a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Vrije tijd, amusement, cultuur en sport

Dossiernr:

2012/00716

Datum:

24-09-2012

Uitspraak:

dVAF bevestigd (=Afwijzing)

Product/dienst:

Vrije tijd, amusement, cultuur en sport

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Buitenreclame

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een buitenreclame op een poster voor de toneelvoorstelling “Veel gedoe om niks” van Shakespeare, waarop onder meer een getekende dame is afgebeeld met een witte kap op haar hoofd en een kraag die gedeeltelijk haar borsten bedekt. De onderkant van haar borsten en de rest van haar bovenlichaam zijn ontbloot.

 

De klacht

 

De klacht luidt – samengevat – als volgt.

 

Klager acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2, 3 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

Klager zou niet willen dat zijn echtgenote, vriendin of dochter op dergelijke wijze zou worden afgebeeld. De afgebeelde vrouw lijkt op een verpleegkundige of een religieuze zuster. Het is ondenkbaar dat dergelijke vrouwen er op deze wijze ‘bij zouden gaan lopen’. Voor beide groepen vrouwen is de uiting een belediging. Vrouwen lijken niets meer te zijn dan een lustobject. Er is sprake van discriminatie en minachting van de vrouw. Met name kleine kinderen zouden moeten worden beschermd tegen dergelijke aanstootgevende posters. Mensen die hechten aan fatsoen, waarden en normen, met name Christenen en Islamieten, worden door deze posters geminacht en beledigd.

 

De beslissing om de klacht niet in behandeling te nemen

De voorzitter oordeelde dat de onderhavige afbeelding, waarin, te midden van andere illustraties, een cartoonesk getekende verpleegkundige of religieuze zuster is afgebeeld, niet van dien aard is dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Daarbij nam de voorzitter mede in acht dat terughoudendheid dient te worden betracht in de gevallen dat moet worden beoordeeld of een uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen.

Dat de afbeelding gezien kan worden door het algemene publiek, waaronder kinderen en gelovigen, was geen reden voor de voorzitter om anders te oordelen.

 

Het bezwaar tegen de terzijdelegging

Klager blijft bij zijn standpunt en vult zijn klacht – samengevat – als volgt aan.

 

De uiting gaat in tegen de waardigheid van de vrouw. Als dergelijke onzedelijke posters zouden worden opgehangen bij een moskee in het buitenland, zouden veel moslims zich beledigd voelen. De posters hingen ook voor de Sint Catharina Kathedraal. Klager is van mening dat daarmee sprake is van een belediging voor de kardinaal en voor de gelovigen. Naar aanleiding van een telefonisch contact met de plaatsvervanger van de desbetreffende kardinaal heeft adverteerder de posters binnen 24 uur verwijderd. Als de posters bij de Kathedraal als beledigend worden ervaren, geldt dit natuurlijk eveneens voor andere plaatsen.

 

Het verweer

 

Klagers bezwaren zijn door adverteerder serieus genomen. Voor zover het binnen het vermogen van adverteerder lag, heeft zij affiches en banieren verplaatst of verwijderd, met extra aandacht voor plaatsen waar dat eventueel voor kerkgangers en andere gelovigen ‘gevoelig zou kunnen zijn’. Adverteerder heeft hiermee willen tonen dat zij de bezwaren van klager tegen de uiting respecteert. Adverteerder ziet geen aanleiding om tot verdere actie over te gaan.

 

Het oordeel van de Commissie

Gelet op de inhoud van de klacht, begrijpt de Commissie deze aldus dat klager de uiting in strijd met de goede zeden, de goede smaak en/of het fatsoen, dan wel nodeloos kwetsend acht. Deze criteria hebben een subjectief karakter en het oordeel of sprake is van strijd met één van deze criteria, is derhalve afhankelijk van de persoonlijke beleving van degene die met de reclame-uiting wordt geconfronteerd. Gelet hierop stelt de Commissie zich  bij de beoordeling daarvan terughoudend op.

 

Mede gelet op deze terughoudendheid en op de hedendaagse opvattingen met betrekking tot het tonen van ‘bloot’ in reclame-uitingen, is de Commissie van oordeel dat de uiting niet in strijd is met de genoemde criteria. Met de uiting wordt door middel van een collage, waarin,  naast de slechts gedeeltelijk ontblote vrouw (haar borsten zijn niet volledig zichtbaar), ook verschillende andere figuren op cartooneske en artistieke wijze zijn afgebeeld, de aandacht gevestigd op een toneelvoorstelling van Shakespeare. De Commissie is van oordeel dat de manier waarop dit in de onderhavige uiting is geschied, de grenzen van het toelaatbare niet te buiten gaat. Het feit dat sprake is van buitenreclame, waardoor personen die de uiting niet waarderen er wellicht mee geconfronteerd worden, leidt niet tot een ander oordeel.

 

Gelet op het voorgaande beslist de Commissie als volgt.

 

De beslissing

 

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter.

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken