De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting op de facebookpagina van verweerster 3, bestaande uit een foto van verweerster 3 en twee andere vrouwen en de tekst:
“Girls just wanna have fun #Bonaire wat ben je mooi! Corendon vliegt vanaf heden naar Bonaire met KLM en ze bieden prachtige pakketten aan inclusief vlucht ? hotel ? transfer voor €699,- voor tien dagen!! Ik ben verliefd op het eiland en ga na deze pers reis zeker terug komen!”
De klacht
Verweerster 3 is volgens klager een bekende blogger, vlogger en TV-persoonlijkheid. In de onderhavige uiting maakt zij reclame voor Corendon en KLM zonder te vermelden dat zij daar een vergoeding voor heeft gekregen, aldus klager. Volgens hem is de uiting om die reden in strijd met artikel 3 van de Reclame Code Social Media (RSM).
Het verweer van KLM
Het verweer wordt als volgt samengevat.
KLM heeft geen vergoeding in geld of in natura betaald voor het desbetreffende bericht van verweerster 3. KLM is niet betrokken geweest bij de post van dit bericht.
Het verweer van Corendon
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Corendon heeft op geen enkele wijze verweerster 3 verzocht om de inhoud van de facebookpost te publiceren. Corendon heeft geen overeenkomst gesloten met verweerster 3, noch heeft verweerster 3 op enige wijze betaald gekregen.
Verweerster 3 is door Corendon benaderd met het verzoek om mee te gaan op persreis naar Bonaire. Deze persreis is volledig verzorgd door Corendon. Voor zover de Commissie van oordeel is dat sprake is van reclame en een Relevante Relatie, is de uiting conform de RSM omdat in het facebookbericht duidelijk wordt vermeld dat verweerster 3 op ‘persreis’ is. De aard van een persreis is dat er een product onder de aandacht wordt gebracht. Het product van Corendon is het aanbieden van reizen. De Relevante Relatie is daarom volgens Corendon duidelijk; er is voldaan aan de voorwaarden uit artikel 3 sub c RSM.
Het verweer van verweerster 3
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Verweerster 3 ontkent “ten stelligste” dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het door klager gestelde. Zij heeft een e-mail van Corendon overgelegd waarin Corendon haar bedankt “voor de mooie publicaties naar aanleiding van deze onbetaalde samenwerking.”
De mondelinge behandeling
Corendon benadrukt dat geen sprake is van reclame. Voor de (geheel verzorgde) persreis is een aantal zogeheten ‘influencers’ uitgenodigd, onder wie verweerster 3. Volgens Corendon is de achterliggende gedachte geweest dat het “leuk zou zijn” als deze influencers een positieve reactie over deze nieuwe reis van Corendon zouden plaatsen.
Het oordeel van de Commissie
Vooropgesteld dient te worden dat de Commissie van oordeel is dat het hier reclame betreft, omdat de uiting een openbare directe dan wel indirecte aanprijzing is van diensten (de reis naar Bonaire) door een adverteerder (in ieder geval Corendon) of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden (verweerster 3). Nu het een bericht op Facebook betreft, is op deze reclame-uiting de Reclamecode Social Media (RSM) van toepassing.
In artikel 3 RSM staat dat Reclame via Social Media duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn, en dat indien een Verspreider een vergoeding in geld of in natura ontvangt van de Adverteerder, dat uitdrukkelijk dient te worden vermeld in de uiting.
Klager stelt dat de uiting niet voldoet aan de eisen van artikel 3 RSM, omdat niet uitdrukkelijk wordt vermeld dat verweerster 3 een vergoeding heeft ontvangen van Corendon en KLM. Verweerders stellen hier gezamenlijk tegenover dat geen sprake is van een vergoeding, nu niet voor het bericht is betaald.
De Commissie overweegt hierover als volgt. Het feit dat door Corendon en/of KLM geen geld is betaald, betekent niet zonder meer dat er geen sprake is geweest van een vergoeding. Corendon heeft erkend dat Corendon een aantal ‘influencers’ heeft uitgenodigd (in de hoop en met de verwachting dat deze positief zouden berichten over de reis), en dat deze reis “geheel verzorgd” was door Corendon. Dit is een vergoeding in natura zoals bedoeld in artikel 3 RSM.
Waar het vervolgens om gaat, is of in de uiting uitdrukkelijk vermeld wordt dat verweerster 3 hier een vergoeding (in dit geval: in natura) voor heeft ontvangen.
In de uiting staan specifieke details vermeld zoals dat de reis door Corendon en KLM verzorgd wordt, wat de prijs is, en wat bij deze prijs inbegrepen is (vlucht, hotel, transfer). Volgens de Commissie wordt met de specifieke (aanprijzende) informatie over de reis en het noemen van Corendon en KLM duidelijk dat het hier reclame voor een reis van Corendon betreft. Vervolgens deelt verweerster 3 in de uiting mee dat zij na “deze persreis” terug gaat komen. Het publiek zal begrijpen dat het bij “deze persreis” om een reis gaat die door adverteerder(s) geïnitieerd en betaald is, met als doel deze via verweerster 3 onder de aandacht van het publiek te brengen. De Commissie is van oordeel dat door de combinatie van de specifieke informatie over de reis (waarbij Corendon en KLM genoemd worden) en de woorden “deze persreis”, onmiskenbaar uit de uiting blijkt dat verweerster 3 een vergoeding (in natura) heeft ontvangen, waardoor in het onderhavige geval geen sprake is van strijd met artikel 3 RSM.
Gelet op het bovenstaande kan in het midden blijven of ook KLM bij de uiting is betrokken, en beslist de Commissie als volgt.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.