De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial waarin culinair Limburg wordt aangeprezen.
In de commercial is het gezicht van een vrouw en profil te zien die op een vork een asperge wordt voorgehouden, die zij uiteindelijk in haar mond neemt. Ondertussen zegt een voice-over: “Je zal er maar met vakantie zijn. In Limburg worden de meest tongstrelende gerechten geserveerd. Ga voor de beste restaurants naar liefdevoorhetleven.nl.”
Tijdens de commercial verschijnen achtereenvolgens de volgende woorden in beeld:
“Liefde voor de tong”.
De klacht
De manier waarop de vrouw en de asperge worden getoond lijkt op een vrouw die een mannelijk geslachtsdeel in haar mond neemt. Dit is onsmakelijk en buiten elk fatsoen. De commercial, die om 20.45 uur werd uitgezonden, is bovendien ongeschikt voor kinderen van rond 12 jaar, die dan televisie kijken.
Het verweer
Adverteerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover nodig voor de beslissing wordt hierop in het oordeel van de voorzitter ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
De voorzitter vat de klacht aldus op, dat klaagster de televisiecommercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), mede gelet op het tijdstip van uitzending daarvan. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op. In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt, die van persoon tot persoon kan verschillen.
Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de voorzitter de onderhavige uiting – die weliswaar suggestief is, maar waarin geen expliciet seksueel getinte beelden te zien zijn – naar huidige maatschappelijke opvattingen niet van dien aard dat de grens van wat in het licht van de NRC toelaatbaar moet worden geacht, is overschreden. Dat de commercial ook overdag te zien is, maakt dit niet anders.
De voorzitter heeft er overigens begrip voor dat sommigen de onderhavige uiting smakeloos zullen vinden. Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het vorenstaande wijst de voorzitter de klacht af.