De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie van twee pagina’s in het Zondag ochtendblad, editie Beverwijk – Heemskerk, van 25 mei 2014.
Op de linker pagina staat in een kader onder meer:
“Boxspring inclusief box matras
Binnenvering en hoofdeind. 120×200
van 700,- Nú 379,-!!!!
Ook leverbaar in 140×200, 160×200 en 180×200.
Extra Aktie:
TOPDEKMATRAS
VOOR SLECHTS 39,-
Vanaf maat 80×200 (deze toppers zijn ook leverbaar in 120/200 140/200 160/200 en 180/200) uit voorraad leverbaar”.
Onderaan de linker pagina staat in kleine letters:
“Prijs-modelwijzigingen en zetfouten voorbehouden, aanbiedingen gelden zolang de voorraad strekt”.
De klacht
Op 10 maart 2014 stond dezelfde advertentie in de krant. Op basis daarvan kocht klager voor zijn zoon een boxspring van 140×200 inclusief topper voor € 39,-.
Twee dagen voor levertijd (1 mei 2014) werd telefonisch aan klager meegedeeld dat de topper niet leverbaar was. Klager kreeg 3 opties: kopen zonder topper, kopen met een andere topper (ter waarde van € 189,-) en van de koop afzien.
Klager heeft de koop door laten gaan zonder topper en er is € 39,- van de nota afgehaald.
Op 25 mei 2014 verscheen dezelfde advertentie, terwijl de topper voor € 39,- niet leverbaar is.
Het verweer
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
Adverteerder laat nooit misleidende reclame in de krant zetten. Zij doet haar uiterste best om van alles voldoende voorraad te hebben, maar soms gaat de verkoop erg hard en zijn de artikelen weleens op.
Adverteerder heeft bij de onderhavige klant met spoed een boxspring van 140×200 moeten leveren. Omdat de beloofde topper op dat moment niet op voorraad was, is aan de klant voor een kleine meerprijs een veel duurdere topper aangeboden. Helaas wilde de klant alleen de topper die bij de boxspring werd aangeboden. Adverteerder heeft aan de klant meegedeeld dat de topper in dat geval later zou worden geleverd. Vervolgens is de boxspring geleverd en de topper van de factuur gehaald. De klant beloofde de factuur per direct te voldoen, maar na vele telefoontjes is helaas een lager bedrag dan het factuurbedrag overgemaakt. Hierover aangesproken, heeft de klant aan adverteerder meegedeeld dat geen verdere betaling zal volgen.
De mondelinge behandeling
Klager heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Van een levering met spoed is geen sprake. In de winkel werd op 11 maart 2014 meegedeeld dat de levertijd van het bed 8 weken was; het bed zou dus op 1 mei 2014 geleverd worden. Op 28 april 2014 werd telefonisch door adverteerder meegedeeld dat de topper niet leverbaar was waarna, voor wat betreft de topper, op 29 april 2014 telefonisch de 3 in de klacht omschreven opties werden aangeboden.
Op donderdag 1 mei 2014 is het bed geleverd en is een betalingsopdracht uitgegaan aan de bank, met als uitvoeringsdatum 1 juni 2014 (30 dagen na de levering).
Op 25 mei 2014 verscheen de bestreden advertentie.
Op 27 mei 2014 informeerde klager in de winkel naar hetzelfde bed van 140×200 en de topper van € 39,-. Volgens de verkoper waren er nog slechts 4 bedden van 140×200 beschikbaar en had de topper van € 39,- betrekking op een bed van 120×200, terwijl voor de topper telkens € 30,- meer moest worden betaald, al naar gelang een grotere afmeting van het bed. De verkoper deelde mee dat aan klager een topper kon worden geleverd voor € 69,-, later teruggebracht tot € 65,-. Nadat de verkoper ging kijken, bleek de topper van 140×200 niet meer in voorraad te zijn. De topper zou later nog kunnen komen en de verkoper vroeg klager op een later moment nog eens te informeren.
Op 28 mei 2014 heeft klager de eerdere betaling geannuleerd en vervolgens € 30,- minder overgemaakt, omdat de topper kennelijk geen € 39,-, maar € 69,- kost.
Op 3 juni 2014 heeft klager telefonisch aan adverteerder meegedeeld dat hij bereid is de € 30,- alsnog over te maken indien adverteerder haar verplichting tot levering van de topper alsnog nakomt. Adverteerder zou klager hierover terugbellen. Uiteindelijk heeft adverteerder via een voice-mail bericht laten weten dat zij “het hierbij willen laten”.
Klager wijst er ten slotte op dat de topper nog steeds niet leverbaar is en dat dezelfde advertentie is geplaatst op 11, 15 en 18 juni 2014.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij zich niet zal uitlaten over het al dan niet volledig betalen door klager van de door hem ontvangen factuur betreffende de boxspring. Overeenkomstig haar bevoegdheid zal de Commissie zich beperken tot het toetsen van de bestreden advertentie aan de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Klager heeft gemotiveerd weersproken dat de in de advertentie aangeboden topdekmatras -zoals in de uiting wordt gesteld- “UIT VOORRAAD LEVERBAAR” is. Daar staat tegenover dat adverteerder geen bewijs heeft geleverd of aangeboden van de juistheid van voornoemde stelling. Wat betreft “voorraad” heeft adverteerder slechts meegedeeld dat zij haar uiterste best doet om van alles voldoende voorraad te hebben, maar dat de verkoop soms erg hard gaat en “de artikelen weleens op” zijn.
Gelet op het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat de bestreden advertentie gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de beschikbaarheid van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Dat onderaan de betreffende pagina staat: “(…) , aanbiedingen gelden zolang de voorraad strekt” maakt dit oordeel niet anders. Deze relatief klein gedrukte mededeling kan de gemiddelde consument gemakkelijk ontgaan. Voor zover de consument er wel kennis van neemt, kan gemakkelijk de gedachte postvatten dat deze mededeling niet geldt voor de topdekmatras, ten aanzien waarvan uitdrukkelijk wordt gesteld: “UIT VOORRAAD LEVERBAAR”. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat er na het plaatsen van de bestreden advertentie sprake is geweest van een redelijke voorraad van de aangeboden, door klager gewenste, topdekmatras.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.