De bestreden uiting
Het betreft een advertentie in NRC Handelsblad van 4 mei 2009, waarin verschillende ‘all-in retour’ vliegreizen van adverteerder worden aangeprezen. De titel van de advertentie luidt: “De wereld dichterbij met extra voordelige KLM bestemmingen”. De klacht betreft een reis naar Kuala Lumpur. Onder de bestemming “Kuala Lumpur” staat in kleine letters:
“€ 966,-“, welke tekst is doorgehaald. Hieronder staat: “€ 699,- all-in retour”. Naast de aangeboden reizen staat: “Boek deze of andere voordelige KLM bestemmingen op klm.nl of bij uw reisbureau.”
De klacht
Op of na 4 mei 2009 was het niet mogelijk om bij adverteerder voor € 699,- een retour-ticket naar Kuala Lumpur te boeken met als vertrekdatum 14 juli 2009 en als retourdatum 28 juli 2009. Nadat klager contact had opgenomen met adverteerder, bleek dat de actie slechts van toepassing was op vluchten die vóór of op 30 juni 2009 zouden vertrekken. In de uiting wordt niet op deze beperking gewezen. Klager is van mening dat in de uiting geen correcte en duidelijke prijzen staan. Voorts is klager van mening dat adverteerder niet heeft gezorgd voor een redelijke beschikbaarheid van de aangeboden vlucht tegen de daarbij vermelde prijs.
Het verweer
Adverteerder heeft – samengevat –het volgende verweer gevoerd.
De prijzen staan correct en duidelijk in de advertentie. De uiterlijke vertrekdatum was 30 juni 2009 en er waren voor deze periode voldoende tickets beschikbaar voor de in de advertentie genoemde voordelige tarieven.
De repliek
Klager blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe.
De mondelinge behandeling
Klager en adverteerder lichten hun standpunt nader toe. Adverteerder voegt onder meer aan haar standpunt toe dat ook uit de titel van de advertentie duidelijk blijkt dat sprake is van een tijdelijke actie.
Het oordeel van de Commissie
In de uiting worden reizen aangeboden tegen een verlaagd tarief. Gebleken is dat deze aanbieding alleen betrekking had op vliegreizen met als uiterlijke vertrekdatum 30 juni 2009. Nu sprake is van een beperkte geldigheid van het aanbod, had dit naar het oordeel van de Commissie bij het aanbod met zoveel woorden vermeld dienen te worden. Deze informatie ontbreekt. De Commissie acht het daarom niet duidelijk dat sprake is van een tijdelijke actie. Gelet op het voorgaande, is de Commissie van oordeel dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat hierdoor de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden om een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Het feit dat, gedurende deze beperkte periode, voldoende stoelen beschikbaar waren, doet niet aan dit oordeel af. Op grond van het voorgaande is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.