De bestreden reclame-uiting
Het betreft een namens adverteerder met klaagster op 3 juli 2012 gevoerd telemarketinggesprek.
De klacht
In het gesprek werd de indruk gewekt dat een aanbieding werd gedaan door KPN. Deze indruk werd versterkt door het feit dat men klaagsters bankrekeningnummer kende.
Een fragment van het gesprek luidde, naar klaagster stelt: “omdat u al zo lang klant bij KPN bent, bieden wij u een goedkoper abonnement aan”.
Van het gesprek is een opname gemaakt en klaagster heeft de aanbieding na het gesprek per brief ontvangen. Vervolgens kon zij gedurende 7 dagen opzeggen, hetgeen zij per fax gedaan heeft.
Volgens klaagster is er sprake van misleiding en van gebruik van gegevens (bankrekeningnummer) die zij niet aan de adverteerder heeft verstrekt.
Het verweer
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
Uit het bij het verweer overgelegde, ook in dit geval gehanteerde belscript blijkt dat er geen sprake kan zijn van onduidelijkheid; klaagster is er minimaal 10 keer op gewezen dat de aanbieding wordt gedaan namens Pretium Telecom en niet namens KPN.
Ook blijkens de het bij het verweer overgelegde transcriptie van de voicelog is klaagster er meermalen, tenminste 5 maal, op gewezen dat zij met Pretium Telecom van doen had, en niet met KPN. Dit volgt ook uit het na het telefoongesprek aan klaagster toegezonden welkomstpakket.
Dat geen sprake kan zijn van misleiding volgt ook uit eerdere uitspraken van de Commissie in vergelijkbare gevallen (dossiers 07.0460, 07.0593, 08.0195 en 08.0325). in deze zaken heeft de Commissie op grond van het belscript samengevat geoordeeld dat in de gesprekken voldoende duidelijk is gemaakt dat het gesprek en het aanbod niet door of namens KPN werden gedaan, maar namens Pretium Telecom.
Klaagster dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar klacht over het gebruik van bankgegevens. Deze klacht is immers niet gericht tegen een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het gaat veeleer om een onderdeel van de afspraken tussen Pretium Telecom en klaagster.
Voor zover de Commissie hierover anders mocht oordelen, wijst adverteerder erop dat er in 2008 reeds een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Pretium Telecom en klaagster. In dat kader heeft klaagster destijds haar bankgegevens aan Pretium Telecom verstrekt.
Ook dit onderdeel van de klacht dient te worden afgewezen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van adverteerder is nader toegelicht.
Daarbij is meegedeeld dat de volledige tekst van het op 3 juli 2012 met klaagster gevoerde telemarketinggesprek inmiddels niet meer beschikbaar is bij adverteerder.
Het oordeel van de Commissie
Bij gebreke van de volledige tekst van het met klaagster gevoerde telemarketinggesprek kan niet met zekerheid worden vastgesteld wat de inhoud van dat gesprek is geweest. Wat daarvan zij wat betreft de mogelijkheid -ook voor de adverteerder- om na een dergelijk gesprek na te gaan waardoor later gestelde verwarring kan zijn ontstaan, de Commissie ziet geen aanleiding om in twijfel te trekken dat het met klaagster gevoerde telemarketinggesprek heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bij het verweer gevoerde belscript en dat de bij verweer overgelegde “Transcriptie voice-log” het einde van het gesprek met klaagster weergeeft. Een “voice-log” in het kader van een telemarketinggesprek dient om -naar namens adverteerder ter vergadering is meegedeeld- de wilsuiting vast te leggen.
Naar het oordeel van de Commissie blijkt zowel uit het belscript als uit de “Transcriptie voice-log” voldoende duidelijk dat een aanbod wordt gedaan door Pretium Telecom. Zo vangt het telemarketinggesprek aan met:
“Goedemiddag/avond….
U spreekt met (voornaam/achternaam agent) van Pretium Telecom.
Speek ik met de heer/mevrouw (naam respondent) fijn dat ik u tref!
U bent in het verleden klant geweest bij Pretium Telecom en wij vinden het jammer dat u niet meer goed & goedkoop via ons belt.
Omdat wij u graag terug willen als gewaardeerde klant mag ik u vandaag een speciaal aanbod doen.
Mag ik u mijn aanbod even kort uitleggen?”
Voor zover in de tekst van het belscript wordt gesproken over KPN gebeurt dat in het kader van een vergelijking tussen een abonnement bij KPN en een abonnement bij Pretium Telecom. In de “Transcriptie voice-log” wordt niet gesproken over KPN.
Klaagster stelt dat haar indruk dat een aanbieding werd gedaan door KPN werd versterkt door het feit dat men haar bankrekeningnummer kende.
De Commissie stelt vast dat in het belscript staat:
“U bent in het verleden klant geweest bij Pretium Telecom en wij vinden het jammer dat u niet meer goed & goedkoop via ons belt” en verderop:
“Ik heb hier een rekeningnummer staan (lees rekening nummer op) klopt dit nog steeds?”.
Adverteerder heeft onder verwijzing naar een overgelegde “Transcriptie voice-log 2008” en een bevestigingsbrief van 29 mei 2008 voldoende aannemelijk gemaakt dat klaagster in 2008 een overeenkomst met adverteerder heeft gesloten en dat klaagster in dat kader een bankrekeningnummer heeft opgegeven. Dat kennelijk dit bankrekeningnummer in het thans bestreden telemarketinggesprek is genoemd, betekent niet daardoor wordt gesuggereerd dat het om een aanbieding van KPN gaat. Evenmin is de Commissie van oordeel dat het onderhavige gebruik van klaagsters bankrekeningnummer op zichzelf het telemarketinggesprek in strijd met de Nederlandse Reclame Code doet zijn.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.