a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2011/01158

Datum:

14-02-2012

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden uitingen

 

Het betreft verschillende uitingen betreffende “Slankbrood”, waarin -naar klager stelt- gezondheidsclaims worden gehanteerd.  

Klager heeft het oog op de volgende uitingen, waarvan afdrukken als bijlagen 3, 4 respectievelijk 5 bij de klacht zijn overgelegd.

1.

Een folder over Slankbrood.

2.

Uitingen op de website www.slankbrood.nl.

3.

Uitingen via tijdschriften en in televisieprogramma’s.

 

De klacht

 

Klager maakt bezwaar tegen de volgende drie beweringen:

a.

“Slankbrood”

b.

“Eet je slank met Slankbrood”.

c.

“Slankbrood versnelt vetafbraak”. 

Deze beweringen zijn in strijd met:

i.               de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC);

ii.              artikel 3 lid 1 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) en

iii.             artikel 8.2 NRC.  

Klager voert hiertoe het volgende aan.

De bestreden beweringen moeten worden aangemerkt als gezondheidsclaims. Deze claims voldoen niet aan de wettelijke voorschriften van Verordening 1924/2006, omdat deze niet voorkomen in het register met aangevraagde claims, noch zijn toegelaten onder artikel 13 (5) of artikel 14 van genoemde verordening. Op de claims is geen overgangstermijn van toepassing.

Voorts zijn de claims misleidend, omdat deze niet wetenschappelijk onderbouwd zijn.

   

Informatie KOAG/KAG

 

Samengevat heeft de KOAG/KAG het volgende meegedeeld.

De bestreden reclame valt niet onder de competentie van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG), omdat Slankbrood primair een levensmiddel is. De leverancier heeft de reclame wel ter preventieve toetsing aan KOAG/KAG voorgelegd en gecheckt is of de uiting geen medische claims als bedoeld in artikel 10 van de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten bevat. Verder is de leverancier geadviseerd kennis te nemen van de EG-verordening 1924/2006 (met name de artikelen 3a, 3b en 12b), de RVV en de Warenwetregeling energiebeperkte diëten.  

 

Het verweer van verweerder sub 1

 

Namens verweerder sub 1 is onder meer het volgende meegedeeld.

De campagne voor Slankbrood is zowel aan de KOAG/KAG als aan de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) voorgelegd.

 

Blijkens de brief van 2 december 2011 van KOAG/KAG bevat de campagne geen medische claims.

Voorts heeft de KOAG/KAG bij de beoordeling van de uitingen aanwijzingen gegeven omtrent de toelaatbaarheid van de uitingen in het licht van de Claimsverordening. Naar aanleiding hiervan zijn de uitingen waar nodig aangepast.

 

De nVWA toetst het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims aan de Claimsverordening. Bij brief van 16 november 2011 heeft de nVWA meegedeeld dat de campagne een aantal niet toegestane voedingsclaims bevat. Bij brief van 22 november 2011 heeft verweerder aan de nVWA bericht dat hij tegemoet is gekomen aan de bezwaren van de nVWA. Wat betreft het (eventuele) gebruik van gezondheidsclaims zijn geen bezwaren geuit door de nVWA.

 

Naar aanleiding van de bezwaren van klager merkt verweerder het volgende op.

 

Klager stelt dat de drie gebezigde gezondheidsclaims niet voldoen aan de Claimsverordening, omdat de claims niet voorkomen in het register met aangevraagde en toegelaten claims. Deze stelling kan verweerder niet volgen, omdat bedoeld register nog niet door de Europese Commissie is vastgesteld. Zodra dit wel het geval is, zal verweerder de campagne indien nodig aanpassen.  

Voor zover van belang merkt verweerder op dat hij de uitingen heeft laten toetsen aan de hand van de bepalingen in de Claimsverordening en de hem ter beschikking staande (wetenschappelijke) onderbouwing van de gebruikte claims.

 

De bestreden claims hebben betrekking op de energiestofwisseling. Er ligt wetenschappelijk bewijs ten grondslag aan de positieve werking van Slankbrood op de energiestofwisseling. In dit verband legt verweerder een stuk over met de titel: “Meer over vezels” en een “ANALYSERAPPORT” van Masterlab Analytical Services, gedateerd 4 oktober 2011 betreffende een monster “Brood”.

