De bestreden reclame-uiting

Het betreft een advertentie van KPN in de NRC met de aanhef: “Vind het abonnement dat écht bij u past met de nieuwe zakelijke bundels”. Hieronder staat de afbeelding van een iPhone Xs met daarnaast de tekst: “iPhone Xs 14 GB Onbeperkt bellen/sms 26,17”.

Samenvatting van de klacht

In de advertentie staat niet dat naast het abonnement de iPhone Xs moet worden aangeschaft en dat de prijs daarvan niet in de abonnementsprijs is opgenomen. De uiting suggereert dat men voor € 26,17 een nieuwe iPhone Xs met het genoemde abonnement krijgt.

De reactie van adverteerder

Per abuis is in de uiting niet vermeld dat het maandbedrag alleen voor het zakelijke mobiele abonnement geldt en dat voor het toestel apart moet worden bijbetaald. Adverteerder heeft de uiting aangepast. In de nieuwe uiting staat het totale maandbedrag van het abonnement met het toestel. Daarnaast wordt nu vermeld dat eenmalige kosten moeten worden betaald zoals blijkt uit de overgelegde gewijzigde nieuwe uiting. Adverteerder biedt excuses aan.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter begrijpt dat de bestreden advertentie ziet op een gecombineerd aanbod waarbij men een abonnement afsluit en daarbij tegelijk een toestel koopt dat via het abonnement kan worden betaald. Adverteerder stelt dat zij in de uiting per abuis de prijs van het abonnement zonder toestel heeft genoemd en dat zij de uiting inmiddels heeft aangepast, zoals blijkt uit de door haar overgelegde gewijzigde uiting. Aldus is geen juiste informatie over de prijs verstrekt als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Nu adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een eenmalige fout die inmiddels is hersteld, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.