De klacht
Klager maakt bezwaar tegen het ontvangen van een reclamefolder van afzender, [___]. Klager heeft door middel van een NEE/JA sticker op zijn brievenbus kenbaar gemaakt geen ongeadresseerd reclamedrukwerk te willen ontvangen. Op klagers schriftelijke beklag van 30 november 2013 bij afzender heeft deze niet gereageerd.
Het verweer
Afzender heeft niet op de brief van klager van 30 november 2013 gereageerd omdat hij in het buitenland verbleef. De betreffende reclamefolder is bezorgd door vrienden en familieleden van afzender, onder wie kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar. Waarschijnlijk wisten deze kinderen niet dat in brievenbussen met een sticker geen reclame mag worden gedaan. Afzender biedt excuus aan voor het feit dat een flyer in klagers brievenbus is gedaan. Voor het overige wil afzender in deze zaak “niet nog meer energie stoppen”.
Het oordeel van de voorzitter
Vast is komen te staan dat de van afzender afkomstige en door hem verspreide folder is gedeponeerd in klagers brievenbus, die was voorzien van een NEE/JA sticker in de zin van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat de bewoner geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks de bewuste folder in klagers brievenbus is gedeponeerd, en afzender niet heeft gereageerd op de brief die klager naar aanleiding hiervan op 30 november 2013 aan afzender heeft verzonden, is artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
Afzender heeft artikel 3.1 van de Code VOR overtreden en de voorzitter beveelt afzender aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.