 

Het verweer van verweerder sub 2 bij e-mail van 7 december 2011

 

Verweerder heeft onder meer het volgende meegedeeld.

Verweerder is de leverancier van de ingrediënten van Slankbrood, namelijk het oergraan Teff en is geenszins verantwoordelijk voor de door Slankbrood gevoerde reclame. Verweerder voorziet zijn “klant achter het slankbrood” van de nodige analyses van de nutriënten van het product teff en de benodigde informatie over de werking en samenstelling van de mix van (oer)granen (teff, millet, spelt, quinoa, haver, rogge). Daarbij maakt de afnemer, in dit geval slankbrood, gebruik van de in de EU door de EFSA goedgekeurde lijst van claims rond inhoudsstoffen.

 

Reactie van klager bij brief van 16 december 2011

 

Naar de mening van klager moet verweerder sub 2 wel degelijk als adverteerder worden aangemerkt. Klager legt in dit verband het volgende over:

1.

Een uittreksel uit het Handelsregister waaruit blijkt dat ECOSEM een handelsnaam is van Prograin International B.V. te Hooghalen.

2.

Een dvd met een You Tube filmpje dat via de website www.slankbrood.nl kan worden bekeken en waarmee -naar klager stelt- Prograin (ECOSEM) voor Slankbrood adverteert.

 

Reactie verweerder sub 2 bij e-mail van 4 januari 2011

 

Namens verweerder is onder meer het volgende meegedeeld.

Verweerder handhaaft het verweer dat hij niet verantwoordelijk is voor enige reclame voor Slankbrood. Prograin International bv (Ecosem) treedt uitsluitend op als leverancier van de voornaamste en werkzame grondstof voor Slankbrood, namelijk Teff.

Uiteraard is Prograin (Ecosem) betrokken bij iedere klant die producten met Teff op de markt brengt. In dat kader zijn op de website van Prograin diverse video-opnamen te zien, waarin de producten van klanten en hun reclame-uitingen zichtbaar zijn. Eén van die video’s van Ecosem is door de organisatie achter het slankbrood op haar website gezet. Daarin staat nog de vermelding Ecosem. Prograin heeft gevraagd deze vermelding te verwijderen en aan Prograin is toegezegd dat dit zal gebeuren.   

 

De mondelinge behandeling

 

Nadat desgevraagd door klager aan de voorzitter is meegedeeld dat de klacht is beperkt tot hetgeen in bijlage 2 bij de klachtbrief is vermeld en het derhalve niet tevens gaat om andere in de klachtbrief geuite bezwaren, hebben partijen hun standpunten mondeling toegelicht. Daarbij heeft mr. Voogt desgevraagd aan de voorzitter meegedeeld dat hij het gestelde in punt 26 van zijn pleitnota laat vervallen, nu mr. Scholten bezwaar maakt tegen het in dat punt naar voren brengen van het bezwaar dat met de claim “Eet je slank met Slankbrood” overmatige consumptie van Slankbrood wordt gestimuleerd.

Op de mondelinge toelichting zal -voor zover van belang- worden teruggekomen in het oordeel.

 

Het oordeel van de Commissie

 

1.

De Commissie stelt voorop dat zij verweerder sub 2 verantwoordelijk acht voor de bestreden uitingen, voor zover de website www.slankbrood.nl een You Tube filmpje (heeft) bevat, waarin zowel (tweemaal) de handelsnaam “ECOSEM” van verweerder sub 2 voorkomt als de vermelding van de website www.slankbrood.nl. De Commissie heeft nota genomen van de mededeling van verweerder sub 2 dat hij een verzoek heeft ingediend om de vermelding “ECOSEM” te verwijderen.   

Aangezien geen van de drie bestreden beweringen voorkomt in het You Tube filmpje, wijst de Commissie de klacht, voor zover deze is gericht tegen verweerder sub 2, af. 

 

2.

De klacht luidt kort samengevat dat de drie bestreden beweringen:

a)    moeten worden aangemerkt als niet toegestane gezondheidsclaims en

b)    misleidend zijn, omdat deze niet wetenschappelijk zijn onderbouwd.

 

Met betrekking tot deze verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

 

Ad a.

Niet is bestreden dat de gewraakte beweringen moeten worden aangemerkt als gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 2 lid 5 van de EG Verordening nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims (hierna: de verordening). Ingevolge die bepaling is een gezondheidsclaim:

“een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid”.

