Omschrijving:

Het betreft een televisiereclame van UPC Nederland B.V., waarin telefoneren en internet bij UPC voor € 19,95 per maand wordt aangeboden.

De klacht

In de uiting wordt niet gezegd dat men automatisch ook abonnee wordt van kabeltelevisie en- radio van UPC. Daar komt men pas achter als men de eerste factuur ontvangt. Om die reden vindt klager de uiting misleidend.

Het verweer

Klager had vóór het aangaan van het telefonie- en internetabonnement al een kabeltelevisie-abonnement.
Naast € 19,95 voor telefoneren en internet is ook € 16,05 voor een kabeltelevisieabonnement verschuldigd.
Een werkende kabelaansluiting is voor een abonnement op telefonie en internet technisch gezien noodzakelijk. De gemiddelde consument mag hiermee bekend worden verondersteld, zodat het niet noodzakelijk is om dit in de bestreden uiting afzonderlijk kenbaar te maken.
Dat een werkende kabelaansluiting is vereist, staat in de Algemene Voorwaarden van UPC voor telefonie en internet (artikel 4.1) die bij het aangaan van de overeenkomst aan klager zijn verstrekt en die op de website staan. Voorts wordt de consument hierop gewezen in de eerste stap van het bestelproces.
Ook KPN, Essent en Casema laten de kosten van het kabeltelevisieabonnement in hun reclame-uitingen onvermeld.
In de bestreden uiting staat onder in beeld:
“Kijk voor beschikbaarheid en voorwaarden op www.upc.nl”.

Het oordeel van de Commissie

Een telefoon/internet abonnement voor € 19,95 is niet afzonderlijk te koop. Dat bij dit abonnement als voorwaarde geldt dat men over een kabeltelevisieabonnement beschikt, is een zo essentiële voorwaarde dat deze niet in de uiting achterwege had mogen blijven. Aangezien deze informatie in de uiting ontbreekt, acht de Commissie de uiting onvolledig en daardoor misleidend. Dat de voorwaarde wel wordt vermeld in de algemene voorwaarden en in de eerste stap van het bestelproces en dat in de uiting staat: “Kijk voor beschikbaarheid en voorwaarden op www.upc.nl”, doet aan dit oordeel niet af.

De beslissing

Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

artikel 7 NRC