De bestreden reclame-uiting
Het betreft een e-mail aan klager voor zover deze de tekst bevat: “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis.”
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat. Klager heeft op 26 mei 2017 op de website van adverteerder een ‘Samsung Portable SSD T3 1 TB’ besteld, die volgens mededeling op de website de volgende dag geleverd zou worden. Dat is niet gebeurd. Op 2 juni 2017 is het product bij klager afgeleverd. Klager vindt de bewering “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” misleidend omdat deze niet wordt nagekomen.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat. De bewering “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” bevat geen aanprijzend element en kan daarom niet als reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) worden beschouwd. In het geval dat de Commissie de uiting wel als reclame beschouwt, is geen sprake van misleiding. “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” is een realistische uiting. Het komt een enkele keer voor dat een pakket vertraging oploopt door omstandigheden die niet aan adverteerder zijn toe te rekenen. Adverteerder is voor de bezorging afhankelijk van Post NL. In het geval van klager kon Post NL niet op tijd bezorgen vanwege grote drukte rond Hemelvaart. Adverteerder onderbouwt deze stelling met een nieuwsbericht op de website www.logistiekprofs.nl over Post NL en de drukte rond Hemelvaart 2017.
De mondelinge behandeling
Klager benadrukt dat hij de bewering “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” wel degelijk een garantie vindt. Doordat Coolblue voor de bezorging gebruik maakt van Post NL kan zij deze garantie niet geven, vindt klager. Nergens op de website heeft hij een voorbehoud kunnen vinden.
Coolblue brengt daar tegenin dat de bewering “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” als een inspanningsverplichting gezien moet worden, en niet als resultaatsverplichting. Dat de zending van klager niet op tijd is gekomen, is het gevolg geweest van overmacht, aldus Coolblue. Voor haar witgoed-producten maakt Coolblue naar eigen zeggen gebruik van haar eigen bezorgdienst.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat de bewering “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” een aanprijzend karakter heeft met betrekking tot de diensten van Coolblue, wat de uiting reclame maakt in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De snelle bezorging kan de reden zijn dat consumenten het product op de website van adverteerder kopen in plaats van elders, waar deze snelle levering niet wordt aangeboden.
In de uiting wordt ten aanzien van de levering van het product dat klager heeft gekocht zonder enig voorbehoud gesteld “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis”. Als erkend is komen vast te staan dat in sommige gevallen de beloofde levertijd van één dag niet wordt gehaald, zoals in het geval van klagers bestelling, die pas een week later is geleverd. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis” te absoluut.
Adverteerder beroept zich op overmacht: door bijzondere omstandigheden kon Post NL de levering niet op tijd uitvoeren. Dit verweer kan niet slagen. Adverteerder kiest ervoor te adverteren met “Voor 23.59 uur besteld, morgen in huis”, ondanks haar afhankelijkheid bij de levering van een derde partij. Door deze afhankelijkheid kan zij niet garanderen dat de levering ook daadwerkelijk binnen één dag plaatsvindt, hetgeen niet spoort met de voorbehoudsloze bewoordingen van de uiting.
Gelet op het bovenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie over een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de levering, als bedoeld in artikel 8.2 onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de geclaimde levertijd van één dag van doorslaggevend belang kan zijn om een product bij adverteerder te bestellen, is de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De Commissie acht de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.