Ingevolge artikel 10 lid 1 van de verordening zijn gezondheidsclaims verboden, tenzij onder meer is voldaan aan de voorwaarde dat zij zijn opgenomen in de -voor zover in dit geval relevant- in artikel 13 (betreffende gezondheidsclaims die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan) bedoelde lijst van toegestane claims. Niet is gebleken dat de bestreden beweringen zijn opgenomen in deze lijst.

 

Evenmin is gesteld of gebleken dat zich een situatie voordoet als bedoeld in de artikelen 13 lid 5 en 18 van de verordening, in die zin dat een aanvraag is ingediend voor opname van één of meer van de bestreden beweringen in de lijst bedoeld in artikel 13.

 

Gelet op het bovenstaande en nu de “Overgangsmaatregelen”, neergelegd in artikel 28 van de verordening geen aanknopingspunt bieden voor het oordeel dat de bestreden claims op dit moment toelaatbaar zijn, acht de Commissie deze claims in strijd met artikel 10 lid 1 van de verordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC.

De bestreden beweringen zijn daarnaast in strijd met artikel 3 lid 1 RVV, nu niet is gebleken dat deze zijn vermeld op de zogenoemde artikel 13 lijst van de Claimsverordening of deze zijn opgenomen in Commissie Verordeningen welke de toegelaten claims onder de artikelen 13 (5) en 14 bekrachtigen.   

 

Het verweer van verweerder sub 1 dat de nVWA geen bezwaren heeft geuit wat betreft gebruik van gezondheidsclaims in de campagne voor Slankbrood leidt niet tot een ander oordeel. Naar klager ter vergadering onweersproken heeft meegedeeld, heeft de Minister van VWS in antwoord op Kamervragen meegedeeld dat de nVWA niet handhaaft ten aanzien van onterechte gezondheidsclaims, totdat de artikel 13 lijst is vastgelegd in de Claimsverordening. Dit neemt niet weg dat de Commissie kan oordelen dat deze verordening is overtreden.    

Klager heeft verwezen naar Handelingen II 2010-2011, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1979, pagina 3, antwoord op vraag 11.

De vraag luidt:

“Bent u bereid met uw Europese collega’s stappen te ondernemen om onterechte gezondheidsclaims tegen te gaan, en aan te dringen op uitvoering van de verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims? Zo nee, waarom niet?”      

Het antwoord luidt:

“Onterechte gezondheidsclaims worden op nationaal niveau gehandhaafd.

Zodra de generieke lijst met gezondheidsclaims is vastgelegd in claimsverordening 1924/2006 zal de nVWA onterechte gezondheidsclaims tegen gaan. Ook mijn Europese collega’s zullen nationaal deze claims verordening handhaven”.

 

Ad b.

Verweerders hebben niet aangetoond dat het product Slankbrood de werking heeft die daaraan door de bestreden beweringen wordt toegeschreven c.q die door die beweringen wordt gesuggereerd, te weten dat men door het eten van dit brood slank(er) zou worden.

Verweerder sub 1 heeft gesteld dat er wetenschappelijk bewijs ten grondslag ligt aan de positieve werking van Slankbrood op de energiestofwisseling en in dat verband is een stuk met de titel “Meer over vezels” en een analyserapport betreffende een product “Brood” overgelegd. Deze overgelegde stukken en de daarop ter vergadering gegeven toelichting bieden naar het oordeel van de Commissie niet voldoende grondslag voor de bestreden claims.

 

Gelet op het bovenstaande gaan de bestreden uitingen gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uitingen, voor zover daarin één of meer van de bestreden gezondheidsclaims voorkomen, in strijd met de  artikelen 2 en 7 NRC en 3 lid 1 RVV.

Zij beveelt verweerder sub 1 aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, voor zover het betreft de overtreding van artikel 7 NRC. Naar aanleiding van de overtreding van de artikelen 2 NRC en 3 lid 1 RVV doet de Commissie thans geen aanbeveling, gezien het feit dat de toezichthouder nVWA niet handhaaft ten aanzien van onterechte gezondheidsclaims, totdat de artikel 13 lijst is vastgelegd in de Claimsverordening.

Ten aanzien van verweerder sub 2 wijst zij de klacht af.

 

 

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken