De bestreden reclame-uiting

Het betreft een advertentie voor kindervoeding en de website mijneerstehapjes.nl. Onder een foto van een kind dat op de knuistjes sabbelt, staat een afbeelding van twee potjes kindervoeding 4+ en de tekst:

“Stopt je kindje zijn speelgoed in zijn mondje, sabbelt hij aan zijn vuistjes of houdt hij jouw eten nauwlettend in de gaten? Dan is je kindje klaar voor een nieuw avontuur: eten van een lepeltje! (…) Alles weten over de eerste hapjes van je kindje? Kijk op www.mijneerstehapjes.nl”

De klacht

Klager stelt, kort samengevat, dat de tekst suggereert dat een kindje klaar is voor vast voedsel als het op zijn handjes sabbelt of naar de etende ouder kijkt. Het maag-darm kanaal van kindjes is echter op zijn vroegst rijp om voedsel te verwerken vanaf een leeftijd van 4 maanden. Bovendien mag er geen reclame worden gemaakt voor baby voeding voor kinderen jonger dan 6 maanden.

Het verweer

Adverteerder heeft verweer gevoerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Op grond van artikel 4 van de Warenwetregeling Babyvoeding mag bij babyvoeding niet worden vermeld dat het geschikt is voor kinderen jonger dan vier maanden. In de uiting wordt echter zonder voorbehoud gesteld dat kinderen klaar zijn voor vast voedsel vanaf het moment dat zij speelgoed in de mond stoppen, sabbelen aan de vuistjes of het eten van de ouders nauwlettend in de gaten houden. Als onweersproken is komen vast te staan dat dit gedrag ook wordt vertoond door kinderen die jonger zijn dan vier maanden. De uiting wekt derhalve de suggestie dat de aangeprezen potjes ook geschikt zijn voor kinderen jonger dan vier maanden. Het feit dat op de getoonde potjes een logo staat met de aanduiding “4+” is onvoldoende om deze suggestie weg te nemen.

Dit uiting voldoet hiermee niet aan de eis van artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dat reclame in overeenstemming met de wet dient te zijn (in dit geval artikel 4 Warenwet Babyvoeding).

De voorzitter heeft kennis genomen van de toezegging van adverteerder om de uiting aan te passen.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC. De voorzitter beveelt, voor zover nodig, adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.