsluitend van door adverteerder geselecteerde Nederlandse boeren, waardoor adverteerder kan instaan voor de specifieke kenmerken van de melk.

Begin 2007 heeft adverteerder met ongeveer 400 geselecteerde melkveehouders in Nederland een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst houdt in essentie in dat de veehouders aan bepaalde kwaliteitseisen moeten voldoen, in ruil waarvoor zij een hogere vergoeding per liter melk ontvangen.

Daartoe hanteert adverteerder een “Reglement voor het leveren van Campina merkmelk” en een bepaalde vergoeding per 100 kg Campina merkmelk, mits aan bepaalde kwaliteitseisen wordt voldaan (adverteerder voegt de desbetreffende documenten bij).

Adverteerder noemt in de eerste plaats de kwaliteitseis ‘weidegang conform de normen van de Stichting Weidegang’. Weidegang is ‘koevriendelijk’ en er wordt bijgedragen aan het in stand houden van het kenmerkende en traditionele aspect van het Nederlandse landschap: koeien in de wei. Bovendien wordt met weidegang de kwaliteit van de melk bevorderd.

Een andere belangrijke kwaliteitseis is dat de boeren het rantsoen van de koe aanvullen met een speciaal voer, dat wordt bereid volgens een geoctrooieerde werkwijze waarop adverteerder een exclusieve licentie heeft.

Voorts hanteert adverteerder de regel dat de vergoeding voor de melk hoger is naarmate het percentage onverzadigd vet hoger is. Op deze wijze wordt gestimuleerd melk met een betere voedingswaarde te produceren. Tevens wordt hiermee weidegang gestimuleerd, nu ook hiermee een hoger percentage onverzadigde vetten kan worden gerealiseerd.

Het resultaat van het voorgaande is dat de Campina melk een betere voedingswaarde heeft. Gemiddeld heeft Campina melk minder verzadigde vetten, 20% meer onverzadigd vet en 100% meer Omega 3.

Gelet op de kwaliteit en de productiewijze van Campina melk meent adverteerder dat het gerechtvaardigd is om deze ‘Nederlandse Campina melk’ in een positief daglicht te zetten. Het is niet adverteerders bedoeling om te wijzen op de negatieve aspecten van buitenlandse melk, maar op de positieve aspecten van Campina melk.

Het ‘Nederlandse’ imago

Het is niet adverteerders bedoeling geweest om een nationalistische commercial te maken. Wel bevat de commercial een ‘vleugje Nederlandse trots’. Adverteerder heeft de consument duidelijk willen maken dat de verschillende soorten melk niet over één kam te scheren zijn. Voorts blijkt uit marktonderzoek dat veel consumenten het een vertrouwd idee vinden dat de melk uit Nederland komt. Op basis van dit marktonderzoek weet adverteerder dat veel Nederlanders positieve associaties hebben met de Nederlandse koe in de wei en met de Nederlandse boeren die dat mogelijk maken.

Bovendien weet adverteerder dat de consument het belangrijk vindt om te weten dat een dagelijks levensmiddel, zoals melk, uit een omgeving komt die hij of zij kent, die dichtbij is en waarmee hij vertrouwd is.

Om voornoemde redenen tracht adverteerder met de commercial de consument aan te spreken die het een prettig idee vindt om te weten dat hij Nederlandse verse melk drinkt.

Conclusie

Gelet op het voorgaande meent adverteerder dat de commercial niet misleidend of onduidelijk is dan wel op andere grond in strijd komt met de Nederlandse Reclame Code.

Het oordeel van de Commissie

Op basis van hetgeen adverteerder gemotiveerd en onderbouwd aan de hand van bewijsstukken heeft aangevoerd met betrekking tot de productiewijze van de Campina melk en de verschillende eisen die hieraan worden gesteld, acht de Commissie het voldoende aannemelijk gemaakt dat de Campina melk ten opzichte van melk van andere producenten die niet aan deze eisen voldoen, gemiddeld genomen een betere voedingswaarde heeft. Op grond van het voorgaande acht de Commissie hetgeen hieromtrent  in de reclame-uiting wordt gezegd, te weten dat de Campina melk een ‘betere voedingswaarde’ krijgt, doordat deze van Nederlandse koeien komt die ‘we optimaal verzorgen en voeren’, niet onjuist of misleidend.

Klaagsters bezwaar dat de reclame een ‘nationalistische ondertoon’ zou hebben vat de Commissie aldus op dat klaagster de commercial strijdig acht met de goede smaak en het fatsoen zoals bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak of het fatsoen, stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, terughoudend op. Mede gelet op deze terughoudendheid acht de Commissie de televisie-commercial niet van dien aard dat de grens van het ontoelaatbare wordt overschreden. De Commissie acht het niet ontoelaatbaar dat adverteerder zich positief uitlaat over het feit dat Campina melk van Nederlandse koeien komt. Niet wordt, zoals klaagster stelt, gezegd of gesuggereerd dat voor buitenlandse melk minderwaardige voeding gebruikt of dat het een probleem is dat er steeds meer melk uit het buitenland komt. Evenmin wordt naar het oordeel van de Commissie gesuggereerd dat ‘je geen melk uit het buitenland zou moeten drinken als je het beste met je  kinderen voor hebt’.

Gelet op het voorgaande oordeelt de Commissie als volgt.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.